100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie $7.57   Add to cart

Summary

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

 2 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Deze samenvatting is een combinatie van aantekeningen uit de les en aantekeningen uit het boek: Thema's Maatschappijleer voor VWO. Het gaat over het thema Parlementaire democratie, met onderwerpen als politiek, democratie, ideologieën, soorten partijen, verkiezingen, de regering, invloed op politi...

[Show more]

Preview 3 out of 17  pages

  • October 20, 2022
  • 17
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 6
avatar-seller
Maatschappijleer Parlementaire democratie

Hoofdstuk 1
Wereld bedekt met staten
 In 1648 werd de Vrede van Münster (Vrede van Westfalen) gesloten.
Doel: godsdiensttwisten en oorlogen voorkomen.
 Dit kon alleen door staten soevereiniteit te geven.  Wanneer een staat op een bepaald gebied
met duidelijke grenzen het hoogste gezag uitoefent en het monopolie op gezag heeft.
 Thomas Hobbes (17e-eeuwse filosoof) beschreef ook het belang van soevereiniteit. Burgers kon “a
poor, nasty, brutish and short life” worden bespaard.

Politiek
Politiek  Het maken van keuzes waaraan allen in een staat zijn gebonden.
De politiek maakt overheidsbeleid en voert dit beleid uit om maatschappelijke problemen op te lossen. De
politiek houdt zich bezig met het algemeen belang, omdat veel mensen er nu of later mee te maken
krijgen.

Dilemma
Het nemen van politieke besluiten kost veel tijd. Dit laat een groot dilemma van de politiek zien. Kiezen we
voor:
 Snel, daadkrachtig en efficiënt besturen
 Of voor een maximale participatie van burgers in de politiek (burgers meer invloed)

Democratie
 De Griekse oudheid kent de eerste vorm van een directe democratie.
Directe democratie: Burgers  kiezen Wetten / besluiten
Indirecte democratie: Burgers  kiezen Volksvertegenwoordigers  kiezen Wetten /
besluiten
 De naam democratie komt van de Griekse woorden: démos (volk) en kratein (regeren).

Representatie democratie
 Nederland kent een representatieve democratie.  Het volk kiest de volksvertegenwoordigers die
met een zekere regelmaat bij verkiezingen aan de bevolking verantwoording moeten afleggen.
 Voordelen:
 Er hoeft niet door de hele bevolking over elk onderwerp gestemd te worden.
 Verschillende instituties controleren elkaar (trias politica).
Andere kenmerken:
 Er is individuele vrijheid (bijv. vrije meningsuiting).
 Er gelden politieke grondrechten (bijv. kiesrecht en recht om een partij te beginnen).
 Politie en leger hebben beperkte bevoegdheden.
 De rechtspraak is onafhankelijk.
 Er is persvrijheid.
 Minderheden worden beschermd.

Parlementaire of presidentiële stelsel
Binnen landen met een representatieve democratie maken we onderscheid tussen parlementaire en
presidentiële stelsel.
Kenmerken parlementair stelsel:
 Gekozen parlement is hoogste orgaan.
 Uitvoerende macht wordt gekozen door parlement en moet verantwoording afleggen aan
parlement.
 Staatshoofd is meestal niet gekozen en heeft beperkte macht.
 Constitutionele monarchie  Landen met een koning(in) als staatshoofd, wiens macht wordt
beperkt door de grondwet.
Kenmerken presidentieel stelsel:
 Volk kiest parlement én president.
 President heeft veel politieke macht.
 President is hoofd van de regering en kan ministers benoemen en ontslaan.
 Om macht te beperken heeft de president meestal niet het ontbindingsrecht: het recht om het
parlement te ontbinden.

,Democratie vastgelegd in de grondwet
In de grondwet zijn vastgelegd:
 De taken en bevoegdheden van de drie machten.
 Politieke grondrechten.
 Regels voor politieke besluitvorming.
 Media zijn vrij en de overheid moet ervoor zorgen dat ze over de juiste informatie beschikt.

Parlementaire democratie
De regels voor de politieke besluitvorming liggen vast, bijvoorbeeld:
 De Tweede Kamer wordt direct gekozen.
 Verkiezingen zijn geheim.
 De regering en de Staten-Generaal (Tweede en Eerste Kamer) maken samen de wetten.
Er zijn vrije media:
 Journalisten bepalen zelf waar ze over berichten en op welke manier ze dat doen.
 De overheid moet er zelf voor zorgen dat de media over de juiste informatie kan beschikken
(WOB).

