Week 1 – rechtsregels verplichte jurisprudentie
HvJ-EU 04-06-2015, C-497/13 (Faber)
Mevrouw Faber koopt een gebruikte auto bij een autobedrijf. De auto is in brand gevlogen en volledig
uitgebrand. Faber stelt het autobedrijf aansprakelijk voor de schade. Het bedrijf wijst aansprakelijkheid af
vanwege het verstrijken van de termijn uit artikel 7:23 BW. Faber begint een procedure op grond van 7:17 BW.
Er wordt geoordeeld dat Faber inderdaad haar rechten heeft verspeeld. Artikel 7:23 BW is voor zover het
betrekking heeft op consumentkopers het resultaat van implementatie van de Richtlijn Consumentenkoop
(1999/44/EG). Het HvJ heeft hier bepaald dat de rechter ambtshalve moet nagaan of iemand aangemerkt kan
worden als consument in de zin van de richtlijn.
HR 21-04-2006, ECLI:NL:HR:2006:AW2582 (Inno Holding Baarn B.V./Gemeente Sluis)
De gemeente Sluis verkocht en leverde een perceel grond aan een projectontwikkelaar. Er bleek
bodemverontreiniging te zijn, waarna het perceel op kosten van de gemeente werd gesaneerd. Later ging de
projectontwikkelaar failliet. De curator cedeert alle vorderingen op de gemeente aan Inno Holding. Deze
spande een procedure aan dat de gemeente tekort was geschoten (onrechtmatige daad) en eiste
schadevergoeding. Was deze vordering getroffen door de korte verjaringstermijn van artikel 7:23 lid 2 BW? De
Hoge Raad beantwoordde dit bevestigend: artikel 7:23 BW geldt voor iedere rechtsvordering die feitelijke
gegrond is op het niet beantwoorden van de afgeleverde zaak aan de overeenkomst, ook als de koper deze
grondslag (tevens) een rechtsvordering uit onrechtmatige daad of dwaling baseert. De feitelijke grondslag van
de vordering uit onrechtmatige daad hield namelijk in dat de afgeleverde zaak niet aan de overeenkomst
beantwoordde. De OD was namelijk gelegen in de levering van verontreinigde grond die verkocht werd als
schone grond.
HR 05-04-2013, ECLI:NL:HR:2013:BY8101 (Lundiform/Mexx)
Het ging om de uitleg van een tussen modehuis Mexx en leverancier Lundiform gesloten contract betreffende
de afname van hardware voor de inrichting van winkels. Volgens Lundiform heeft Mexx in strijd gehandeld met
de garantie, er zouden namelijk een bepaald aantal goederen worden afgenomen. Om dit aan te tonen verwijst
hij naar een aantal e-mailberichten uit de periode voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst. Hoe moet
de overeenkomst worden uitgelegd? (1) Ook indien bij de uitleg van een overeenkomst groot gewicht toekomt
aan de taalkundige betekenis van de gekozen bewoordingen, blijft de Haviltex-maatstaf leidend. De vrijheid van
de feitenrechter om op basis van de bewoordingen van de overeenkomst te komen tot een voorshands
gegeven oordeel aangaande de uitleg daarvan, laat onverlet dat de partij die een andere uitleg verdedigt en
dienaangaande voldoende stelt, tot (tegen)bewijs moet worden toegelaten. (2) Een “entire agreement clause”
staat niet zonder meer eraan in de weg dat voor de uitleg van de overeenkomst betekenis wordt toegekend
aan verklaringen of gedragingen van partijen voorafgaand aan het sluiten van de overeenkomst.
HR 11-10-2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3765 (Vano/Foreburghstaete)
FBS was hier de koper en Vano de verkoper, er werd een koopovereenkomst met betrekking tot een
bedrijfspand gesloten. Ten tijde van de verkoop werd het bedrijfspand verhuurd aan verschillende verhuurders.
Vano garandeerde dat er geen achterstanden met huurbetalingen waren en dat de huurovereenkomsten de
volledige rechtsverhouding tussen Vano en de huurders bevatten. FBS eist vernietiging wegens dwaling dan wel
tekortkoming, de garantiebepalingen waren namelijk geschonden. Het hof wees de vernietiging toe, evenals
terugbetaling van de koopsom. De schadevergoeding werd ook toewijsbaar geacht. Vano betoogde in cassatie
dat hierbij werd miskend dat vernietiging van de koopovereenkomst wegens dwaling meebrengt dat er geen
schadevergoeding wegens tekortkoming in de nakoming kan zijn. De Hoge Raad bepaalde dat indien een
primair beroep op dwaling slaagt en de overeenkomst derhalve wordt vernietigd, dan worden daardoor in
beginsel ook de garanties in die overeenkomst getroffen: van een tekortkoming in de nakoming kan door deze
vernietiging dan geen sprake zijn. De vernietiging werkt immers terug tot het tijdstip waarop de
rechtshandeling werd verricht (art. 3:53 BW), waardoor de garantie-verbintenissen worden geacht nooit tot
stand te zijn gekomen.
