Filosofie
1)De oorsprong van de filosofie
INLEIDING
Filosofie begint met verwondering (Plato)
Welke filosofiische vraag stelde je jezelf ooit/onlangs?
Etymologie: filein en Sophia (Athena, Minerva, Tara, Saraswati)
- Griekse filein: “houden van”
- Sophia: godin van de wijsheid
De geschiedenis van de filosofie is mannelijk en is pas in de 20e eeuw veranderd,
wanneer vrouwen ok toegnang kregen tot onderwijs
Oorsprong: twee visies
- Filosofie is zo oud als de mensheid
o Volgens Plato begint filosofie met verwondering, ook kinderen stellen hun
ouders de vraag “waarom leven wij?”
- Filosofie is ontstaan in bepaalde periode, in bepaalde regio
MYTHOS
Voorvaderen
Shiva – Shakti
Het Oude Testament: de zondeval (Adam en Eva eten van de verboden vrucht en
kennen lijden en schaamte)
Odysseus en de sirenen (hij liet was in zijn ogen smeren en zichzelf aan de mast
binden zodat hij de sirenen en de lust kon weerstaan)
mythes bevatten veel levenslessen en diepere betekenissen dan op het eerste
zicht merkbaar zijn
VAN MYTHOS NAAR LOGOS
Van een wereldbeeld gebaseerd op mythes (goden) een rationeel wereldbeeld
Een toenemend belang van observatie en argumentatie
Deze overgang = het ontstaan van de Westerse filosofie (rond de Egeïsche Zee, 6e E.
V.C.)
- Natuur wordt uit de natuur verklaard en niet meer door goden
- Groter belang van (zintuiglijke) observatie
De overgang ging samen met verstedelijking
Dichter Xenophanes reflecteert over de vraag hoe we zo verschillen in visie over de
goden:
“als dieren handen bezaten zoals de mensen, zouden de paarden de goden als
paarden afbeelden, de ossen als ossen. De Ethiopiërs maken hun goden zwart met
stompe neuzen; de Thraciërs zeggen dat de hunne blauwe ogen en rood haar
bezitten. In werkelijkheid hebben de mensen nooit iets over de goden geweten en
zullen dat ook nooit weten”
neemt een metastandpunt in: zegt dat hij niet weet hoe een God eruit ziet en dat
iedereen hierover een ander standpunt inneemt
,LOGOS IN HET OOSTEN
India – Upanishaden (filosofische bedenkingen), Boeddha & Mahavira
China – Conficius en Lao Tzu (Taoïsme Ying en Yang)
OMSCHRIJVING EN INDELING VAN DE FILOSOFIE
FILOSOFIE TUSSEN RELIGIE EN WETENSCHAP
Omschrijving van Italiaanse filosoof de Crescenzo (1997):
“Maar de filosofie, wat is dat nou? Tja, het is niet zo eenvoudig daar zo
een-twee-drie een difinitie van te geven. De mens heeft de hoogste
graag van beschaving bereikt door middel van 2 fundamentele
siciplines: de wetenschap en de religie. Terwijl de wetenschap,
teruggrijpend op de ratio, de verschijnselen in de natuur bestudeert,
zoekt de religie, tegemoetkomend aan een ineerlijke dragn van de
menselijke geest, iets absoluuts, iets dat uitstijgt boven het vermogen
te begrijpen met de zintuigen en het intellect. Welnu, filosofie ligt
precies tussen wetenschap en religie in, nu eens dichter bij de ene, dan
weer dichter bij de andere, al naar gelang men te doen heeft met
zogenaamde rationalistische filosofen uit de rationalistische filosofen
of met filosofen die overhellen naar een mustieke visie op de dingen.
Bertrand Russel, een Engelse filosoof uit de rationalistische school, ziet
de filosofie als een soort niemandsland tussen wetenschap en religie in,
blootgesteld aan de aanvallen van beide.”
strookt met wat hierboven gezegd wordt omtrent de overgang van
mythos naar logos
- Wetenschap bestudeert op systematische wijze de ‘objectieve’ verschijnselen of
fenomenen
o Domein: de materiële (waarneembare?) werkelijkheid
o Natuurfilosofie werd fysica (1543: Copernicus en Vesalius), later ook
andere natuurwetenschappen en sociologie/psychologie die op de
voorgrond treden (bv. natuurwetten van Newton)
o Ratio (rede, verstand) en empirie (zintuiglijke waarneming)
o Filosofie als moeder van de wetenschappen
- Religie zoekt naar iets absoluuts en biedt troost en zingeving
o Domein: zingeving, waarden, bewustzijn
o “voorbij” zintuigen en verstand
3 GROTE VRAGEN EN DOMEINEN
De vragen van Kant, de filosoof van de Verlichting:
1. Wat kan ik weten (ons denken)
2. Wat moet ik doen (ons handelen: ethiek en sociale filosofie)
3. Wat mag ik hopen (onze verwachtingen)
Wat is de mens?
