College 1 - Migratie in historisch en geografisch
perspectief
Artikel 1 – King
Aspiratie voor migratie is als migreren meer voordelen heeft dan niet migreren.
Meestal in de context van economische overwegingen, en vaak gecombineerd met
sociaal-culturele voordelen.
Niet de armste emigreren, maar juist de wat beter bedeelde. De armste zijn te arm
en hebben niet de capaciteiten om te emigreren.
Er is een verschil tussen migratie aspiratie, migratie capaciteiten en migratie
uitkomsten.
De geografische stromingen van vluchtelingen zijn veranderd. Tegenwoordig is de
migratiestroom het meest gericht naar sterke economieën in de EU. De bestemming
is veranderd van industriële gebieden naar de grote steden, waar veel gemeentelijk
werk te doen is (bijvoorbeeld in Londen).
De duur van het verblijf van vluchtelingen is ook veranderd.
De angst dat door familie reunificering het aantal migranten nog meer oploopt is
onterecht.
Er wordt steeds meer gebruik gemaakt van vluchtelingen met een hoge opleiding.
Met name de westerse landen proberen zoveel mogelijk vluchtelingen met een
opleiding in wetenschap, techniek of gezondheid te werven.
College 1
Migrant: een persoon die zich voor een minimale periode vestigt in een ander land
VN: >12 maanden & Nederland: >4 maanden (inschrijving BRP)
Immigrant: iemand die zich vanuit buitenland in Nederland vestigt (inclusief
terugkerende Nederlanders)
Emigrant: iemand die vanuit Nederland naar het buitenland vertrekt
Migratie als “sociale constructie”: zonder internationale grenzen geen migratie
(vergelijk situatie voor en na uitbreiding van de EU in 2004)
Type migranten en verblijfsstatussen:
- Migrant met reguliere verblijfsvergunning (arbeid, studie, familie)
- Asielmigrant (asielzoeker, vluchteling/ statushouder)
- Verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd
- EU-ingezetenen
Motivaties en typen van migratie zijn complex. Een verblijfsstatus is een
(eenduidige) juridische categorie, maar werkelijkheid is complexer (“mixed
migration”). Niet elke verblijfsstatus is beschikbaar voor iedereen. De ene status is
stabieler en geeft meer sociale rechten en privileges dan de ander. Voorbeelden:
- Een wetenschapper in herkomstland vervolgd en is dus de facto vluchteling,
maar met een werkvergunning in het buitenland woont
- Een migrant die in Europa wil werken om geld te verdienen voor zijn/haar
familie, maar die geen werkvisum krijgt en daarom asiel aanvraagt.
Migratiesaldo: vestiging minus vertrek
Negatief saldo: meer mensen vertrekken dan er binnenkomen
De algemene consensus: internationale migratie afgelopen decennia sterk
toegenomen als gevolg van globalisering
Maar de wereldbevolking is ook sterk gegroeid.
Overgrote deel van wereldbevolking migreert niet, ondanks veranderingen in
transport- en communicatietechnologie. De meeste mensen zijn “immobiel”!
Migratie-aspiraties veel groter (ca. 14%) dan daadwerkelijke migratie (ca. 3.4 %).
Migratie-aspiraties leiden niet altijd tot migratiegedrag. Waarom?
Migratiepatronen en -aspiraties verschillen per regio en aan verandering
onderhevig.
College 2 - Migratietheorieën
Artikel 2 – Faist & Kivisto
,Push en pull model
Volgens het push en pull model zijn er 2 complementaire processen aan de gang bij
de afweging of iemand wil migreren of niet. Eerst worden de push factoren, de
factoren die pleiten voor het vertrekken vanaf de huidige woonplek, afgewogen (zie
college). Vervolgens worden de pull factoren, de factoren die pleiten voor het
migreren naar de mogelijk nieuwe woonplek, afgewogen (zie college). Echter zijn er
nog 2 andere factoren. De eerste daarvan is de zogenaamde ‘menselijke luiheid’,
wat neerkomt op dat mensen eerder geneigd zijn te blijven dan weg te gaan. Het is
dus eerder een uitzondering als men vertrekt dan een gewoonte. De tweede factor
is de intervening obstacles. Dit komt neer op bijvoorbeeld de afstand van de reis.
