,Thema 30 college NG 1
De schildklier zit in de hals voor de trachea en onder de larynx, de
schildklier wordt ook wel Thyroid genoemd. De schildklier is een
endocriene klier die bestaat uit een linker en een rechter lobus
(kwab) en deze zijn verbonden door middel van de isthmus. De
isthmus is geen kwab, maar een verbindingsstuk. Een enkele keer
zie je boven de isthmus nog een extra lob, de lobus pyramidalis.
Op celniveau heb je follikels, dat zijn kringen. In deze cellen daarin zit het
schildklier eiwit thyreoglobuline en tussen de cellen zit het parofolliculaire
cellen, oftewel de C-cellen en die produceren calcitonine wat de
botafbraak remt. Calcitonine oftewel de parafolliculaire cellen verlagen
het calcium gehalte in het bloed.
Vanuit de bloedbaan komt jodium, dit jodium wordt de
cel door getransporteerd naar het thyreoglobuline, dit
gebeurd onder invloed van het hormoon TSH. Als het
jodium in contact komt met het thyreoglobuline dan
ontstaat er thyroxine (T4) en tri-jodothyronine (T3).
Dus aan het eind komt uit de cel T3 en T4 onder invloed
van het hormoon TSH. De afbeelding hiernaast is op
celniveau.
Terugkoppelsysteem:
• Hypothalamus produceert TRH
• Hypofyse produceert TSH
• Onder invloed van TSH wordt Thyroxine (T4) en tri-jodothyronine (T3) geproduceerd
• T3/T4 beïnvloedt Hypothalamus en Hypofyse
TSH wordt geproduceerd door de hypofyse, en de hypofyse staat
weer onder invloed van de hypothalamus. De hypofyse en de
hypothalamus zijn het hormoon besturingssysteem van het
lichaam. TSH gaat naar de schildklier, die gaat daardoor T3 en T4
produceren. Daar zit in een wisselwerking in. Te weinig T3/T4
productie wordt omhoog gegooid, te veel productie wordt geremd.
,Er zijn drie fasen waar het schildklierhormoon zich kan voordoen in het lichaam, dit is ingedeeld op
basis van de hoeveelheid schildklierhormoon, wil je de hoeveelheid weten dat moet er bloed geprikt
worden.
• Hyperthyreoïdie (Thyreotoxicose = vergiftiging van de schildklier) → Verhoogde concentratie
schildklierhormoon in het bloed.
• Euthyreoidie → Normale concentratie van schildklierhormoon in het bloed.
• Hypothyreoïdie → Verlaagde concentratie van schildklierhormoon in het bloed.
Indicaties schildklierscintigrafie:
• Oorzaak hyperthyreoïdie → M. Graves / Thryreoïditis / MNS / Toxisch adenoom
• Aantonen palpatoire afwijking → Diffuus / multinodulair / Solitair (heet/koud)
• Bepaling grootte en uitgebreidheid struma
• Aantonen ectopisch schildklier weefsel → weefsel wat voorkomt uit de embryonale fase wat
op andere plekken terecht gekomen is)
• Hypothyreoïdie niet als indicatie → de schildklierfunctie is verlaagd, daardoor is de schildklier
niet te zien. Want de jodium wordt niet gestimuleerd door de TSH.
Radiofarmaca schildklierscintigrafie:
99M
TC > Trapping: alleen anatomie (vorm/grootte) schildklier
• HVT: 6,02 uur
• Gamma emissie
• Doel: diagnostiek
123
I > Trapping (uptake) en organificatie: anatomie en functie
schildklier
• HVT: 13,2 uur
• Gamma emissie
• Doel: diagnostiek
131
I > Trapping en organificatie: anatomie en functie schildklier
• HVT: 8 dagen
• Bèta- en gamma emissie > de bèta component kan nog lokaal energie afgeven waardoor
cellen die je eigenlijk niet wilt hebben te veel schildklier cellen bijvoorbeeld die kun je door
middel van jodiumtherapie vernietigen.
• Doel: therapie
3
, Uitvoering van het onderzoek schildklierscintigrafie:
• Hoofd en detector recht, op de rug en head first
• Ketting af en kin omhoog
• Cobaltmarkering (jugulum / nodus)
• Bij LEHR: Zoom > retrosternale uitbreiding en/of ectopisch
schildklierweefsel
• Bij Pinhole: Let op vergrotingsfactor (vaste afstand)
• Uptakebepaling na 4 en 24 uur bij 123I scintigrafie
Postprocessing:
Beoordelen opname van het jodium in de schildklier;
• Diffuus (homogeen)
• Focaal (heet/hotspots) of (koud/coldspots)
• Vergroot
Berekenen uptake na 4 en 24 uur;
• Tekenen ROI op scan
• Berekenen van uptake
• Correctie voor verval 123I
Bepaling ROI:
• ROI zo krap mogelijk om de schildklier
• Neem evt. anatomische variaties mee in de ROI
• Maak inschatting van evt. vergroting d.m.v.
jugulummarkering of halscontour
Uptake berekening, correctie voor verval (activiteit op A0 moet bekend zijn in counts):
• At = A0 x 0,5 t/hvt
• At = A0 X 2 –t/hvt
• At = A0 x e –lambda x t
• Lambda = ln2 / hvt
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Jolein1. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.98. You're not tied to anything after your purchase.