Paragraaf 1. Idee en oorsprong van de rechtsstaat
Democratische rechtsstaat (!): geeft regels voor burgers en rechtsstaat
De overheid treedt op als de burgers geweld gebruiken: maar de overheid mag niet
alles
Enerzijds hebben de burgers inspraak in politieke kwesties dmv vrije verkiezingen;
anderzijds worden burgers beschermd tegen de machthebbers
Absolute macht: Feodale koningen konden naar willekeur regeren: L’état c’est moi.
De macht van de staat kwam aan hem (Lodewijk XIV) toe.
Franse revolutie maakte een eind aan absolute macht. In NL zijn koningen in een
constitutionele monarchie gebonden aan de grondwet.
Sociaal contract (Rousseau) in een rechtstaat: tussen burgers en overheid. Als de
burgers zich eraan houden dan beschermt de overheid ze.
Rechtstaat bindt bestuurders aan maat en regel: ze zijn gebonden aan regels voor
bijvoorbeeld straf zonder tussenkomst van een onafhankelijke rechter (maat)
Montesquieu: Vond dat tegenover de macht van de koning een door het volk
gekozen parlement moest komen dat de wetten maakt.
trias politica: scheiding der machten
1. Wetgevende macht
2. Uitvoerende macht:
3. Rechtsprekende macht:
Mensenrechten:
- UVRM: universele verklaring van de rechten van de mens (Door VN in 1948)
ook wel morele grondwet van de wereld genoemd (zie hfdst 9)
- EVRM: Europees verdrag van de rechten van de mens (1950)
Belangrijke rol in de verbetering van de mensenrechten. De mensenrechten zijn in de
grondwet vast gelegd: grondrechten: rechten die zo fundamenteel zijn voor de
vrijheid dat ze in de grondwet zijn vastgelegd.
Rechtstaat: daar waar mensenrechten worden bewaakt. Het is een heerschappij van
regels maar die regels worden wel uitgevoerd door mensen van de overheid (kan wel
eens iets mis gaan)
De waarden en normen van de rechtstaat vormen de minimale binding die burgers
en groepen hebben. De rechtstaat is de grondslag voor de parlementaire democratie,
de verzorgingsstaat en de pluriforme samenleving.
Waarden à normen à wet
, Paragraaf 2. De grondwet en de grondrechten
Grondwet (=constitutie) in Nederland: Doel: bindend middel in een pluriforme
samenleving. Verder als doel:
- beperking van de macht van de staat en vrijheid van burgers garanderen
- undamentele rechten van burgers vastleggen
- eenheid van staat uitdrukken
- organisatie van de belangrijke organen van de staat
1806 Ne wordt constitutionele monarchie
1814 eerste grond wet
In 1848 (Thorbecke): grondwetswijziging: hierdoor gaf koning macht uit handen en
werd er door ministers geregeerd
Censuskiesrecht: alleen mannen mogen kiezen die directe belastingen betalen
1. Klassieke grondrechten (kenmerk= houden een beperking in van de
bevoegdheden van de overheid tov de burgers) : 1) vrijheidsrechten,
godsdienstvrijheid, vrijheid van meningsuiting – 2) gelijkheidsrechten
(iedereen is gelijk) – 3) politieke rechten (kiesrecht) (bron 5 blz 33 tekstboek!)
één is niet belangrijker dan andere.
2. Sociale grondrechten sinds 1983: zorgplicht vsan de overheid tov de burger
(recht op onderwijs – werkgelegenheid – volksgezondheid –
woongelegenheid, welvaart)
Verschillen klassieke en sociale grondrechten
Klassieke: overheid is passief
Sociale: overheid heeft zorgplicht= is actief maar burgers kunnen ze niet bij de
rechter afdwingen
Horizontale ( verhoudingen tussen burgers onderling; botsende grondrechten komen
hierin voor) en verticale werking (verhouding burgers en overheid) grondwet
Botsende grondrechten: grondrechtelijke belangen van de burgers botsen met elkaar
(roddelblad wat alles publiceert op basis van persvrijheid. )
Botsende grondrechten voorkomen door:
- Rangorde aan te brengen in grondrechten (wil men niet vanwege wisselende
voorkeuren door de tijd heen)
- Toetsing van grondrechten door rechter laten doen
: beoordeling in Europees verband.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller tjmschelling. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.78. You're not tied to anything after your purchase.