Samenvatting van college 1 - 6 (midterm) van bewustzijnsfilosofie 2021/2022 (zelf 9.5 gehaald)
28 views 0 purchase
Course
Bewustzijnsfilosofie (500184B5)
Institution
Tilburg University (UVT)
Book
8 Questions about the conscious mind
Deze samenvatting bevat alle informatie die je moet leren voor de midterm. Het vak wordt gegeven in blok 3 van jaar 1 aan Tilburg University. Zowel het boek als de colleges zijn meegenomen in deze samenvatting. Ook zitten er oefenvragen bij :)
Samenvatting van samenvatting 1 - 6
H1 INLEIDING EN HET SUBSTANTIEDUALISME
Filosofie =
1. Conceptueel onderzoek → hoe manifest + wetenschappelijk wereldbeeld zich tot
elkaar verhouden bij een concept
2. Conceptuele verheldering → wetenschap om concepten te onderzoeken en te
verhelderen
3. Geldigheidswetenschap → kan je causaliteit als een geldig begrip zien en dus
gebruiken?
4. Perspectiefwisseling → oog en begrip voor anderen
5. Zoektocht naar waarheid
- Sofisten = overtuigingskracht → er is geen waarheid, perspectief waar de
meeste argumenten voor zijn is de waarheid
- Socrates = er is een objectieve waarheid, onafhankelijk van je standpunt
1. All of the above → concept onderzoeken → is concept geldig? → andere
perspectieven innemen → helder en duidelijk inzicht → dichterbij waarheid
Filosofie is niet:
- Scepticisme = geen mogelijkheid om kennis te vergaren
- Relativisme = waarheid is relatief aan individu (sofist)
Filosofie is wel de studie van het kritisch denken → wat is de geest? wat is bewustzijn?
The hard problem:
- Bewustzijn lijkt onaantastbaar → lastig om zinvolle uitspraken over te doen
- Dualistische intuïties → mensen denken dat lichaam en geest verschillende,
onafhankelijke, dingen zijn
+ Er is wel een relatie → als je iets in je geest voelt, gebeurt en wat in je brein
en andersom
Q1: What is the conscious mind?
Onderscheid tussen drie mentale toestanden → initiële indeling:
1. Bewuste ervaringen
- Nagel: what it is likeness → hoe is het om een vleermuis te zijn?
- Bezitten quale / qualia = kwalitatieve, fenomenale aspecten van ons
bewustzijn → ervaringen van onze zintuigen (geur, smaak)
1. Cognitieve toestanden
Propositionele attitude = houding t.o.v. een propositie (= betekenis van zin)
- Gaan ergens over → hebben aboutness / intentionaliteit
+ Ik denk aan mijn vriend en onze avond in Amsterdam
+ Denk = attitude / mijn vriend + avond in Amsterdam = aboutness
- Discrete entiteiten = wijziging in één PA heeft geen effect op andere PA
1. Emoties
Combinatie van bewuste ervaringen en cognitieve toestanden → hebben kwalitatief
karakter en aboutness (boos zijn op de slome rijder voor jou)
Cognitie = mentale toestanden die aboutness hebben
Bewustzijn = fenomenale toestanden van de geest
- Fenomenaal = hoe iets voelt, hoe wij dingen zien, hoe wij dingen ervaren
,Ervaringen, gedachten en emoties bestaan. Mensen die hieraan twijfelen bevinden zich
alsnog in een mentale staat (twijfel) → bewijzen dat bewuste geest bestaat
Hoofdvraag = hoe past bewustzijn in de fysische wereld?
Benaderingen van de verhouding tussen lichaam en geest:
- Substantiedualisme → geest bestaat onafhankelijk van het lichaam en andersom
- Idealisme → fysische wereld is afhankelijk van geestelijke wereld
- Behaviorisme → geest = gedrag
- Reductionisme → mentale toestanden zijn bepaalde hersentoestanden
- Eliminativisme → geest bestaat niet
- Functionalisme → mentale toestanden worden gerealiseerd door
hersentoestanden
- Connectionisme → mentale toestanden worden gerealiseerd door netwerken
- Embodied / embedded / extended mind → minder focussen op het brein alleen,
maar ook de context (het lichaam) waarin het brein zich bevindt
Q2: Can the mind function separately from the brain?