Ook spelen persoonlijke attributen mee in de keuze om te migreren. Jong migreert
sneller dan oud. Hoog opgeleid sneller dan laag opgeleid.
Neoklassieke economische benadering
Volgens de NEB kijken migranten altijd in welk land het meest te verdienen valt
(kosten-baten analyse) om te bepalen waar ze heen emigreren. Ook is het heel
individualistisch. Kritiek op dit model is, is dat het niet een compleet beeld schetst
van alle factoren die meespelen. Je zou kunnen zeggen dat het alleen betrekking
heeft op vrijwillige migratie waar veel ruimte voor keuze is.
Netwerktheorie en de nieuwe economie van migratie
Bouwt voort op de neoklassieke benadering en vult hem aan met een meer
empirisch onderbouwd theoretisch framework. Volgens deze theorie hebben
migranten veel meer een groepsvoorkeur, in plaats van individuele afwegingen. Zo
zitten migranten vaak in netwerken met andere migranten of niet-migranten uit de
vertrek of bestemming plaats. Door deze netwerken worden de kosten van het
vertrekken minder groot. Dit leidt tot kettingmigratie. Deze netwerken zijn op den
, duur een belangrijke reden om wel of niet te migreren dan enkel de
salarisverschillen. Deze theorie gaat dus om veel meer factoren dan die van de
neoklassieke theorie.
Migratie werkt ook cumulatief. Dit kan op 3 manieren:
1. De eerste is door de hierboven beschreven migranten netwerken. Deze
netwerken kunnen leiden tot meer migranten omdat de migranten van de
herkomstplek meer informatie hebben en daardoor het sneller aandurven.
2. De tweede manier is dat door immigratie er menselijk kapitaal vertrekt uit de
herkomst plek en meer bijkomt bij de nieuwe bestemming. Hierdoor ontstaat
een verslechterde economie wat weer leidt tot meer migratie.
3. Tot slot heerst ervoor bepaald (vaak simpeler) werk een stereotype van
migranten, ook wel sociale labels. Hierdoor worden meer migranten die bij
die sociale labels horen aangetrokken.
Gespleten arbeidsmarkten
Het post-industrialistisch tijdperk wordt gekenmerkt door de verandering van een
productiemaatschappij naar een kennismaatschappij. Hierdoor ontstond een
gespleten arbeidsmarkt, waarbij er werk was aan de top en aan de onderkant, maar
niet in het midden. Hierdoor raakt de arbeidsmarkt gesegmenteerd. Hierbij nemen
werkgevers vaak eerder werknemers op een hoge functie aan die dezelfde etniciteit
of nationaliteit hebben (primair segment). Hierdoor komt het vaak voor dat
immigranten lagere functies krijgen, en dus ook minder betaald (secundair
segment).
Migratie voorkomen
Immigratie valt niet alleen vanuit een economisch perspectief te verklaren. Er zijn
voorbeelden waar het ontvangende land na een migratie stroom uiteindelijk niet
genoeg werk meer heeft, terwijl de prijzen stijgen. Toch blijven er migranten
komen. Dit komt door de netwerken die immigranten hebben. Sociale voorzieningen
zijn namelijk altijd nog beter dan in het land van herkomst. De verhalen overtuigen
nieuwe migranten om ook te komen.
Artikel 3 – De Haas
Er zijn twee achterliggende paradigma’s van waaruit migratie wordt verklaard: het
functionalisme en historisch-structuralisme (ook wel de conflicttheorie).
Functionalisme
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fhuguenin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.48. You're not tied to anything after your purchase.