Indeling van Ferry, hedendaagse Franse filosoof
- Kennis: werkelijkheid & objectieve feiten
- Ethiek: rechtvaardigheid
- Wijsheid: heil of geluk & de manier waarop we in het leven staan
,HET HUIS VAN DE FILOSOFIE
Het huis van de filosofie
Feiten (ontologie) Wereld (kosmos) Bovenwereld Mens
(metafysica)
Waarden Het Ware Het Goede/ Het Schone
Rechtvaardige
De 3 feiten
- Ontologie: de leer van het zijn, dat wat is
o Kosmologie: vraagt naar de werking van de kosmos (de natuur);
vanaf Newton ontstaan de natuurwetenschappen (fysica of
natuurfilosofie, scheikunde, biologie…)
o Metafysica: vraagt naar de aard van en orde achter de fenomenen en de
achterliggende principes
wanneer dit principe God genoemd wordt, spreekt men van theologie
o Wijsgerige antropologie stelt zich vragen over de aard, de status en de
plaats van de mens (sociologie, psychologie…)
De in de 18de eeuw ontstane sociologie bestudeert de mens in zijn
sociale context, de psychologie bestudeert de mens als geestelijk
wezen, de culturele antropologie de mens als cultuurwezen, de
agogie de mens als (be)handelend wezen.
De 3 waarden
- Het Ware
o De epistemologie of kennisleer houdt zich bezig met de vragen over
waarheid en kennis. Voorbeelden van zulke vragen zijn: "wat is kennis?",
"wat is waarheid?", "wat is het verschil tussen waarheid en mening?";
"waarop is ware kennis gefundeerd?"; wat zijn de grenzen van de kennis
en "hoe kunnen we zekere kennis bereiken?"
In de twintigste eeuw ontstonden de wetenschapsfilosofie, de
taalfilosofie en de bewustzijnsfilosofie als aparte takken van de kennisleer.
o De logica houdt zich bezig met de vraag: "wat is geldig redeneren?"
o De wetenschapsfilosofie houdt zich bezig met de grondslagen van de
kennis van de afzonderlijke wetenschappen. Methoden, grondstellingen,
begrippen en doel worden hier verhelderd en aan kritisch onderzoek
onderworpen.
o De taalfilosofie behandelt het ontstaan, de ontwikkeling, de betekenis en
de functie van de taal.
- Het Goede en het Rechtvaardige
o De ethiek onderzoekt het goede. Ze vraagt wat goedheid en
rechtvaardigheid is, of en hoe het goede kan gefundeerd worden, of
, normen en waarden een universele grond hebben, dan wel relatief zijn
aan de mens en cultuur.
o Toegepast op de maatschappij vertaalt de vraag naar het goede zich in de
vraag: "hoe dient een rechtvaardige maatschappij te worden
georganiseerd?" Dit soort vragen behoort tot het domein van de politieke
en/of sociale filosofie.
o Ook de rechtsfilosofie (gelijkaardig aan deontologie en criminologie) is
een apart vakgebied: daarin wordt o.a. de vraag gesteld naar de aard en
de oorsprong van recht en haar verhouding tot ethiek.
- Het Schone
o De esthetica houdt zich bezig met de vraag naar wat Schoonheid en wat
Kunst is.
Afgeleide deelgebieden zijn de kunst- en cultuurfilosofie.
DE PRE-SOCRATISCHE FILOSOFIE
- 6de – 5de eeuw v. chr.
- Rond Egeïsche Zee (o.a. Milete)
- Vooral vragen naar de aard van de kosmos (kosmologie)
o Wat is het eerste beginsel (archè)?
o Welke kosmische krachten spelen in het proces van verandering?
(kosmogonie)
THALES VAN MILETE (624-545 v. Chr.)
- ‘eerste’ filosoof – volgens Plato onbeholpen en niet erg praktisch aangelegd
- Grondlegger van reductionisme of het herleiden van complexe werkelijkheid tot
één beginsel/ archè of oerbeginsel van “alles is water”
- Wiskundige stelling van Thales: A/B = D/C (evenwijdige lijnen van evenwijdige
rechten snijden evenredige stukken af)
- Ken jezelf als fundamentele filosofische taak
ANAXIMANDER VAN MILETE (610 – 546 v. Chr.)
- Leerling van Thales
- Het apeiron (het onbepaalde of onbeperkte) is het eerste beginsel waaruit alles
voorkomt, niet het water (zoals Thales zei)
- Eerste overgeleverde poging tot een kosmogonie: verklaring voor ontstaan van
de wereld gebaseerd op de dynamiek tussen de 4 elementen (water, aarde, vuur,
lucht) als een scheiding en inwerking van tegengestelde elementen op elkaar
Eén fragment bewaard:
“Waaruit de bestaande dingen hun geboorte hebben, daarin vinden ze ook
hun ondergang, zoals het hoort; ze geven elkaar immers recht (díkè) en boete
voor het onrecht (adikía), overeenkomstig de verordening van de tijd"
PYTHAGORAS EN DE VERBORGEN ORDE (570 – 500 v. Chr.)
- Begrip philosophos: “ik blijf zoeken en nadenken, tot ik de werkelijkheid begrijp”.
In tegenstelling tot anderen die zomaar de mening van een ander aanneemt.
- Werkelijkheid kan uitgedrukt worden in getallen en hun onderlinge
verhoudingen. Voor Pythagors is de kosmos een geordend geheel
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saracourteyn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.97. You're not tied to anything after your purchase.