100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Lesbrief arbeid vwo $9.11   Add to cart

Summary

Samenvatting Lesbrief arbeid vwo

 0 view  0 purchase
  • Course
  • Level

De gehele lesbrief samengevat

Preview 2 out of 8  pages

  • October 20, 2022
  • 8
  • 2021/2022
  • Summary
  • Secondary school
  • 200
avatar-seller
Economie lesbrief arbeid
Hoofdstuk 1
Aan het werk
Het werk dat Nederlandse scholieren doen, is over het algemeen ongeschoold werk. In veel landen
wordt dit werk juist verricht door volwassenen als normale baan. Nederlandse bedrijven kunnen
hiermee dus goedkoper uit zijn dan andere West-Europese landen.
De Nederlandse overheid stelde wetten op die het werken door jongeren aan de banden leggen. Dit
begon met het Kinderwetje van Van Houten.
Na het voltooien van hun opleiding vinden veel jongeren hun eerste baan via een uitzend bureau.
Het vinden van een baan voor onbepaalde tijd, een vaste baan, is vaak lastig.

Vragers en aanbieders op de arbeidsmarkt
Op de arbeidsmarkt gaat het om de vraag naar arbeid en het aanbod van arbeid. Onder arbeid
verstaan we alle mogelijke prestaties die een bijdrage leveren aan het voortbrengen van producten.
Het gaat hierbij alleen om betaald werk. Die mensen kunnen in loondienst zijn bij een werkgever.
Een werkgever heeft mensen in loondienst die voor hem arbeid verrichten. Het merendeel van de
werknemers heeft een contract voor onbepaalde tijd, vast contract.
Een groeiend aantal werknemers werkt zonder vast contract. De werknemers zonder vast contract
noemen we werknemers met een flexibel contract.
De werkenden die niet in loondienst zijn noemen we de zelfstandigen. Je
hebt zelfstandigen met personeel (zmp’ers) en zelfstandige zonder
personeel (zzp’ers) .
De mensen zonder baan zijn de werklozen. De werklozen bieden zich aan op
de arbeidsmarkt, maar vinden geen vragers tegenover zich. Behalve
werklozen bieden ook werkenden zich aan, zij hebben alleen wel een
vrager gevonden. Het totale aanbod op de arbeidsmarkt bestaat uit de werkenden plus de
werklozen. Het arbeidsaanbod noemen we ook wel de beroepsbevolking.

De vraag van arbeid omvat de totale vraag naar personeel van de
particuliere bedrijven (inclusief de zelfstandigen) en van de
overheidsbedrijven. In het grootste deel van de vraag naar arbeid kan
worden voorzien. Deze vervulde vraag of werkgelegenheid omvat de
werknemers en zelfstandigen. In de werkgelegenheid vallen vraag en
aanbod samen. Voor zover bedrijven nog op zoek zijn naar personeel
hebben ze openstaande vacatures: het is de onvervulde vraag naar arbeid.
Het loon is de prijs die op de arbeidsmarkt tot stand komt. Voor de vragers naar arbeid, de
werkgevers, is loon een kostenpost. Voor de aanbieders, de werknemers, is het loon inkomen. De
belangen van beide partijen botsen hier bij. De werkgever wil de kosten zo laag mogelijk en de
werknemer het inkomen zo hoog mogelijk.

De arbeidsbemiddeling
De arbeidsmarkt is geen concrete markt, ze is abstract. Vragers naar arbeid en aanbieders van arbeid
kunnen op allerlei manieren in contact komen. Werkgevers zetten personeelsadvertenties, kijken op
internet, ze schakelen een uitzendbureau in of gaan naar het UWV Werkbedrijf. Dat is een
overheidsinstantie, met als belangrijkste taak de verzorging van de uitkeringen van
werknemersverzekeringen. Daarnaast bemiddelt het UWV op de arbeidsmarkt tussen vragers en
aanbieders
Als werkgever en sollicitant het met elkaar eens worden, kan er een arbeidscontract worden
opgesteld. Zo’n match betekent dat een vacature wordt ingevuld en werkgelegenheid toeneemt.