Substantie = datgene wat op zichzelf kan bestaan
René Descartes → substantiedualisme = er zijn twee substanties
1. Res cogitans = de denkende substantie (geestelijk)
↳ Essentiële eigenschap = denken
2. Res extensa = de uitgebreide substantie (materieel)
↳ Essentiële eigenschap = uitgebreidheid = plaats innemen in de ruimte
Fysische wereld = causale geslotenheid → gaat geen energie in / uit → elke fysische
beweging heeft een fysische oorzaak → beweging ontstaat door botsing → biljartballen
bewegen pas wanneer ze tegen elkaar aanbotsen
Descartes eerste methode → radicale twijfel
Ontwikkeling van wetenschap → oude kennis van wereld blijkt onjuist → hoe weten we dat
de hedendaagse kennis door onderzoek wel juist is?
↳ Descartes wilde een onbetwijfelbaar fundament zoeken voor wetenschappelijke kennis
waardoor we niet konden twijfelen aan de kennis die daar werd opgedaan
Descartes ging twijfelen aan alle bronnen die hem ‘voorgelogen’ hadden:
- Zintuigen → illusies / gezichtsbedrog
- Mensen → liegen / waarheid niet weten
Hoe wist Descartes zeker dat hij in een stoel zat en niet op bed lag? Zou het kunnen dat hij
niet eens in bed lag, omdat hij geen lichaam had?
↳ Hij geloofde een boze geest (malin genie) die zo machtig was dat hij Descartes kon
overtuigen dat hij een lichaam had en dat er een fysieke wereld bestond
Is er iets waar Descartes zeker van kon zijn? → Alleen het feit dat niks zeker is, is zeker
1e fundament → hoe machtig de boze geest kon zijn, deze kan hem niet late twijfelen over
zijn eigen bestaan → als je twijfelt denk je, en als je denkt moet je bestaan → cogito ergo
sum = ik denk, dus ik besta → ontstaan res cogitans
Descartes tweede methode → helder en duidelijk inzicht
, 2e fundament → hoe kan ‘ik denk, dus ik besta’ echt waar zijn? → het is een inzicht →
datgene wat ik helder en duidelijk inzie is waar
Basis van heldere en duidelijke inzichten → alles behandelen wat hij eerst in twijfel trok →
krijgt idee van perfectie → God moet bestaan, want als hij niet bestond was hij niet perfect
→ God is goed en zal hem niet bedriegen wanneer hij helder en duidelijk dingen ziet
Descartes ziet door helder en duidelijk inzicht + door goedkeuring van God dat objecten van
vorm, kleur en geur kunnen veranderen → eigenschappen nemen plaats in in de ruimte =
materie
- Essentiële eigenschap = kan niet veranderen (neemt ruimte in)
- Accidentele eigenschap = kan wel veranderen (vorm, geur, kleur)
Descartes ziet helder en duidelijk in dat hij een lichaam heeft → ontstaan res extensa
Interactieprobleem
een zeiler voelt geen pijn wanneer zijn schip kapot is, maar een mens voelt wel pijn wanneer
zijn lichaam beschadigd is → er lijkt interactie te zijn tussen lichaam en geest
Patrick Swayze probleem =
- Hoe kan een niet- fysische substantie botsen met een fysische substantie?
- Hoe kan het dat iets immaterieels een causaal effect heeft op een materie?
- Hoe kan de ziel de lichamelijke spirits aanvoeren die tot een lichaamsbeweging
leiden?
Descartes: we zijn duidelijk twee losse substanties, maar op de een of andere manier zijn ze
wel met elkaar verbonden:
1. Geest en lichaam interacteren in de pijnappelklier → niet overtuigend
2. God regelt de interactie → hoe dan? ↴
Aftakkingen van het idee dat God de interactie regelt
Occasionalisme = God is de ware oorzaak van alle dingen in de wereld
Als ik mijn hand op wil steken lijkt die wens / gedachte de oorzaak ervan te zijn dat ik mijn
hand opsteek, terwijl die wens de gelegenheid is voor God om jouw hand op te steken
Parallellisme = geestelijke en lichamelijke moeten we zien als twee klokken die God aan het
begin heeft opgewonden en dus parallel aan elkaar lopen → er is geen interactie
Het denken om je hand op te steken loopt parallel met de handeling om je hand op te steken
Probleem = hoe doet God dit dan? → het ene probleem (interactieprobleem) wordt
vervangen door het andere probleem (God)
Deze eindconclusie wordt als fataal gezien voor het substantiedualisme door Jaegwon Kim
H2 Idealisme en behaviorisme
IDEALISME
Q3: Is there only mind?
George Berkeley: antwoord op interactieprobleem is simpel: er is maar één substantie →
geestelijke substantie = idealisme
↳ Monisme = de positie dat er maar één substantie bestaat ↔ dualisme = de positie dat er
twee substanties bestaan
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sannehielkema. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.34. You're not tied to anything after your purchase.