100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Materieel Strafrecht $6.88
Add to cart

Summary

Samenvatting Materieel Strafrecht

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van het vak Materieel Strafrecht. Aan de hand van de hoorcolleges, zelfstudievragen en de werkcolleges.

Preview 3 out of 26  pages

  • October 20, 2022
  • 26
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Materieel strafrecht

Week 1  beginselen, straftheorieën en de structuur van het
strafbare feit
De Zwarte Ruiter
Zwarte Ruiter pleegde veel roofovervallen. Krijgt 15 jaar gevangenisstraf plus TBS. TBS krijgt hij
omdat hij verminderd toerekeningsvatbaar is.
- De toegemeten sancties
- Straf naar de mate van schuld?

Aard en functie(s) materieel strafrecht
Het materiële strafrecht regelt het volgende:
1. Welke gedragingen strafbaar zijn en onder welke omstandigheden;
2. Waaruit de straffen bestaan (zie het sanctiestelsel oftewel het geheel van straffen en
maatregelen);
3. Onder welke voorwaarden het strafrecht mag worden toegepast.

Het hoofddoel van strafrecht is het voorkómen van eigenrichting. De achtergrond hiervan is het
maatschappelijk contract-denken.

Onderwerp 1: Wat is de functie van het materiële strafrecht?
(1) Rechtsbescherming
- Rechtsbescherming van rechtsgoederen tegen inbreuken op rechten en vrijheden van
burgers door anderen.
- Rechtsbescherming van een (potentiële) verdachte tegen inbreuken op rechten en vrijheden
door de overheid.
- Het uitgangspunt is dat het particuliere belang van het slachtoffer niet voorop staat. Het
betreft immers publiekrecht. Dit betekent dat het in eerste instantie gaat over de
bescherming van de samenleving en de rechtsorde. Het is wel zo dat het belang van het
slachtoffer een steeds prominentere rol inneemt binnen het strafrecht (zie onderwerp 5).
(2) Instrumentaliteit
- Strafrecht wordt als middel ingezet om criminaliteit te bestrijden.
- Naarmate het strafrecht instrumenteler wordt, grijpen we steeds eerder en sneller naar
strafrechtelijke aansprakelijkheid.

Er dient een evenwicht te zijn tussen de rechtsbescherming en instrumentaliteit. Meer rechten en
waarborgen voor een verdachte kan namelijk leiden tot minder bescherming van rechtsgoederen.
Vice versa kan toenemende instrumentaliteit leiden tot verkorting van rechtsbescherming van de
verdachte tegen de overheid. Afgelopen decennia vond er een verschuiving plaats naar een meer
instrumenteel strafrecht. Het vinden van een balans tussen rechtsbescherming enerzijds en
criminaliteitsbestrijding anderzijds, blijft een terugkomend dilemma in het materiële strafrecht.

Onderwerp 3: Het ultimum remedium-karakter van het strafrecht
De strafrechtscultuur reageert terughoudend met straffen. Het strafrecht moet gezien worden als
uiterst redmiddel: ultimum remedium.

,Onderwerp 4: De verschillende richtingen en hun rechtvaardiging van het
strafrecht

1. Rechtvaardigingstheorieën I: retributivisme
Vergelding als grondslag straf
- Absolute theorie: rechtvaardiging los van effecten (quia peccatum)
- Bestraffing van schuldigen is verdiend en daarmee intrinsiek goed
- Proportionaliteit van de straf
- Herstel van een balans
- Retrospectieve oriëntatie  Terugkijken op de gedraging

Twee varianten van retributivisme
- Positief: schuldige moet gestraft worden voor rechtvaardigheid.
- Negatief: alleen schuldige mag (niet: moet) worden bestraft

2. Rechtvaardigingstheorieën II: utilitarisme/consequentialisme
- Verwacht nut als grondslag straf
- Relatieve theorie: rechtvaardiging gebonden aan effecten (ne peccetur)
- Straf is geen ‘recht’ maar een instrument voor toekomstig doel
- Prospectieve oriëntatie  Vooruit kijken, welk doel moet in de toekomst gerealiseerd
worden.

Strafdoelen:
- Generale preventie  Ervoor zorgen dat andere mensen ook geen strafbaar delict plegen.
- Speciale preventie  Ervoor zorgen dat de dader zelf het delict niet nog eens pleegt.
- Rehabilitatie
- Incapacitatie  iemand weghalen uit de samenleving. Je beoogt daarmee de samenleving te
beschermen van strafbare feiten. Rijverbod is ook een vorm van incapacitatie.
- Beveiliging

