Uitgebreide samenvatting literatuur Clinical Decision Making (Nederlands)
19 views 3 purchases
Course
Clinical Decision Making
Institution
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Book
Judgment and Decision-Making
Nederlandse samenvatting van het boek: Kim, N. S. (2018). Judgment and decision making: In the lab and the world. London: Palgrave. Enkele termen staan in het Engels beschreven.
SUMMARY Thinking and Deciding - University of Groningen
All for this textbook (1)
Written for
Radboud Universiteit Nijmegen (RU)
Pedagogische Wetenschappen
Clinical Decision Making
All documents for this subject (1)
Seller
Follow
jasmijnhm
Content preview
Samenvatting literatuur - Clinical Decision Making
Hoofdstuk 1 – Introduction (Judgment and decision-making)
Why study judgment and decision-making?
- Uitzoeken hoe en waarom mensen de beslissingen nemen die ze nemen, is niet alleen
belangrijk vanuit het oogpunt van openbaar welzijn, maar ook voor ons persoonlijk terwijl we
ons leven leiden.
- ‘Applied problems’ (toegepaste problemen) – laten zien welke kwesties er echt toe doen
- Op een breed niveau is de studie van oordeelsvorming en besluitvorming ook een studie van
hoe we leven, hoe we onze manier van leven kunnen verbeteren en hoe we anderen kunnen
helpen hun manier van leven te verbeteren
Some seminal approaches to understanding judgment and decision-making
- ‘Cognitive illusions’ – systematische manieren waarop mensen fouten maken in hun
subjectieve oordelen.
- Tversky en Kahneman (1974) probeerden cognitieve illusies als bewijs te nemen voor hoe
oordelen en beslissingen normaal worden genomen.
- De focus kwam later te liggen op de beoordelingsfouten zelf (judgment errors), maar de
oorspronkelijke bedoeling van Tversky en Kahneman was om te laten zien dat mensen af en
toe een fout begaan (onder gemanipuleerde condities/omstandigheden om te laten zien hoe
mensen oordelen).
- Cognitive illusion: affect. Een mens kan zich positiever voelen over het één dan over het
ander, waardoor de keuze sterk beïnvloedt kan worden door affect.
o In alledaagse omstandigheden leidt het vertrouwen op ‘simple cues’, zoals
elementair positief affect, waarschijnlijk tot oordelen die acceptabel zijn
o Het punt van de literatuur is om te laten zien wanneer het gebruik van deze simple
cues tot verkeerde oordelen leidt.
- Fast-and-frugal approach (Gigerenzer et al.) – snel en zuinige aanpak. De nadruk ligt op hoe
het gebruik van mentale shortcuts adaptief is, hoe het dus leidt tot de beste balans van het
minimaliseren van de kosten van cognitieve verwerking en tijd en het maximaliseren van de
nauwkeurigheid van beslissingen.
o Er zijn een aantal systematische shortcuts/regels waarmee mensen beslissingen
lijken te nemen
o Daarnaast laten ze zien hoe mensen complexe beslissingen nemen, met relatief
weinig mentale inspanning
- Affect en fast-and-frugal approach laten zien hoe mensen complexe beslissingen maken
onder condities van onzekerheid, met beperkte tijd en met onze eigen cognitieve
beperkingen
- Wij hebben zelf dus cognitieve beperkingen, of computational capacity – er is een beperkte
hoeveelheid informatie die wij kunnen verwerken per keer.
o Wanneer we identificeren hoe mensen mentale shortcuts maken (en welke) om
beslissingen te nemen, dan helpt dit ons uit te leggen hoe we ondanks al deze
beperkingen door de wereld komen.
- Er is veel onderzoek naar deze mentale shortcuts geweest; hierdoor zijn er een heel aantal
geïdentificeerd. Daarnaast zijn er condities ontdekt waarbij deze shortcuts wel of niet
voorkomen.
o Om deze resultaten te organiseren, zijn er meerdere pogingen geweest om dit in een
framework te plaatsen
,Dual-process models
- Dual-process modellen bestaan uit theorieën die suggereren dat oordelen en beslissingen
over het algemeen worden uitgevoerd via twee verschillende soorten mentale processen
o System 1 verwijst naar snelle, intuïtieve, autonomie, emotie gedreven en/of niet
altijd bewust toegankelijke verwerking
o System 2 verwijst naar cognitief belastende, weloverwogen, seriële, gecontroleerde,
reden gestuurde en/of bewust toegankelijke processen
o Het idee is dat de meeste beslissingen, die worden genomen met mentale shortcuts,
onder System 1 processing vallen.
o Als we meer tijd hebben en nemen, kunnen deze beslissingen genegeerd worden
door meer gecontroleerde System 2 processing.
- Sloman (1996) suggereerde dat één systeem associatief (associative) van aard is; de
redenering in dit systeem is gebaseerd op gelijkenis en statistische informatie.
