Bestaan eencellige organismen Bacteriën, ook
meercellig
organisme.
Cellen dezelfde vorm en functie liggen bij elkaar in
een weefsel.
Organismen hebben organen, voor uitvoeren van
speciale taken.
Elk orgaan bestaat uit verschillende soorten
weefsels.
Organen verbonden met organenstelsel.
Binnen cel organisatieniveaus:
1. Organellen.
2. Moleculen.
3. Atomen.
1.1.1. Celschema.
Cellen algemeen bouwplan, overal verschillen met eigen functie.
Cellen bevatten cytoplasma omgeven door celmembraan.
Cytoplasma bestaat uit grondplasma, organellen zoals celkern, lysosomen,
… / Grondplasma is geleiachtige vloeistof bestaat uit eiwitten, vetten,
suikers en mineralen.
1.1.2. Celorganellen en hun functie.
1.1.2.1.
Celkern.
Alle eukaryote cellen.
Bevat chromosomen die worden gekopieerd en aan
dochtercellen doorgegeven, erfelijke eigenschappen.
Elk chromosoom bestaat uit DNA en eiwitten.
Nucleolus (kernlichaam) aanmaak van ribosomen.
Rond kernplasma zit kernmembraan, gaatjes en kernporiën:
grote moleculen de celkern in en uit.
1.1.2.2. Mitochondriën.
Pagina 1 van 58
, In eukaryote cellen wordt energie uit voedsel omgezet in ATP
(adenosinetrifosfaat). Opgeladen accu.
Gemaakt in mitochondriën ook wel eens kerncentrale genoemd.
Mitochondriën bestaan uit dubbelmembraan, grondplasma, DNA,
enzymen.
1.1.2.3. Ribosomen en Endoplasmatisch reticulum (ER).
Informatie uit celkern wordt in het cytoplasma vertaald, ribosomen
vertalen informatie naar eiwitten.
Celkern kan ribosomen aanmaken.
Cytoplasma ribosomen losse bolletjes, gebonden aan systeem van
membranen: Endoplasmatisch reticulum (ER).
Verbinding met andere celorganellen zorgt voor transport van
stoffen binnen de cel.
1.1.2.4. Golgi-systeem en de lysosomen.
Organel bestaat uit op elkaar gestapelde membranen waaruit
afsnoering blaasjes ontstaan.
Stoffen bewerkt en opgeslagen, voor
transport van stoffen worden blaasjes
gebruikt.
Soort fabriek.
Lysosomen blaasjes enzymen stoffen
afbreken.
Versmelten met voedselvacuolen.
Inhoud buiten cel afgeven: Exocytose.
1.1.2.5. Cytoskelet.
Vorm en bewegelijkheid door eiwitdraden die aan
celmembraan en celorganellen vastzitten. Dit vormt cyto- of
celskelet.
1.2. Functie van de cellen.
Ons lichaam bevat veel verschillende typen cellen.
Elk eigen manier van handhaven om energie te krijgen.
Vernieuwen zichzelf en hebben contact buitenwereld.
Cel af te lezen aan het uiterlijk.
2. Celmembraan.
Celmembraan vormt grens tussen cytoplasma en de buitenwereld.
Voortdurende uitwisseling van stofwisseling.
Houdt ook stoffen tegen.
2.1. Dubbele fosfolipiden laag.
Pagina 2 van 58
, Alle membranen in de cel zijn een dubbele laag fosfolipiden, bestaat uit 2
vetzuren, fosfaatgroep en een aminozuur.
Choline en fosfaat zijn hydrofiel: Water aantrekken / Vet afstoten.
Vetzuren zijn hydrofoob: Water afstoten / Vet aantrekken.
2.2.
Membraaneiwitten.
Overspannen de breedte van plasmamembraan ook fosfolipide dubbellaag.
Fungeren als receptoren, kanalen, dragerstoffen, herkenning.
2.2.1. Receptoreiwitten.
Gevoelig voor specifieke extracellulaire stoffen die eiwitten binden,
activeiten van de cel wordt gewijzigd.
2.2.2. Kanaaleiwitten.
Maken mogelijk water, ionen en andere opgeloste stoffen het vetgedeelte
van de membraan kunne omzeilen.
2.2.3. Dragereiwitten.
Binden zich aan opgeloste stoffen en vervoeren deze door
plasmamembraan heen.
2.2.4. Herkenningseiwitten.
Maken aan het immuunsysteem kenbaar of de cel al dan niet
lichaamseigen is en of deze afwijkend of gezond is.
2.3. Transportfunctie van het celmembraan.
Doorlaatbaarheid of permeabiliteit van plasmamembraan bepaalt welke
stoffen het cytoplasma in of uit mogen.
Impermeabel: Niets kan door membraan.
Volledig permeabel: Alles kan door het membraan.
Selectief permeabel: Sommige stoffen kunnen erdoor.
Bepaalt door elektrische lading, vorm molecuul, oplosbaarheid.
Passieve processen: Zonder energie.
Actief transport: Met energie.
2.3.1. Passief transport.
2.3.1.1. Diffusie.
Pagina 3 van 58
, Ionen en moleculen voortdurend in beweging.
Verplaatsen zich van hoge concentratie naar een lage concentratie.
Concentratie verschil wordt opgeheven.
2.3.1.2. Osmose.
Diffusie van water door semipermeabel
membraan.
Intracellulaire vloeistoffen als extracellulaire
vloeistoffen. Zijn oplossingen met
verschillende opgeloste stoffen.
Hoe hoger de concentratie opgeloste
deeltjes, hoe lager de concentratie water.
Osmose is diffusie van water door een membraan.
Osmose treedt op door een selectief permeabel membraan, die vrij
doorlaatbaar is voor water, maar niet opgeloste deeltjes.
Bij osmose stroomt water door een membraan naar de oplossing die de
hoogste concentratie opgeloste deeltjes heeft, omdat daar de concentratie
van water laag is.
2.3.2. Actief transport.
Transport waar energie voor nodig is: Actief transport.
Transport is niet afhankelijk van concentratiegradiënt, stoffen kan
opnemen en afgeven ongeacht de concentratie binnen of buiten de cel.
Ionenpompen: Vervoeren natrium, kalium, calcium en magnesium actief
door de celmembraan heen.
Vesiculair: stoffen in blaasjes verpakt en in en uit de cel verplaatsen.
2.3.2.1. Endocytose.
Sommige moleculen zijn zo groot dat transport via transporteiwitten geen
uitkomst biedt.
Pagina 4 van 58
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jadevdb. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.26. You're not tied to anything after your purchase.