Alle uitgebreide aantekeningen van de hoorcolleges van het vak groepsdynamica. ik heb hier zelf een 9 mee gemaakt, want het is ook een soort samenvatting.
Are groups real? Gevolgen zijn echt (H1,3)
- Want mensen in groepen zijn interdependent (want jij doet heeft gevolgen voor
zichzelf maar ook voor anderen) interdependente keuzes bijv. keuzes in tweetal
- Gedrag = f (persoon x situatie)
Persoon: Sociale Waarde Oriëntatie vragenlijst (SWO) om persoon te karakteriseren
- Simpele meting van 9 items, elke keer voorkeur aangeven a,b,c
- Maken v keuzes in tweetalen, tussen u en ander
- Hoeveel voor jezelf en hoeveel voor de ander?
o Pro-sociaal even veel voor jou en voor ander
o Individualistisch hoogste voor zichzelf en doet er niet toe hoeveel ander
krijgt, gwn voor hoogste getal
o Competitief doet er niet toe hoeveel ik krijg maar doet er toe dat andere
het minste krijgt.
SWO is voorspellend voor
1. Concessies bij onderhandelingen
2. Zelfopoffering voor partner in relatie
3. Mileugedrag
4. Verkeersgedrag
5. Donaties derde wereld, gezondheidsdoelen
6. Coöperatie binnen èn tussen groepen
gedrag = f (persoon x situatie)
Waarom wordt swo veel gebruikt:
- Als selectie-instrument in een groep
o Welke ‘persoon(lijkheid)’ is het meest geschikt voor binnendienst (pro-
sociaal) of voor de buitendienst (competitie) van een bedrijf
o Niet goed volgens sociaal psychologen
- Afname van meet-instrument
o Wat zouden redenen kunnen zijn om deze 9 items in-consistent in te vullen?
Omdat ze niet echt weten wie de ander is, hangt af van de ander
Hangt van de situatie af daarom ‘x’
Situatie: binnen en tussen groepen
Sociale categorisatie
- Entitativity = je gedraagt je binnen groepen heel anders dan tussen groepen
o Gelijkheid
o Nabijheid
o Lotsverbondenheid
,Situatie: Multi-level categorisatie (nested)
Organisatie: Grootste cirkel: organisatie als geheel
Middelste cirkel: subgroepen
Kleinste cirkel: puntje ben jezelf
Entitativity afwegingen ^
Collectieve categorisatie ‘We zijn allemaal psychologen’ met alle groepen verbonden
(Sub)groeps categorisatie ‘Gaat om verdeling van budget tussen subgroepen’ meer
coöperatief. Vooral met eigen groep verbonden
Persoonlijke categorisatie ‘Wie publiceert het meest, wie is de beste’
Gedeeld groepslidmaatschap ‘Lid zijn van 2 secties’
- warme / koude kant je voelt meer nabijheid voor ene kant
bijv bij wie kerst vieren
Gedrag = f (persoon x situatie)
- SWO: pro-socialen maken meer onderscheid tussen ingroep en outgroep dan
individualisten:
o Pro-socialen zijn meer coöperatief jegens leden van de ingroep dan jegens
leden van de outgroep
o Individualisten zijn minder coöperatief ongeacht andermans ingroep/ougroep
lidmaatschap
Wat is bepalend? Niveau van sociale categorisatie identificatie
- Wie voelen zich nabij, gelijk?
- Hoe worden de schaarse middelen verdeeld? (lotsverbondenheid)
o Bijv budgetverdeling per
(Sub)groep: voormalige subgroepen of nieuwe subgroepen
Individu
Multi-level: binnen groepen
- Bijvoorbeeld: wetenschappelijke specialisatie (klinisch, pedagogisch), INDIVIDU
- Weinig uitwisseling tussen INDIVIDU
- Meer aandacht voor INDIVIDU dan voor groepsbelang
- Gebrekkige samenwerking BINNEN groepen
,Tussen groepen
- Bijvoorbeeld: wetenschappelijke specialisatie als GROEP
- Weinig uitwisseling met andere GROEPEN
Ingroep outgroep
Identificantie ‘verwerping’
- Meer gericht op ingroep dan collectief
- Gebrekkige samenwerking TUSSEN groepen
Dus interventies op meerdere sporen
- Bevorderen van:
o Samenwerking BINNEN groepen
o Samenwerking TUSSEN groepen
- ^Vergt andere interventies, die soms tegenover elkaar staan
Psychologie van groepslidmaatschap (H3,4)
Sociale vergelijkingstheorie We gebruiken groepen om ons met anderen te vergelijken
- 2 motieven:
o Informatief motief: Accurate info (feitelijke info, hoe zit de wereld in elkaar)
o Sociale validatie motief: Oke zijn, erbij horen (geeft zin aan leven, waarde)
- Beide motieven botsen wel eens angst en onzekerheid maken ‘oke zijn’
belangrijker dan accurate info (erbij horen vaak belangrijker dan accurate info)
1. Ik andere personen
o Self-serving causal attributions
Redenen zoeken die je geruststellen, vaak extern
o Downward social comparison
Makkelijker om te zeggen dat iemand moeilijker heeft dan makkelijker
o Self-evaluation maintenance (SEM) bij upward comparison
Je werkt liever met iemand samen die ergens beter in is wat niet veel
invloed heeft op je zelfbeeld dan andersom. niet beter in iets wat je
het belangrijkst vind
2. Ik andere personen ingroup
o Optimal distinctiveness (assimilatie/differentiatie) (andere theoriën in boek)
3. Ik ingroup andere groepen
o Group-serving causal attributions
o Social creativity
o Birging (basking in reflected glory)
‘wij hebben gewonnen’
We associeren ons graag met succes
o Corfing (cutting of reflected failure)
Benadrukken dat zij hebben verloren
, ‘Erbij willen horen’ motief sterker bij collectivisten:
*Equity norm = loon naar werken
*Equality = ongeacht wat dat ook: gelijkheid
Individualisten voor wat hoort van
Collectivisten we zijn een groep, we moeten voor iedereen zorgen
Pro-sociaal of individualistisch is heel erg cultureel bepaald.
Sociale buitensluiting
Fundamentele behoefte in het geding:
1. Erbij horen
2. Controle (need to feel in control In there life daarom wordt soms ook gereageerd
met agressie omdat je dan wel weer soort controle hebt)
3. Eigenwaarde (having value and self-respect)
4. Zinvol bestaan (need to feel there bestaan)
Groepslidmaatschap is ontzettend belangrijk voor welzijn, maar buitensluiting geeft ook
enorm veel risico op je welzijn
Buitensluiting pijnregio’s in hersenen. Ook het kijken ernaar, word al de pijnregio’s
geactiveerd.
Je voelt sociale pijn zelfs als sociale buitensluiting gebeurd..
- Op internet/in chatsessies
- Onbedoeld/niet opzettelijk
- Door de outgroep
- Door mensen die je haat
- Door computerprogrammering
Als je wordt buitengesloten ben je kwetsbaar, daarom wil je erbij horen
Sociale pijn kan worden verzacht door
1. Aspirine
2. Wanneer de buitengesloten persoon financiële compensatie krijgt voor elke keer dat
hij/zij wordt buitengesloten in cyberball spel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evaduin. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.73. You're not tied to anything after your purchase.