3. Rechtvaardigingstheorieën III: verenigingstheorieën
Nadelen van ‘puur’ retributivisme en utilitarisme.
In Nederland gaan we tegenwoordig uit van de verenigingstheorie. In deze theorie wordt een hard
onderscheid gemaakt tussen de rechtsgrond enerzijds en het doel van het strafrecht anderzijds. De
rechtvaardiging voor de straf is in deze gemengde theorie de vergelding. Het biedt echter ook
bescherming aan de verdachte vanwege ‘de proportionaliteit in relatie tot de ernst van het verwijt
dat hem daarvan mag worden gemaakt’. Dit geeft handvatten aan de rechter bij de oplegging van de
straf. Verschil met de Moderne Richting is dat de doelen nooit boven de grens van vergelding uit
mogen komen; er mag dus niet disproportioneel worden gehandeld naar een bepaal doel. De rechter
kan dus verschillende doeleinden beogen (voorbeeld: gedragsbeïnvloeding en generale preventie),
maar wel binnen de gegeven grenzen.

Twee spiegelbeeldige varianten:
- Utiliteit als algemene rechtvaardiging, aangevuld met negatief retributivisme
- Vergelding als algemene rechtvaardiging, afgezwakt met utilitaristische overwegingen

Onderwerp 5: De Utrechtse School
Willem Pompe heeft de Utrechtse School geïnitieerd, hetgeen een grote invloed op de Nederlandse
strafrechtspleging heeft gehad. Gesteld kan worden dat de Utrechtse School ervoor heeft gezorgd

, dat de persoon des daders meer centraal komt te staan (humanisering) en aldus heeft bijgedragen
aan een vermildering van het Nederlandse strafklimaat in de zin van de detentiesituaties.

Onderwerp 7: Het strafrechtelijk legaliteitsbeginsel
Het legaliteitsbeginsel omvat zeven deelnormen: lex certa, strikte interpretatie, verbod van analogie,
lex scripta, verbod van terugwerkende kracht, nulla poena-regel en de noodzaak om de wet te
kennen.
1. Lex certa (een duidelijk geformuleerde delictsomschrijving)
De wet moet duidelijk zijn in zijn bewoordingen. Voor de wetgever in het strafrecht is het
echter van belang zo min mogelijk bestanddelen in de delictsomschrijving op te nemen, want
elk bestanddeel moet door het OM in de tenlastelegging worden gesteld, met bewijs worden
gestaafd en door de rechter bewezen worden verklaard.
2. Strikte interpretatie (gebondenheid van de rechter aan de wettekst)
De betekenis van delictsomschrijvingen zijn niet altijd onmiddellijk duidelijk. In die gevallen
moet de rechter de wet interpreteren, waarbij hij wel strikt gebonden blijft aan de tekst van
de wet.
a. Grammaticale interpretatie
b. Wetshistorische interpretatie
c. Wet systematische interpretatie
d. Teleologische interpretatie
e. Functionele interpretatie
3. Verbod van analogische wetsinterpretatie
Analogie houdt in dat uit een bestaand wettelijk voorschrift een grondregel gedestilleerd en
toegepast wordt op een geval dat strikt genomen niet onder dit voorschrift valt, maar dat
niet essentieel verschilt van een geval waarvoor het voorschrift bedoeld is te gelden. Dit is
niet toegestaan.
4. Lex scripta
Deze deelnorm houdt in dat de gewoonte geen directe bron is van strafrecht. Slechts de
geschreven wet en meer specifiek de geschreven wet in materiële zin mag een bron van het
strafrecht zijn.
5. Verbod van terugwerkende kracht
Dit verbod ligt besloten in art. 1 lid 1 Sr. Dit artikel stelt dat strafbepalingen vooraf moeten
gaan aan het gepleegde strafbare feit. Het feit kan dus enkel strafbaar zijn als reeds een
dergelijke wettelijke strafbepaling bestond.
6. Nulla poena-regel
De rechter is gebonden aan de wet. Er mogen geen onbekende straffen of straffen die het
wettelijke maximum te boven gaan, worden opgelegd.
7. Noodzaak de wet te kunnen kennen
Op grond van art. 88 Gw kunnen wetten pas in werking treden wanneer zij op bij de wet
geregelde wijze bekend zijn gemaakt.


Het legaliteitsbeginsel heeft verschillende dimensies:
- Constitutionele dimensie
Dit betreft de taakverdeling tussen de rechter en de wetgever (machtenscheiding). De rechter mag
namelijk niet zelf strafbaarheid creëren, maar heeft daarvoor een wettelijke grondslag nodig.
- Rechtsbeschermende dimensie
Dit betreft de individuele rechtszekerheid. De burger moet weten voor welke gedragingen onder
welke omstandigheden hij strafbaar zal zijn. Zo kan hij zijn gedrag daarop afstemmen. Het
uitgangspunt van het Europese Hof is dat de wet toegankelijk en voorzienbaar moet zijn.
- Generaal-preventieve dimensie

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller moniquehilhorst. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $6.88. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48298 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$6.88
  • (0)
Add to cart
Added