- Overgang van traditionele naar moderne samenleving
- Gekenmerkt door snelle ontwikkelingen
Multidimensionele veranderingen
Basis
- Filosofisch: waardering van de rede
- Technisch: Industriële Revolutie
Moderne economie
- Mechanisch -> op grote schaal
Verstedelijking
- Rol van kapitalisme: mensen gaan arbeid verkopen
Frictie: welvaart of ongelijkheid?
Moderne politiek
- Bureaucratisering om ontstane eenheidsgebieden te kunnen organiseren
- Democratisering
- Sociale voorzieningen
Frictie: participatie of moderniteit
Moderne kennis
- Rationaliseren -> kennis baseren op wetenschap
Onttovering = verliezen van mysterieuze aspecten
Gaat hand in hand met secularisering
Frictie: Transparantie of verlies aan zingeving?
Moderne relaties en identiteit
- Individualisering
- Vrijheid in keuzes -> keuzestress
- Berekenender in relaties
- Urbanisatie -> diversiteit, heterogeniteit en tijdelijkheid van sociale relaties
- Veranderende familiestructuren
Frictie: zelfontplooiing of isolatie?
Verschillende fases: traditioneel, vroeg-, laat-/hoog- en postmodern
2. Alexis de Tocqueville (1805-1859)
- Geboren in een periode van modernisering (met vooral politieke veranderingen)
- Grondlegger van het liberalisme
- Studie van democratie in de VS -> wat gaat er goed en wat niet? (Soort etnografie)
Uitvinden hoe democratie goed vormgegeven kan worden (zodat het niet tot geweld
leidt)
- Geloof dat democratie en gelijkheid de toekomst waren voor de samenleving
,Gevaren van de democratie
- Gelijkheid kan leiden tot passiviteit, individualisme en desinteresse
Omdat alles voor je geregeld wordt
- Individualisering omdat aristocratische hiërarchie wegvalt
Afgestompte, passieve houding jegens de maatschappij/staat, niet als egoïsme
- Centralisatie omdat er geen machtige individuen meer zijn die kunnen optreden tegen de
centrale overheid
- Tirannie van de meerderheid = oplegging door meerderheid op minderheid
Aggressive levelling instinct = gedragen naar de meerderheid/hoe meerderheid wil dat je
je gedraagt
Remedies
- Decentralisering -> balans
- Civil society = maatschappelijk middenveld = verenigingsleven
Organisaties waar mensen met gedeelde belangen samenkomen die wel tegen de
centrale overheid kunnen ingaan
Rijke mensen hebben er belang bij met arme mensen samen te werken, en andersom
Revolutie
- Als hoge verwachtingen te ver van de realiteit liggen -> teleurstelling
- Als mensen hoogopgeleid zijn -> verwachtingen hebben van mogelijkheden -> niet gemeet,
dan revolutie
3. Karl Marx: (on)gelijkheid = macrotheorie
Marx was ervan overtuigd dat de wereld veranderd moest worden, niet alleen geïnterpreteerd, zoals
filosofen doen
Zowel wetenschapper als activist; normatief
Ging uit van een maakbaarheid van de samenleving
Kapitalisme
- Typisch modern verschijnsel: arbeidsdeling, interdependentie, techniek, nieuwe macht
- Complex geïntegreerd in de samenleving als systeem in alle dimensies
- Kapitalisme (macro) – arbeid/arbeiders relatie (micro)
Dialectiek (Hegel)
- Historische veranderingen verklaren door tegenstellingen op te lossen
In een idee zit al een antithese (tegenidee) die uiteindelijk frictie gaat opleveren met het
idee en die gaat leiden tot synthese (nieuw idee) als de spanning groot genoeg wordt,
waar vervolgens weer een antithese in zit, and so on
- Idealisme: dit gebeurt in ons hoofd -> niet kijken naar de materiële wereld
Materialisme (Feuerbach)
- Kritisch op filosofische, idealistische insteek van Hegel
Materialisme = bestuderen van tegenstrijdigheden in de echte wereld
Historisch materialisme (Marx)
, - Materiële dialectiek = methode
- Filosofische benadering van de ontwikkeling van de geschiedenis
- De groep met economische macht (dus echte, materiële relaties) hebben intellectuele macht
Onderbouw (productiewijze: productierelaties en -middelen) leiden en bepalen
verhoudingen in de bovenbouw (geheel van idealen en ideeën)
Bovenbouw houdt de onderbouw in stand en legitimeert haar
Veranderingen in de onderbouw drijven historische verandering langzaam
1. Vernieuwing in productiekrachten (door wetenschap of technologische vooruitgang)
2. Contradictie tussen nieuwe productiekrachten en bestaande productieverhoudingen
3. Crisis en conflict in de onderbouw (productieketen)
4. Onderbouw verandert
5. Bovenbouw verandert (langzaamaan nieuwe legitimering van nieuw systeem)
Voorbeeld: van feodalisme naar kapitalisme
Kritiek: Je moet niet in de materiële basis beginnen, maar in de dominante ideeën om
deze zo te vervormen dat nieuwe productieverhoudingen mogelijk zijn
Van kapitalisme naar communisme
- Marx analyseert het kapitalisme en legt contradicties daarin bloot
Sociale uitbuiting van arbeiders is nodig voor winst, maar als dat te ver gaat dan hebben
ze niets te verliezen, behalve hun ketens, dus dan werpen ze deze af
Ondergang van het kapitalisme
Communisme
Onderbouw: geen privébezit van productiemiddelen, gezamenlijke beslissing over
productie
Bovenbouw zal onderbouw gaan legitimeren: sterke nadruk op gelijkheid, geen liberale
vrijheden, solidariteitsprincipe en collectiviteit belangrijk, centralisering van overheid en
economie
- Idee dat er in communisme geen conflict verweven zit -> eindpunt
4. Karl Marx en Adam Smith: arbeidsdeling
Arbeidsdeling
- Opsplitsen van productieproces in verschillende delen + specialisatie in de gehele economie
(samenleving)
- Altijd, maar met extreme mate na de industrialisatie
- Sterk verband met globalisering -> geografische expansie
Voordelen
- Efficiëntie
- Hogere productiviteit
- Goedkoper
- Complexe, gestandaardiseerde diensten
Als gevolg van toename van specialisatie, besparen van wisseltijd, neiging tot innovatie
Adam Smith
- Voorvechter van liberale markteconomie
- Grondlegger van de (studie van de) klassieke economie
- Positief over arbeidsdeling; het is een proces waar we allemaal iets uit gaan halen (welvaart)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ecdp. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.02. You're not tied to anything after your purchase.