1.8 een andere indeling: hoofd, hart, handen......................................................................9
Hoofdstuk 2 niveaus in groepen............................................................................................11
2.1 inhoud en betrekking...................................................................................................11
2.2 het inhoudsniveau – wat doet de groep?.....................................................................11
2.3 het procedureniveau – hoe werkt de groep aan de taak?............................................12
2.4 het interactieniveau – manier waarop men met elkaar omgaat....................................12
2.5 het bestaansniveau – wat speelt er af in het innerlijk van een deelnemer van een groep
.......................................................................................................................................... 13
2.6 het context niveau – context van de deelnemers zelf (sociale, culturele en historische
achtergronden)..................................................................................................................14
Hoofdstuk 3 groepsvorming en groepsontwikkeling..............................................................15
3.1 groepen en collectiviteit (Sarte)...................................................................................15
3.2 motieven voor groepsvorming......................................................................................15
3.3 visie op groespontwikkeling.........................................................................................15
1. het lineaire model.......................................................................................................16
2. Het spiraal model.......................................................................................................16
3. Het polariteitenmodel.................................................................................................16
3.4 waarde en beperking van deze modellen....................................................................16
3.5 theorieën van groepsontwikkeling................................................................................17
8.4. Feedback en de onderstroom.....................................................................................47
8.5. Regels voor feedback.................................................................................................47
8.6. Het Johari-venster......................................................................................................48
8.7. Positieve en negatieve feedback?..............................................................................49
5
,Hoofdstuk 1 een eerste verkenning
1.1 het ontstaan van de groepsdynamica
Er zijn verschillende benaderingen bij het verklaren van groepsgedrag;
1. Psychologische benadering: gedrag wordt benaderd als een individueel
verschijnsel. Het gedrag komt vanuit de persoon zelf. Denk aan persoonlijke
motieven, gevoelens en gedachten.
2. Latere inzichten: het gedrag wordt op meerdere manieren sterk beïnvloedt door
omgevingsfactoren (sociale omgeving).
Door groepen waartoe hij vroeger behoorde (denk aan het gezin of
opvoedsituatie)
Socialisatieproces: vindt plaats in zogenoemde primaire groepen. De vroegere en huidige
groepslidmaatschappen bepalen in belangrijke mate ieders identiteit.
De eigen manier van denken, waarnemen, voelen en reageren, en de eigen
waardenopvattingen en normen zijn niet zo individueel en uniek als we denken. De sociale
invloeden op elk individu zijn sterk medebepalend door maatschappelijke omstandigheden.
Antropocentrisme: neiging tot het centraal stellen van zichzelf en eigen positie. Dit kan een
hindernis vormen voor zicht op groepsprocessen.
Kijken met een dubbele bril: aandacht voor de individuele, interne processen en aandacht
voor de bewegingen in de groep waarin dat gedrag plaatsvindt en de context van de groep.
1.3 De betekenis en kracht van groepen
Betekenis van groepen (positief):
- Steun aan elkaar
- Binding (erbij horen)
- Een gezamenlijk doel nastreven
- Verantwoordelijkheden delen etc.
6
,Groepen kunnen destructief zijn: negatieve kracht
- Pesten
- Machtsmisbruik
- Emotionele chantage
- Besluiteloosheid etc.
1.4 groepsdynamica als brug tussen individu en maatschappij?
Norbert Elias (1982): typeerde het mensbeeld als de ‘homo clausus’ (gesloten
persoonlijkheid):
In dit individualistische mensbeeld wordt de mens opgevat als een gesloten persoonlijkheid.
Zijn eigen zelf ofwel zijn ‘ware ik’. Op deze manier lijkt het individu buiten de maatschappij te
bestaan.
Sinds de renaissance:
Het denken in termen van de individualisering is sterk toegenomen. De westerse wereld
ontwikkelde zich tot een ik-gerichte cultuur: persoonlijk geluk, zelfontplooiing en succes.
Wij-cultuur (het mediterrane gebied en daarbuiten): opvoeding is sterk groepsgericht en het
kind leert zich te gedragen naar de sociale situaties en de rollen die het in zijn groep moet
vervullen. Waarden als: respect, plicht, eergevoel en beleefdheid.
1.5 wat zijn groepen eigenlijk
groepen zijn er in verschillende soorten:
- primaire groepen: groepen die onze sociaal-emotionele behoeften bevredigen
(gezin en vriendengroepen)
- secundaire groepen: groepen die tegemoetkomen aan onze belangen en rationele
behoeften (taakgroepen en werkgroepen)
7
, 1.6 wat kenmerkt een groep?
Een kleine groep: minder dan 20 personen
Wat kenmerkt een groep?
1. Directe contactsituatie: een groep als een verzameling individuen die in een
bepaalde context meer interactie met elkaar hebben dan met anderen daarbuiten.
Bijv. binnen een bedrijf vormen de mensen die aan een bepaalde taak samenwerken
een groep om dat ze meer met elkaar gemeen hebben.
2. Groepsbewustzijn: een groep wordt gedefinieerd als een aantal mensen dat zichzelf
als eenheid waarneemt en die macht heeft om gezamenlijk tegenover de omgeving te
handelen. De leden zijn bewust van hun lidmaatschap (deel van hun identiteit).
3. Motivatie: mensen worden lid van een groep vanuit een bepaald belang of
persoonlijke behoefte.
Bijv. een leerling zit op school in een klas om een diploma te halen.
4. Doelstelling: houdt verband met motivatie. Individuen worden lid van een groep om
een gemeenschappelijk doel te bereiken. groepen zijn eenheden van twee of meer
personen, die met een bepaalde bedoeling met elkaar omgaan en die dit contact
zinvol vinden.
5. Structuur: Mensen hebben groepswaarden en groepsnormen zodat het gedrag van
de individuele deelnemers gereguleerd wordt in het belang van de groep.
Groepsleden staat ten opzichte van elkaar, in bepaalde rol- en statusrelaties en
hebben groepswaarden en normen, waarmee het gedrag van de leden gereguleerd
wordt in zaken die van belang zijn voor de groep.
6. Interdependentie: Mensen in een groep zijn verbonden met elkaar omdat ze
samenhangen met elkaar. Wederzijdse betrokkenheid.
7. Interactie: bepaalde vorm van wederzijdse betrokkenheid. Een aantal personen die
over een bepaalde periode regelmatig contact heeft met elkaar. de groep moet klein
genoeg zijn om elk individu ervan in staat te stellen. Vormen van interactie:
o Verbale interactie
o Lichamelijke interactie
o Emotionele interactie etc.
8
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through EFT, credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying this summary from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller saschabrakenhoff. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy this summary for $7.93. You're not tied to anything after your purchase.