100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Economie Samenvatting Levensloop/Rekenomie/Ongelijkheid 4 VWO $7.02   Add to cart

Summary

Economie Samenvatting Levensloop/Rekenomie/Ongelijkheid 4 VWO

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Level

Economie Samenvatting Levensloop/Rekenomie/Ongelijkheid 4 VWO

Preview 2 out of 6  pages

  • October 21, 2022
  • 6
  • 2019/2020
  • Summary
  • Secondary school
  • 4
avatar-seller
Economie Samenvatting toetsweek 1
Levensloop H1
1.1 Elke generatie kiest opnieuw
In het leven heb je te maken met keuzes maken. Elke dag heb je weer nieuwe keuzevraagstukken. Aan
elke keuze zit altijd een voor en een nadeel. Als je een keuze maakt weeg je alternatieven tegen elkaar af.
1.2 Welke kosten tellen mee?
Ook in bedrijven worden er keuzes gemaakt, bijvoorbeeld of je in machines investeert of dat je extra
werknemers in dienst neemt. Je kan geld consumeren (producten worden aangeschaft door de
eindgebruiker, om ervan te genieten (ijsje) niet om mee te verdienen) of investeren (aanschaffen van
kapitaalgoederen om geld mee te verdienen).
Het probleem is vaak dat je niet alles kan kopen wat je wil daarvoor zijn de kosten te hoog. Dit noemen
economen schaarste (de spanning tussen oneindige behoeften en beperkte middelen). In het dagelijks
leven wordt dit woord anders gebruikt dan in de economie. In het dagelijks leven is het absolute schaarste
want dan is er bijv. een tekort aan eten, er is dus gebrek aan. In de economie spreken we van schaarste in
de relatieve zin (er moet een offer of een inspanning geleverd worden om het product te verkrijgen).
Omdat er inspanningen voor de productie moeten geleverd kosten schaarse goederen geld zoals brood.
Goederen waarvoor geen schaarse middelen worden opgeofferd, bijvoorbeeld de lucht die je inademt zijn
vrije goederen.
Wanneer je kiest voor een bepaalde mogelijkheid offer je de andere alternatieven op. De waarde van die
alternatieven die je opoffert, noem je de opofferingskosten. De opofferingskosten bestaan altijd uit het
alternatief dat het beste is na de optie die je gekozen hebt. Het kan gaan om geld maar ook om tijd of
energie.
1.3 Het budget, wat koop je ervoor?
Een budgetvergelijking is een formule die alle mogelijke combinaties laat zien die je met een budget hebt.
Met deze vergelijking kan je een budgetlijn tekenen waaruit je kan aflezen welke keuzes je kan maken. Als
je voorkeuren veranderen leidt dat tot een verschuiving langs de budgetlijn. De ligging van de lijn
veranderd alleen als het budget veranderd.
Als je budget nominaal is, is het uitgedrukt in euro’s. Koopkracht of de reële waarde is de hoeveelheid
producten die je met het nominaal budget kan kopen. Voor de bepaling van de veranderingen in
koopkracht is niet alleen de verandering van de nominale waarde, maar ook de verandering van de prijzen
van belang.
1.4 De invloed van andermans keuze
Beslissingen waarvan de gevolgen mede worden bepaald door de beslissingen van andere partijen vormen
het onderwerp van de speltheorie. Bij de speltheorie horen een aantal begrippen en regels:
- Spelers
o Nemen beslissingen
o Handelen rationeel (streven naar een zo hoog mogelijke uitbetaling
o Zijn coöperatief (werken samen) of niet-coöperatief (beconcurreren elkaar)
- Informatie
o Informatie is symmetrisch (spelers weten evenveel van elkaar)
- Strategie
o Dominante strategie (de strategie die het meeste oplevert)
o Gedomineerde strategie (de strategie die het minste oplevert)

, - Uitbetaling
o Een uitbetalingsmatrix, opbrengstenmatrix of een resultatenmatrix (tabel waarin de
opbrengst van elke strategie is weergegeven)
- Evenwicht
o Bij het oplossen van een spel theoretische situatie zoeken we naar een evenwicht
o Nash-evenwicht (de opbrengst kan niet verbeterd worden als je alleen zelf van strategie
veranderd)
De bekendste situatie die verklaard kan worden met behulp van speltheorie is het gevangenendilemma.
De criminelen en de situatie waarin zij zich bevinden is een metafoor voor speltheoretische situaties
waarbij 2 spelers een dominante strategie hebben, maar waarbij het Nash-evenwicht voor beide spelers
ongunstig is. Angst en vertrouwen speelt een grote rol in dit gevangenendilemma.
Tit-for-tat: wanneer een gevangenendilemma zich vaak herhaalt, kan dit tot gevolg hebben dat de spelers
zich coöperatief opstellen. Deze coöperatieve strategie waarin de een precies hetzelfde doet als de ander,
staat bekend als tit-for-tat. Je begint met samenwerken, maar als je tegenspeler van strategie verandert en
niet meer samenwerkt, straf je die onmiddellijk af door ook niet meer samen te werken. Bij een herhaald
gevangenendilemma is het dus mogelijk dat een van de speler afwijkt van de dominante strategie en
afwacht wat de ander doet. Gaat de ander mee in de nieuwe strategie, dan ontstaat samenwerking. Gaat
de ander niet mee dan hervatten ze hun oude niet-coöperatieve strategie.
Wanneer spelers afspraken maken en beide belang hebben bij het zich houden aan de afspraken, dan
wordt deze bindend. Omdat beide zich gebonden voelen aan de afspraak ontstaat er samenwerking.
Free-ridergedrag/meeliftersgedrag: profiteren van anderen. Een manier om dit soort gedrag te
voorkomen is het straffen van de mensen die dit doen.



Levensloop H2
2.4 De verdeling van de inkomens
Inkomens zijn nooit helemaal gelijk. Hoe inkomens zijn
verdeeld over personen, kun je in beeld brengen met een
lorenzcurve of lorenzkromme. Om deze te tekenen kun
je gegevens uit een tabel halen. In zo´n tabel staat vaak
een kolom met het woord gecumuleerd erboven.
Cumuleren is optellen. Hoe schever de lijn, hoe ongelijker
de inkomens zijn verdeeld.
Een andere manier om een beeld te krijgen van
inkomensverdeling is door de Gini-coëfficiënt. Aan de
hand van de lorenzcurve kan een getal worden berekend,
wat iets zegt over de scheefheid van de verdeling van
inkomens. De Gini-coëfficiënt heeft een altijd een waarde
tussen de 0 en 1. Als de Gini-coëfficiënt 0 is, is de inkomensverdeling volkomen evenredig (rechte lijn, 45
graden). Wanneer hij dichter bij de 1 komt hoe schever de lijn word.
A
Gini-coëfficiënt = (zie plaatje)
A +B
A = oppervlakte tussen diagonale lijn en lorenzcurve
B = oppervlakte onder lorenzcurve

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PatouHoekstra. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $7.02. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67096 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$7.02
  • (0)
  Add to cart