Het andere systeem is op regels gebaseerd (rule-based), dat vertrouwt op logische regels,
regels van de sociale of natuurlijke wereld of algoritmes die de ‘mind’ zou kunnen gebruiken
om beslissingen of oordelen te berekenen.
- Sloman (1996) beargumenteerde dat mensen zowel het associatieve en op regels
gebaseerde systeem van redenering gebruiken en dat deze systemen tegelijkertijd, binnen
dezelfde persoon kunnen werken. Ook kunnen beide dezelfde beslissing genereren, maar dit
hoeft niet zo te zijn. (Dit idee is tegenstrijdig met de ideeën die toen bestonden, er was of
een associative of een rule-based systeem).
- Stanovich en West (2000) merkten overeenkomsten binnen de verschillende modellen op en
stelden voor dat al deze modellen verwezen naar twee verwerkingssystemen – zij
introduceerden System 1 en System 2.
o Cognitive Reflection Test (CRT) was ontworpen om individuele verschillen te
ontdekken in de neiging om te vertrouwen op System 1 of System 2 verwerking bij
het redeneren
Kritiek op dual-process models (ondanks populariteit)
- Vaag en slecht gedefinieerd
- Na systematische en kritische reflectie, lijkt het onaannemelijk dat er twee aparte, ‘general-
purpose’ systemen zijn.
- Het is duidelijk geworden dat de voorgestelde attributen van elk systeem niet altijd samen
voorkomen (binnen 1 systeem)
- Ook lijkt het erop dat intuïtieve verwerking op regels gebaseerd kan zijn
Nieuwe voorstellen/theorieën
- Evans (2008) stelde voor dat het dual-process framework nog steeds ‘levensvatbaar’ (viable)
is, omdat er een paar gemeenschappelijke elementen in elk proces zijn die nog steeds terug
te vinden zijn in verschillende theorieën over twee processen
- Het bestaan van zulke elementen toont aan dat de twee processen fundamenteel van elkaar
verschillen
- Het ene type verwerking is meestal automatisch, niet-bewust en snel. Het andere is
opzettelijk, bewust en traag
- Hij stelde voor:
o Type 1 processing: intuïtief, automatische processen, gewoontes (kan zonder het
gebruik van het werkgeheugen)
o Type 2 processing: reflectief, abstract, hypothetisch, toekomst (afgezonderd van de
realiteit)
, Is gebonden aan het werkgeheugen en wordt verstoord onder cognitieve
belasting – oftewel kan niet goed werken als er een andere taak wordt
uitgevoerd in het werkgeheugen
- Evans en Stanovich (2013) stelden voor dat ‘basic affect’ (positieve of negatieve emoties)
geassocieerd is met Type 1 processing.
o Het idee is dat mensen vertrouwen op het basic affect als een cue tot een oordeel
(vaak automatisch)
- Meer complexe vormen van affect (interpretaties die mensen maken om hun affect uit te
leggen, zoals of het leidt tot schuld, schaamte etc.) worden geassocieerd met Type 2
processing.
Conclusies m.b.t. dual-process models
- Er is beweerd dat de theorieën over dual-process models geen theorieën zijn in traditionele,
empirische zin (omdat het niet is getoetst aan targeted experimenten)
- Ondanks dat, zijn dual-process models erg nuttig omdat ze systematische patronen vast
kunnen leggen tussen de vele onderzoeksresultaten in het veld, waardoor ook nieuwe
onderzoeksresultaten kunnen worden georganiseerd.
- Het algemene idee dat onze oordelen en beslissingen worden beïnvloed door zowel
onderbuikgevoelens als rationeel denken, is enorm overtuigend en moeilijk te negeren.
Major types of decision-making models
- Descriptive models proberen te beschrijven hoe mensen werkelijk oordelen en beslissen,
zonder noodzakelijkerwijs te zeggend at wat we doen goed of slecht is
Het vertelt ons dus wat mensen daadwerkelijk doen
- Normative models weerspiegelen optimale of ideale besluitvorming.