Dictatuur
In vrijwel alle dictaturen is er sprake van schending van mensenrechten en politiek geweld.
 Spanje, Portugal en Griekenland: dictatuur tot in de jaren 70.
 Veel Oost-Europese landen werden pas na de val van de muur in 1989 democratisch.
Dictatuur  Staatsvorm waarbij de drie machten niet gescheiden zijn, maar in handen van een kleine
groep mensen zijn.
Kenmerken:
 Een machtenscheiding ontbreekt.
 Beperkte individuele vrijheid: grondrechten worden niet gerespecteerd.
 Nauwelijks politieke vrijheid: Er is sprake van verkiezingsfraude. Oppositiepartijen zijn
verboden.
 Overheidsgeweld. Leger en politie zijn machtig.
 Geen onafhankelijke rechtspraak.
 Er bestaat geen vrije pers.
 Censuur.
 De regering kan snel en efficiënt politieke besluiten nemen.

Soorten dictaturen
In een dictatuur vindt plaats. Sommige landen hebben zowel dictatoriale als democratische kenmerken.
Zoals Rusland en Turkije. Niet alle dictaturen zijn hetzelfde, we maken onderscheid tussen ideologische,
religieuze en militaire dictaturen.
Ideologische dictaturen  Bijvoorbeeld gericht op het communistische gedachtegoed.
Voorbeeld: Noord-Korea. Er vindt indoctrinatie plaats. De bevolking krijgt de partijideologie met de
paplepel ingegoten.
Religieuze dictatuur  Ook wel theocratie genoemd. Dictatuur waar wetgeving door religie wordt
ingegeven. Voorbeeld: Iran.
Militaire dictatuur  Dictatuur waarbij de macht duidelijk bij het leger ligt. Voorbeeld: Myanmar (Birma).

, Hoofdstuk 2
Ideologieën
Ideologie  Een samenhangend geheel van de denkbeelden over de mens en de gewenste inrichting van
de samenleving.
Een ideologie heeft standpunten over:
1. Waarden en normen.
2. Sociaaleconomische verhoudingen. Hierin onderscheiden linkse (ongelijkheid verminderen …)
en rechtse (weinig bemoeienis van overheid …) ideologieën zich.

Ideologie tussen links en rechts in  politieke midden
Links Midden Rechts
Een actieve overheid. Een passieve overheid.
Eerlijke verdeling van inkomen. Lage belastingen.
Een uitgebreide Mensen hebben een eigen verantwoordelijkheid.
verzorgingsstaat.
Gelijke kansen. Economische vrijheid.

Liberalisme
Belangrijke waarde: vrijheid.
 Economische vrijheid:
 Minder regels.
 Vrijemarkteconomie.
 Lagere belastingen.
 Persoonlijke vrijheid:
 Bijvoorbeeld ten aanzien van:
• geloofs- en levensovertuiging.
• euthanasie.
• homohuwelijk.
• genotsmiddelen.
 Rechtse partijen (bijv. VVD, D66)

Socialisme
Belangrijke waarden: solidariteit en gelijkheid.
 Ontstaan in de 19e eeuw als reactie op slechte werkomstandigheden.
 Communisten probeerden revoluties onder arbeiders te ontketenen.
 Eerlijke verdeling van kennis, inkomen en macht.
 Tegenwoordig sociaaldemocratie: vrijemarkteconomie is wenselijk, maar wel met een uitgebreide
verzorgingsstaat.
 Linkse partij (bijv. GroenLinks, DENK, Partij voor de Dieren, PvdA en SP.)

Confessionalisme
Belangrijke waarden: christelijk geloof.
 Confessie = geloofsovertuiging.
 Tegenwoordig: christendemocraten.
 Gespreide verantwoordelijkheid.
 Naastenliefde.
 Rentmeesterschap.
 Maatschappelijk middenveld.
 Gezin als hoeksteen van de samenleving.
 Vaak in het politieke midden.
 Bijv. CDA, SGP, ChristenUnie

Andere politieke richtingen
Vanaf de jaren zestig, de tijd van de ontzuiling, is er sprake van ontideologisering.  Het verdwijnen van
een ideologie als leidraad voor het politieke leven.
We kijken naar de volgende kenmerken van partijen:
Pragmatisme

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller 7Student. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.57
  • (0)
  Add to cart