Samenvatting van het boek sociale psychologie 10e editie. Alle hoofdstukken behalve 2, 7 en 12. (H1,3,4,5,6,8,9,10,11,13)
Alle begrippen, belangrijke informatie en kern van het hoofdstuk. Gebruikt voor de minor toegepaste psychologie
,Inhoudsopgave
H1 Inleiding tot de sociale psychologie............................................................................................ 2
H3 Sociale cognitie: hoe we denken over de sociale wereld............................................................4
H4 Sociale perceptie: hoe we andere mensen waarnemen en begrijpen........................................6
H5 Het zelf: onszelf begrijpen in een sociale context.......................................................................9
H6 Cognitieve dissonantie en de behoefte om ons zelfbeeld te beschermen................................12
H8 Conformisme en gehoorzaamheid: sociale invloed en aanpassing van gedrag.........................14
H9 Groepsprocessen: invloed in sociale groepen..........................................................................16
H10 Aantrekkingskracht en relaties: van eerste indrukken tot hechte relaties..............................19
H11 Prosociaal gedrag: waarom helpen mensen?.........................................................................21
H13 Vooroordelen: oorzaken en oplossingen................................................................................24
1
, H1 Inleiding tot de sociale psychologie
Wat is sociale psychologie?
Psychologie: de wetenschappelijke studie naar het gedrag en het innerlijke leven (gedachten en
gevoelens) van mensen.
Sociale psychologie: de wetenschappelijke studie naar de manier waarop de werkelijke of denkbeeldige
aanwezigheid van mensen de gedachten, gevoelens en gedragingen van andere mensen beïnvloedt.
Sociale invloed: het effect dat de woorden, daden of alleen al de aanwezigheid van andere mensen
hebben op onze gedachten, gevoelens, houdingen en/of gedrag.
- Bewust & onbewust
Empirische methode: op waarnemingen en/of onderzoek gebaseerde methode voor het toetsen van
hypothesen.
Hypothesen: een als voorlopige waarheid aangenomen, maar nog te bewijzen veronderstelling.
Determinant: bepalende factoren, van menselijk gedrag.
Natuurlijke selectie: het verschijnsel dat in de evolutie sommige organismen uit een bepaalde populatie
beter in hun omgeving passen en zo meer kans hebben om te zorgen voor overlevende nakomelingen dan
minder goed aangepaste organismen. (voorbeeld giraf met een lange nek)
Evolutionaire psychologie: wetenschappelijke discipline die sociaal gedrag probeert te verklaren op basis
van erfelijke factoren die zich door de tijd heen hebben ontwikkeld volgens principes van natuurlijke
selectie.
Individuele verschillen: die aspecten van de persoonlijkheid die mensen onderscheiden van anderen.
Construct: de manier waarop mensen de sociale wereld waarnemen, begrijpen en interpreteren.
De macht van de situatie
Fundamentele attributiefout: neiging om de mate waarin iemands gedrag wordt veroorzaakt door de rol
van persoonlijke eigenschappen en andere interne factoren te overschatten en de rol van externe,
situationele factoren te onderschatten (ook wel correspondentievertekening genoemd).
- Situatie verkeerd inschatten. Zonder te weten wat er achter het gedrag van iemand zit.
Attributie: het toeschrijven van oorzaken aan het eigen of aan andermans gedrag en het daarmee
voorzien van verklaringen.
De macht van sociale interpretatie
Behaviorisme: psychologische stroming die ervan uitgaat dat je om menselijk gedrag te kunnen begrijpen
slechts hoeft te kijken naar de bekrachtigende of straffende eigenschappen van de omgeving.
Gestaltpsychologie: psychologische stroming die het belang benadrukt van het bestuderen van de
persoonlijke manier waarop een object wordt waargenomen, in plaats van het bestuderen van de manier
waarop de objectieve, fysieke eigenschapen zich combineren tot het object.
Fenomenologie: filosofische stroming die probeert door de geestelijke-intuïtieve beschouwing van dingen,
niet door rationele kennis, de wereld en het wezen der dingen te beschrijven.
- Hoe een object op iemand overkomt en hoe diegene dit dus ervaart, in plaats van op de
afzonderlijke elementen van het object.
Naïef realisme: de overtuiging dat we dingen waarnemen zoals ze echt zijn, daarbij onderschatten hoeveel
we dat wat we zien, interpreteren of zelfs verdraaien.
De oorsprong van constructen: fundamentele menselijke motieven
Zelfwaardering: de beoordeling van mensen van at ze zelf waard zijn; dat wil zeggen: de mate waarin ze
zichzelf als goed, competent en fatsoenlijk zien
2
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Sanne79. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.49. You're not tied to anything after your purchase.