o Een normatief besluitvormingsproces moet logisch zijn, consistent zijn met eerdere
beslissingen en voorkeuren, en rekening houden met alle bekende relevante
gegevens
o Normatieve modellen weerspiegelen ook besluitvormingsprocessen die de persoon
het dichtst bij het bereiken van zijn/haar eigen doelen op lange termijn moeten
brengen
Vertelt ons wat het best zou zijn
- Prescriptive models bevelen een bepaalde manier aan waarop mensen zouden moeten
oordelen en beslissen; het kan al dan niet de normatieve manier zijn om beslissingen te
nemen, maar men denkt dat het een verbetering is ten opzichte van wat mensen momenteel
doen
o Prescriptieve modellen weerspiegelen vaak een compromis tussen normatieve en
beschrijvende modellen
Proberen een redelijke, realistische aanbeveling voor acties te doen. Schetsen
praktische manieren waarop we onze kennis van besluitvorming kunnen
gebruiken in het dagelijks leven om concrete verbeteringen aan te brengen
Hoofdstuk 2 – Availibility and representativeness
- Een belangrijk doel van onderzoek was om te ontdekken welke soorten informatie wij
gebruiken om oordelen te vellen, zeker wanneer er onzekerheden zijn, waarbij de
gebeurtenis in kwestie uniek genoeg is dat het moeilijk kan zijn om gebruik te maken van
bestaande gegevens om een kans te berekenen
- Tversky en Kahneman (1973, 1974) suggereerden dat we vaak geneigd zijn om te vertrouwen
op heuristieken (heuristics), of snelle en gemakkelijke vuistregels die we gebruiken om
oordelen te vellen onder omstandigheden van onzekerheid
, o Het toepassen van heuristieken kan veel efficiënter zijn dan het uitvoeren van
numerieke waarschijnlijkheidsberekeningen, vooral wanneer gegevens over het
verleden niet toegankelijk of relevant zijn
- Onder het raamwerk van dual-process modellen, kunnen we de heuristieken classificeren
onder Type 1 reasoning
- De invloed van heuristieken kan onder bepaalde omstandigheden opgeheven worden door
Type 2 reasoning toe te passen
The availability heuristic
- Availability heuristic: van een persoon wordt gezegd dat hij de beschikbaarheidsheuristiek
gebruikt wanneer die persoon de frequentie of waarschijnlijkheid inschat door het gemak
waarmee gevallen of associaties in gedachten kunnen worden gebracht
- Stel dat we proberen in te beoordelen hoe waarschijnlijk het is dat een bepaalde gebeurtenis
zal plaatsen, of hoe waarschijnlijk het is dat een uitspraak waar is – dan gaan we eerst kijken
hoe gemakkelijk het is om voorbeelden van die gebeurtenis of uitspraak in ons op te roepen
- Daarna maken we een ‘inferential leap’ (inferentiële sprong) – we concluderen dat hoe
gemakkelijker het is om voorbeelden in ons op te roepen, hoe waarschijnlijker het is dat de
gebeurtenis of bewering zal plaatsvinden of waar is
- De beschikbaarheidsheuristiek is eigenlijk een verkeerde benaming: beschikbaarheid wordt
traditioneel gebruikt om te verwijzen naar geheugensporen (memory traces) die bestaan in
de mind, terwijl toegankelijkheid verwijst naar hoe gemakkelijk men deze memory traces kan
terugvinden tot het bewuste/bewustzijn
- De beschikbaarheidsheuristiek lijkt de oordelen van mensen te verdraaien, zelfs als ze alle
informatie hebben ontvangen die nodig is om volledig nauwkeurig te zijn
- Tversky en Kahneman (1973) gebruikten een set-size judgment task. Het gaat erom dat
mensen moet inschatten hoeveel individuen in een bepaalde groep of categorie horen. In dit
geval ging het om het onthouden van lijsten met namen van bekende en niet bekende
mensen – waarbij de meesten de namen van de bekende mensen onthouden – daarnaast
moesten ze een set-size judgment task uitvoeren, waarbij ingeschat moest worden of er
meer mannen of vrouwen op de lijsten stonden. Mensen schatte de lijst met de bekendste
namen ook als het meest voorkomende geslacht
o Gezien deze gegevens, lijkt het erop dat frequentiebeoordelingen van mensen
gebaseerd lijken te zijn op het gemak of de frequentie waarmee ze de namen in
gedachten konden oproepen
- Een ander onderzoek van Tversky en Kahneman (1973) liet soortgelijke resultaten zien
o Hierin werd onderzoek uitgevoerd aan de hand van een relative frequency-of-
occurence judgment task, waarbij het de taak is om in te schatten hoe vaak een
gebeurtenis of item voorkomt ten opzichte van een andere gebeurtenis of item
o Hierbij ging het om de letters K, L, N, R en V – en of deze letters vaker voorkwamen
als eerste letter van een woord of als derde letter van een woord
o De hypothese van Tversky en Kahneman was dat mensen gebruik zouden maken van
de beschikbaarheidsheuristiek. Ze veronderstelden dat mensen de frequentie van elk
geval zouden beoordelen door te peilen hoe gemakkelijk ze woorden konden
bedenken die met een bepaalde letter begonnen, in tegenstelling tot hoe
gemakkelijk ze woorden konden bedenken die dezelfde letter bevatten in de derde
positie
- Er zijn verschillende follow-up studies gedaan naar de beschikbaarheidsheuristiek en in
hoeverre deze invloed had op andere oordelen. Zo bijvoorbeeld over de oordelen over het
zelf en de voorspellingen over de waarschijnlijkheid van verschillende soorten
gebeurtenissen in de eigen toekomst (deze worden sterk beïnvloed)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnhm. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.