HR 12-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3593 (Far Trading/Edco II)
Het ging om een partij petten die door FAR een Edco werden verkocht. Edco heeft zich beroepen op
wanprestatie omdat de petten niet conform de monsters zouden zijn. Het ging er om of binnen redelijke
termijn was geklaagd. De vraag of binnen bekwame tijd is geklaagd, kan volgens de Hoge Raad niet in algemene
1
, zin worden beantwoord. Van belang is dat de schuldeiser (hierna: koper) (a) het in de gegeven omstandigheden
redelijkerwijs van hem te verwachten onderzoek doet, en (b) binnen bekwame tijd nadat hij de gebreken heeft
ontdekt of had behoren te ontdekken, dit aan de verkoper meedeelt. Ook speelt een rol of de verkoper nadeel
lijdt door het tijdsverloop totdat is geklaagd. De rechter dient rekening te houden met enerzijds het voor de
koper ingrijpende rechtsgevolg van het te laat protesteren (verval van al zijn rechten ter zake van de
tekortkoming) en anderzijds de concrete belangen waarin de verkoper is geschaad door het late tijdstip waarop
dat protest is gedaan (bijvoorbeeld een benadeling in zijn bewijspositie of een aantasting van zijn
mogelijkheden de gevolgen van de gestelde tekortkoming te beperken). De tijd die is verstreken tussen het
tijdstip dat bekendheid met het gebrek bestaat of redelijkerwijs diende te bestaan, en dat van het protest,
vormt in die beoordeling weliswaar een belangrijke factor, maar is niet doorslaggevend. De stelplicht en
bewijslast met betrekking tot de feiten die een beroep op de art. 6:89 of 7:23 BW kunnen dragen, rusten in
beginsel op de verkoper. Het door hem gevoerde verweer dat niet tijdig is geklaagd, is immers een bevrijdend
verweer. Het ligt daarom op zijn weg om voldoende feiten en omstandigheden te stellen en zo nodig te
bewijzen, waaruit kan volgen op welk moment de koper heeft ontdekt of had behoren te ontdekken dat de
verrichte prestatie niet aan de overeenkomst beantwoordt én dat het tijdsverloop vanaf dat moment tot aan
het moment waarop de koper geklaagd heeft, zo lang is geweest dat niet kan worden gesproken van een tijdige
klacht.
HR 12-02-2016, ECLI:NL:HR:2016:236 (Lindorff BV/Nazier)
Nazier heeft bij KPN een overeenkomst gesloten voor twee aansluitingen op het mobiele
telecommunicatienetwerk van KPN. Nazier kon dan gebruik maken van de telecommunicatiediensten met
daarbij twee telefoontoestellen. Nazier betaald niet en KPN ontbindt de overeenkomst en gedraagt de
vordering tot over aan incassobureau Lindorff. Als het telefoonabonnement inclusief toestel een
consumentenkredietovereenkomst inhoudt, dan dient de rechter ambtshalve te beoordelen of partijen hebben
voldaan aan het bepaalde in art. 7:61 lid 2 BW. De rechter heeft ook de bevoegdheid om zo nodig ambtshalve
de kredietovereenkomst te vernietigen. Dit geldt ook als tegen de consument verstek is verleend. Als de
rechter overweegt om een overeenkomst ambtshalve te vernietigen, moet hij de beginselen van hoor en
wederhoor in acht nemen en de verschenen partij(en) de gelegenheid geven om zich hierover uit te laten en
eventueel hun stellingen aan te passen. Als de overeenkomst wordt vernietigd, mag de consument in beginsel
volstaan met teruggave van het toestel in de staat waarin dit zich op het moment van de teruggave bevindt,
zonder dat hij verplicht is tot vergoeding van waardevermindering. Dat ontbinding van de kredietovereenkomst
tevens kan leiden tot ontbinding van de daarmee samenhangende koopovereenkomst, is in overeenstemming
met het Nederlands recht.
HR 11-12-2020, ECLI:NL:HR:2020:2003 (Lichtinstallatie tennispark)
Er was een koopovereenkomst opeens kwam er een winteropenstelling van de tennisbaan met felle lichten
waardoor overlast was. Heijmans zei dat het niet belangrijk was, de schade was beperkt doordat de
lichtmasten omgedraaid waren. Het hof bepaalde dat de woningen wel aan de overeenkomsten beantwoorden
omdat de mededelingsplicht niet geschonden was en de kopers een onderzoeksplicht hadden. Het hof had
echter niet kenbaar beoordeeld of de lichtoverlast van zodanige aard is dat de woningen niet de eigenschappen
bezitten die voor een normaal gebruik daarvan nodig zijn en waarvan de kopers de aanwezigheid ook niet
behoefde te betwijfelen.
HR 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1677 (Precontractuele informatieplichten van handelaren jegens
consumenten)
Dit arrest ging over het onderzoek dat de rechter ambtshalve moet verrichten naar de naleving van de
informatieplichten van de handelaar en over de gevolgen die de rechter ambtshalve mag of moet verbinden
aan de constatering dat niet is voldaan aan een of meer verplichtingen. Er kan niet worden aangenomen dat de
Richtlijn Consumentenrechten de rechter ertoe verplicht ambtshalve na te gaan of aan alle informatieplichten
uit artikel 6:230m en 6:230v BW is voldaan en bij elke schending van een informatieplicht ambtshalve over te
gaan tot vernietiging van de overeenkomst en/of tot afwijzing van de incassovordering. Ambtshalve toetsing en
ambtshalve vernietiging is echter wel aangewezen bij informatieplichten waaraan de wet bij niet-naleving
ervan specifieke sancties verbindt en bij informatieplichten waaraan extra gewicht toekomt (essentiële
informatieplichten). Uit 3.1.10 en 3.1.11 blijkt bij welke informatieplichten dit dan moet.
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annabeldgrf. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $10.69. You're not tied to anything after your purchase.