, Als er een tekort aan arbeidskrachten is, is de arbeidsmarkt krap. Hier is er een toename van
vacatures en te weinig werklozen om deze op te vullen. De vraag naar arbeid groet harder dan het
aanbod.
Bij een hoge werkloosheid is de arbeidsmarkt ruim. Er zijn weinig vacatures en te veel werklozen. Het
aanbod van arbeid groet harder dan de vraag.

Deelmarkten
De arbeidsmarkt bestaat uit deelmarkten. Op het gebied van vak, maar ook op geografisch gebied.
De arbeidsmarkt kan ook worden ingedeeld naar functies. Globaal zijn er drie groepen:
→ functies aan de onderkant; laaggeschoolden, basisonderwijs of vmbo.
→ In het middensegment; personeel met mbo, havo of vwo als hoogste opleiding.
→ Aan de bovenkant; hbo- of wo-diploma.
Laaggeschoold krijgt vaak het laagst betaald.
De werkloosheid vertoont niet alleen verschillen per sector of per regio. Ook in de tijd zien we
verschillen. Periodes van algehele krapte op de arbeidsmarkt en periodes met hoge werkloosheid
wisselen elkaar af.


Hoofdstuk 2
De keuze tussen werk en vrije tijd
Wie een inkomen heeft kan de benodigde goederen en diensten aanschaffen. Geld is echter niet het
enige motief om te werken. Ook de omgang met collega’s, het kwijt kunnen van energie, van
creativiteit en het hebben van structuur zijn veel genoemde redenen. Een baan kan dus behalve ook
immateriële welbevinden verbeteren en daarmee de welvaart verhogen.
De welvaart wordt niet vanzelfsprekend groter als we langer werken. Werk concurreert met vrije tijd.
Wie lager werkt heeft een hoger inkomen, maar minder tijd om er van te genieten. Ook vrije tijd is
een schaars goed. Door meer vrije tijd kan de welvaart toenemen.
Het hangt van de behoeften en voorkeuren af welke combinatie van betaald werk de meeste
welvaart oplevert.
Het begrip ‘vrije tijd’ gebruiken we hier in een ruime betekenis. Vrije tijd kan worden besteed aan
alle activiteiten, behalve aan betaalde arbeid.
Door de loonstijging, stijgen de opofferingskosten van vrije tijd. Omdat ze bij vrije tijd een hoger loon
mislopen zullen mensen bij een loonsverhoging vrije tijd door werk vervangen. Naarmate het uurloon
hoger is, hoef je minder uren te werken om een bepaald inkomen te verdienen. Als je je inkomen
voldoende vindt en een sterke voorkeur hebt voor vrije tijd, zul je nu minder uren willen gaan
werken.
Een stijging van de lonen lokt nieuwkomers naar de arbeidsmarkt. Als de economie verbetert, nemen
de bestedingen toe en hebben bedrijven veel personeel nodig om alle goederen en diensten te
produceren die worden gevraagd. Door de toename van de productie neemt de vraag naar arbeid
toe. De toename van het arbeidsaanbod als gevolg van de grotere kans op werk en hoger loon
noemen we het aanzuigeffect op de arbeidsmarkt.
Bij een beergaande economie ontstaat een ontmoedigingseffect. Omdat de productie afneemt
hebben de bedrijven minder personeel nodig. Het ontmoedigingseffect is de afname van het
arbeidsaanbod als gevolg van een loon daling en de kleinere kans op het vinden van een baan.

Nederland deeltijdkampioen
Als we het aantal uren dat iemand werkt uitdrukken in het aantal uren van een voltijdbaan, vinden
we de deeltijdfactor. Als iemand een deeltijdfactor heeft van 0,6 dan werkt deze persoon 60% van
een voltijdbaan. Een voltijd baan gedurende een heel jaar noemen we een arbeidsjaar. Iemand die
een halve voltijdbaan heeft, werkt dan ook maar een half arbeidsjaar. De verhouding tussen het
aantal personen en het aantal arbeidsjaren, de p/a-ratio, geeft aan hoeveel personen gemiddeld per

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller rosaliebroecheler. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.11. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67474 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$9.11
  • (0)
  Add to cart