1. Inleiding
⇒ Diabetes Mellitus (DM) is een verhaal van glucose en insuline waarbij er
een verstoord evenwicht is tussen de opname glucose en
productie/secretie insuline.
Diabetes type 1: juveniele diabetes
Diabetes type 2: ouderdomsdiabetes
Zwangerschapsdiabetes
MODY: maturity onset diabetes of the young
LADA: latent auto-immune diabetes of the adults
Verschillende ontwikkelingen in diagnostiek, controle en
behandeling
Stijging van aantal patiënten
2. Insuline, de sleutel tot het slot
⇒ Insuline wordt aangemaakt in de bètacellen in de eilandjes van
Langerhans, in de pancreas. Het bereikt via het bloed de lichaamscellen
en kan verbinden met een receptor, waardoor glucose kan binnengaan en
kan dienen als een energiebron.
3. Epidemiologie
Wereld: 463mil patiënten (20-79j) in 2019 en >1,1mil kinderen
Europa: 8,5% van de volwassenen populatie en in 2035 >10% in
sommige regio’s
België: 1/12 volwassene en 1/2 mensen weet het niet
Grijze zone: 6,5% van de volwassenen heeft gestoorde
glucosetolerantie of prediabetes en lopen risico diabetes type 2 te
krijgen
4. Wat is diabetes?
⇒ Stoornis in de stofwisseling waarbij glucosegehalte in bloed stijgt door
tekort aan insuline of dat het niet goed reageert op de aanwezige insuline
(resistentie)
, Hyperglycemie: verhoogde gehalte glucose in bloed door tekort of
resistentie
Diabetes mellitus (honingzoete doorloop): te kort glucose in cellen
(hypo), te veel in plasma (hyper) of te veel glucose verloren via pipi
(urine smaakt zoet)
4.1 Werking van insuline en glucagon
4.1.1 Insuline
⇒ Wordt aangemaakt in pancreas en is een polypeptide uit aminozuren.
Het zorgt voor de glucosehomeostase door insuline en glucagon te
regelen en het houden van de normowaarden.
Glucose is, naast vetzuren, een bron van energie na omzetting naar
ATP voor de hersencellen en rode bloedcellen is dit de enige
energiebron
Bij glucoseopname is er insulineproductie en secretie
Door insuline verlaagt de glycemie door:
o Transport naar cellen versneld
o Insuline opent de cellen zodat ze de glucose kunnen opnemen
via insuline gemedieerde glucosetransporters
o Opslag en verbruik van glucose bevorderd:
Glycogeensynthese: opstapeling reserve glucose in
vorm van glycogeen in lever en spieren
Lipogenese: vorming vetten vanuit glucose, overtollige
wordt omgezet in glycerol en komt in vetdepots
Eiwitsynthese en opname aminozuren
o Insuline remt ook andere processen tegen verhoging glucose:
Afremmen gluconeogenese uit vetten (glycerol + VZ) en
eiwitten (vrijkomen AZ tot glucose)
Remt glucosesecretie ui pancreas
4.1.2 Glucagon
⇒ Glucagon gaat glycemie verhogen bij bv. vasten of bij een
hypoglycemie
Ook groeihormoon, cortisol en catecholaminen zijn anti-insuline
hormonen en verhogen de waarden (curve in ziekenhuis)
Glucagon stimuleert endogene glucoseproductie (EGP) door
afbraak leverglycogeen naar glucose en vrijzetten in bloed
Lever kan uit glycerol, lactaat en aminozuren glucose aanmaken
, Door glucagon wordt afbraak vetweefsel bevorderd dat vrije
vetzuren (wordt geoxideerd met productie ATP) en glycerol
(glucose) uit triglyceriden komen
5. Soorten diabetes
5.1 Diabetes mellitus 1 (jongerendiabetes –
juveniele)
Pathogenese: auto-immuunziekte waardoor eigen bèta-cellen als
vreemd worden beschouwd en vernietigd. Dus afname van insuline-
productie en stilvallen ervan. Met absoluut insulinetekort.
o Meestal ontwikkeling op jonge leeftijd
Risico’s: virale infecties, nutritionele factoren, omgeving zoals
luchtvervuiling
Wanneer? Pas wanneer 90% vd bèta-cellen in pancreas vernietigd
is, 10% blijft achter en kan kleine hoeveelheid insuline afgeven maar
ook dit valt uit.
Behandeling: injecteren insuline of insulinepomp (in begin minder
insuline nodig door eigen kleine voorraad – honeymoonfase)
Symptomen:
o Polyurie: door te hoge waarden, de nier houdt de glucose
vast en als de glucosegrens (nierdrempel ± 180mg/dl) is
bereikt dan laat de nier het los in de urine (= glucosurie). De
glucose neemt water mee waardoor ze vaak veel moeten
plassen.
Ouderen hebben hogere grens ± 250mg/dl en kan zijn
dat erbij zelfs ± 180mg/dl geen glucosurie is
Zwangere vrouwen hebben lagere grens en kan in urine
zitten bij een laag aantal glucose in bloed
o Polydipsie: door polyurie komt er polydipsie (dehydratatie)
en kan de mens wel zo’n 6-8L per dag drinken en plassen heel
veel. Bij drinken van frisdrank wordt dit erger (hogere
glycemie – meer glucose door nieren – meer glucose in urine)
Vermoeidheid en spierzwakte: doordat glucose niet
meer de energiebron wordt + spierafbraak doordat AZ-
energiebron wordt
Vermageren: door het glucoseverlies in urine ook
verlies van energie (calorieën) + door tekort insuline
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller marthevanhulle. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.93. You're not tied to anything after your purchase.