= de positie die het dier in normale omstandigheden ook aanneemt.
1.2. Benamingen in verband met ligging en richting
• Bij het gebruik van deze benaming moet je je steeds bewust zijn in welke regio
het te beschrijven lichaamsdeel ligt.
• Vele plaatsbepalingen zijn relatieve begrippen
• De linker en de rechterzijn de van een dier wordt dus altijd beschreven vanuit
een plaats gelegen achter het dier of dus vanuit het standpunt van het ier zelf
bekeken.
1.3. Romp
3 referentievlaktes:
• Longitudinale snede
= een verticale doorsnede die evenwijdig loopt met
de wervelkolom.
o Een mediane snede: verdeeld het dier in 2
symmetrische helften
o Een para mediane snede: een longitudinale snede die loopt die
evenwijdig loopt met de mediane snede → ligt dicht bij mediane
snede.
o Rechts: dexter
Links: sinister
o Mediaan: ligt in het mediaanvlak
o Mediaal: dichter gelegen bij of bij het mediaanvlak
Door Fien G.
, o Lateraal: verwijderend van mediaanvlak
- Ipsilateraal: twee structuren bevinden zich aan dezelfde zijde (vb.
linkerarm en -been)
- Contralateraal: twee structuren bevinden zich aan verschillende
zijdes. (vb. linker- en rechterarm of linkerarm en rechterbeen)
- Bilateraal: beide zijden zijn betrokken
- Unilateraal: één van beide zijdes
• Transverse snede:
= een verticale snede loodrecht op de wervelkolom doorheen de romp.
o Craniaal: gelegen naar de kop toe (schedel = cranium)
o Caudaal: gelegen naar de staart (staart = cauda)
• Horizontale snede:
= een horizontale snede dat het dier doorsnijdt evenwijdig met de
wervelkolom.
o Dorsaal: dichter gelegen bij of verlopend naar de bovenlijn van de
romp. (dorsum = rug)
o Ventraal: dichter gelegen bij of verlopend naar de ventraal lijn (venter
= buik)
Specifieke begrippen:
• Pariëtaal: naar de lichaamswand toe (wand = paries)
Visceraal: naar de ingewanden toe (ingewanden = viscera)
• Inwendig (internus) en uitwendig (externus)
• Diep (profundus) en oppervlakkig (superficialis)
1.4. Het hoofd
Voornamelijk dezelfde benamingen als voor de romp.
Uitzondering!
Rostraal i.p.v. craniaal
= dichter naar de snuit toe (snuit=
torstrum)
1.5. De ledematen
• Longitudinale snede
= een verticale doorsnede die
evenwijdig loopt met de
lengteas van het lidmaat
o Mediaal: dichter bij de
binnenzijde van het
lidmaat.
o Lateraal: dichter bij de
buitenzijde van het
lidmaat
Door Fien G.
, • Dwarse snede
= loopt loodrecht op de lengteas van het lidmaat
o Proximaal: dichter bij de romp
o Distaal: verder van de romp
• Horizontale snede
= een verticale doorsnede maar loodrecht gelegen op de longitudinale
doorsnede.
o Craniaal: gelegen aan de voorzijde van het lidmaat
o Caudaal: gelegen aan de achterzijde van het lidmaat
Uitzondering!
Voor de ondervoet (= het gedeelte distaal van de carpus/tarsus)
• Dorsaal (i.p.v. craniaal): naar de voorzijde van de voet.
• Palmair en plantair (i.p.v. caudaal): de achterzijde van de voorvoet of
achtervoet.
• Axiaal – abaxiaal: een plaats naar de as of in de as (axiaal) van de voet en
een plaats van de aslijn verwijderd (abaxiaal).
2. Topografische gebieden en oriëntatiepunten
Nederlandse benaming Latijnse benaming
1 Hoofd Caput
2 Hals Collum
3 Halsadergroeve Sulcus jugularis (2BD)
4 Keel Pharynx
5 Voorborst Pectus
6 Borstkas Thorax
7 Rug Dorsum
8 Schoft (paard) Regio interscapularis
9 Ribbenboog Arcus costalis
10 Lenden Regio lumbalis
11 Buik Abdomen
12 Flank
13 Flankgroeve
14 Lies Regio inguinalis
15 Liesplooi
16 Navel Umbilicus
17 Kruis Regio sacralis
18 Staart Cauda
19 Schouder Regio scalpuralis
20 Opperarm Brachium
21 Elleboog Regio cubiti
22 Onderarm Antebrachium
23 Voorvoet
24 Pols/voorknie (paard) Carpus
25 Teen Digitus
26 Heup Regio coxae
27 Bil Regio glutea
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller fiengoeminne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.64. You're not tied to anything after your purchase.