,Week 1:
Kan de verschillende indelingen van het recht benoemen en kan deze hanteren:
Het wordt onderverdeeld in publiekrecht en privaatrecht:
Publiekrecht: tussen de overheid en de burgers en tussen de overheidsorganen onderling,
- Staatsrecht: hoe de overheid georganiseerd is
- Bestuursrecht: regels waar de overheid zich aan moet houden bij nemen van besluiten
- Strafrecht: strafbare feiten
- Internationaal recht: EU, verdragen
Privaatrecht: tussen de burgers onderling.
Kan de verschillende rechtsbronnen benoemen:
- Wetgeving: wetboeken, AMvB, apv’s, etc
- Verdragen: EU of VN
- Jurisprudentie
Kan beschrijven hoe wetgeving in Nederland tot stand komt:
Voorbereiding wetsvoorstel op ministerie wordt besproken in de ministerraad Raad van
State komt met advies voorstel wordt behandeld in Tweede Kamer stemming in Tweede
Kamer en eventuele aanpassingen stemming in de Eerste Kamer koning en minister
ondertekenen voorstel wet treedt in werking na publicatie
Staten-Generaal/parlement: eerste en tweede kamer samen
Regering: koning + ministers
Kabinet: ministers + staatsecretarissen
Kan uitleggen wat grondrechten zijn:
Grondrechten verzekeren de persoonlijke vrijheid en een menswaardig bestaan van burgers
en beperken het ingrijpen van de overheid.
Heeft kennis van de organisatie van de rechtspleging in Nederland:
11 rechtbanken, 4 gerechtshoven en 1 hoge raad.
Rechtbank: kantonrechters, strafrechters, politierechters, bestuursrechters en
kinderrechters. Meervoudige en enkelvoudige kamer en een economische kamer.
Gerechtshof: 3 rechters.
Hoge raad: 3 rechters. Cassatie: zaak niet meer opnieuw behandeld, maar gekeken of juiste
procedures in acht zijn genomen.
.
,Week 2:
Kan een omschrijving geven van het gezondheidsrecht.
Het gezondheidsrecht is het geheel van rechtsregels dat betrekking heeft op de zorg voor de
gezondheid en de toepassing van overig burgerlijk, bestuurs- en strafrecht in dat verband.
Kent de verschillende functies van het gezondheidsrecht.
Bescherming van personen: recht op privacy, onaantastbaarheid van het lichaam
Ordenen van de zorg: welke instellingen en beroepen staan we toe en wat mogen ze.
Kent de bronnen van het gezondheidsrecht.
Wetten, verdragen en jurisprudentie.
Kan het belang van grondrechten voor het gezondheidsrecht aangeven.
Grondrechten beschermen burgers tegen macht van de overheid, en zorgen voor de nodige
voorzieningen voor de burgers.
Voorbeelden
- Klassieke grondrechten: de burgerlijke en politieke rechten. Dit zijn onder andere het
kiesrecht, vrijheid van meningsuiting, recht op privacy, godsdienstvrijheid en het
discriminatieverbod.
- Sociale grondrechten: de economische, sociale en culturele rechten. Dit zijn onder
andere het recht op huisvesting, sociale zekerheid, gezondheidszorg en onderwijs.
Kent de rechtspleging in het gezondheidsrecht.
Regionale tuchtcolleges en een centraal tuchtcollege, geschillencommissie en
zorginstellingen, klachtencommissies, scheidsgerecht gezondheidszorg
Week 3:
Kent de drie soorten aansprakelijkheid.
Civielrechtelijke aansprakelijkheid: relatie tussen (rechts)personen (burgers)
Strafrechtelijke aansprakelijkheid: relatie tussen de gemeenschap en (rechts)personen
Tuchtrechtelijke aansprakelijkheid: relatie tussen professionals/beroepsgenoten
Weet wat civielrechtelijke aansprakelijkheid inhoudt.
Regelt de relatie tussen burgers onderling. Een persoon is civielrechtelijk aansprakelijk als
een ander door diens verwijtbare fout schade heeft geleden.
Er moet wel een relatie (causaal verband) zijn tussen de schade en de gebeurtenis
waardoor de schade ontstaan is.
Weet welke gronden er zijn voor materiële en immateriële schadevergoeding.
Materiële schade (vermogensschade geld)
- Geleden schade reparatie
- Gemiste/gederfde inkomsten
- Onkosten huur berekenaar geleden schade
Immateriële schade (smartengeld)
, - Lichamelijk letsel
- Aantasting eer en goede naam
- In zijn persoon aangetast
Gronden voor schadevergoeding
- Het niet nakomen van een verbintenis uit een overeenkomst (wanprestatie)
o Geneeskundige behandelingsovereenkomst
o Inspanningsverbintenis: verwachting van voldoende inspanning in een bepaalde functie
o Resultaatsverbintenis: op een bepaald moment een bepaald resultaat opgeleverd hebben
- De onrechtmatige daad wettelijke aansprakelijkheid
o Inbreuk op een recht
o Een doen of nalaten in strijd met een wettelijke plicht of met hetgeen volgens ongeschreven
recht in een maatschappelijk verkeer onbehoorlijk is
o Geen rechtvaardigheidsgrond
- Relativiteitseis De schade moet wel passen bij de norm die geschonden is
- Causaal verband verband tussen gebeurtenis, gedrag, de daad en de schade die is ontstaan
Weet hoe de aansprakelijkheid van ziekenhuizen geregeld is.
In de wet WBGO is bepaald dat als er aansprakelijkheid is ontstaan door een ingreep in een ziekenhuis,
dan is het voor de patiënt niet nodig om uit te zoeken wie nou de fout gemaakt heeft het ziekenhuis
kan centraal aangesproken worden.
Weet wat strafrechtelijke aansprakelijkheid inhoudt.
Art 16 GW: Geen feit is strafbaar dan uit kracht van een daaraan voorafgegane wettelijke strafbepaling:
je kan niet achteraf iemand strafbaar stellen, het moet al in de wet staan, anders is het niet strafbaar:
tot voor kort appen op de fiets.
Er zijn twee soorten strafbare feiten: overtredingen en misdrijven.
Weet hoe het strafproces is georganiseerd.
- Gewone rechter: strafechter
- Proces van de staat tegenover de verdachte
- Het OM OvJ vervolgt de strafbare feiten
- Verdachte wordt bijgestaan door raadsman
- Plaats voor het slachtoffer mag ook het woord voeren
Daarna volgt een vonnis (rechtbank) of een arrest (HR of Hof), dit kan zijn:
- Vrijspraak niet wettig en overtuigend bewijs
- Ontslag van rechtsvervolging strafuitsluitingsgronden (overmacht, noodweer etc.)
- Veroordeling wettelijk en overtuigend bewezen
.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sharondanique. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.59. You're not tied to anything after your purchase.