Waarom STEM1?:
Veranderende wereld.
Vraagt om nieuwe vaardigheden 21st Century Skills.
Focus op vaardigheden in STEM1:
Computational thinking
Informatie vaardigheden.
ICT vaardigheden.
Media wijsheid (infographic)
21st Century Skills:
Een van de 21st century skills; Computational thinking.
Probleem ontrafelen en oplossingen formuleren zodat je een computer, of
mens, de opdracht kunt geven het probleem effectief op te lossen.
Computational Thinking helpt bij:
Eigen probleemoplossend vermogen.
Creatief denken.
Automatiseren van werkzaamheden.
Elf 21st Century Skills:
Zie het plaatje hiernaast of kijk nog een keer
het filmpje op youtube bij week 1.
21st century skills in de TP praktijk:
Advies & ontwikkeling van een interventie, bijvoorbeeld met technologie probleem
oplossen & creatief denken.
Doelgroep- en gebruikersonderzoek en (gedrags)data analyse computational
thinking, ICT en informatie vaardigheden.
Diagnostiek intake & anamnese informatie vaardigheden & computational thinking:
logisch redeneren.
Werving & selectie combinatie maken van keuzes, wie kies je? computational
thinking.
,Get Ready for a smart world:
‘Onze focus op Living Technology is uniek en daarmee onderscheiden we ons van andere
hogescholen.’
‘De wereld wordt steeds slimmer. Wij geloven dat de mens in dit proces centraal moet staan.
Daarom bereiden wij onze studenten voor op hun toekomstige rol in deze dynamische
samenleving. Met praktijkgericht onderzoek zorgen we ervoor dat bedrijven en organisaties
toekomstgericht blijven.’
Specialisaties en STEM:
Specialisatie Arbeid en Organisatie psychologie (A&O): Bij werving en selectie iemand
binnen een VR omgeving testen.
Specialisatie Gezondheidspsychologie (GZP): Gebruik maken van logdata uit eHealth
omgeving om zo adherentie te verbeteren.
Specialisatie Gedrag en Technologie (G&T): Fysiologische data gebruiken om inzicht
te krijgen in hoe technologie wordt ervaren (bijv. zweetsecretie meten tijdens VR).
Voorbeelden van functies: Loopbaanadviseur, Onderzoeker/adviseur,
Coach/Trainer, Selectiepsycholoog
Dit is voor kwartiel 4:
Je leert een bestaande vragenlijst adaptief te maken door Computational
Thinking toe te passen.
Adaptieve vragenlijst: Hiermee bepaal je per antwoord dat gegeven is op een vraag
wat de volgende vraag is. Het aanbod van de vragen is dus afhankelijk van de
antwoorden die men geeft.
,Hoofdstuk 1: What Is Computational Thinking?
Computational thinking:
‘Iets anders dan denken als een computer of leren programmeren. Het is het logisch
benaderen van problemen en die oplossen met computertechnologie.’
Probleemoplossend vermogen, het praktisch en creatief inzetten van digitale tools
om een probleem op te lossen. Aanpak: structuur zoals die van een computer.
De 4 stappen van computational thinking:
1. Ontleding (decomposition h4), het probleem opsplitsen
in kleinere problemen om deze los van elkaar op te
lossen.
2. Patroonherkenning (pattern recognition h8), om de
problematische patronen te kunnen herkennen.
3. Filteren (abstraction h4), de problematische aspecten
zo simpel mogelijk in kaart brengen.
4. Algoritmen (algorithms h5), stappenplan om bepaalde
handelingen uit te voeren.
Logical Reasoning (logisch redeneren): is het maken van
de juiste gevolgtrekking uit twee of meer bekende
feiten of veronderstellingen.
Programming Language (code/programeer taal): een formele taal waarin de
opdrachten die een computer moet uitvoeren, worden geschreven. (computer
programmeren)
Decomposition (ontbinding): beëindigen, verbreken. Probleem opbreken in kleinere
problemen om deze zo op te lossen.
Abstraction (abstract): voorbeeld; een korte samenvatting van een
(wetenschappelijk) artikel. Het moet potentiële lezers in korte tijd de mogelijkheid
geven een goed beeld te krijgen van de inhoud van het artikel dus je moet alle niet-
essentiële informatie en secundaire aspecten eruit halen, dus generaliseren.
Digital Literacy: kennis hebben van computers, hoe ze deze taken uitvoeren en hoe
je computers efficiënt kunt gebruiken.
Algorithm: een stappenplan ontwikkelen om het probleem op te lossen.
Pattern Recognition: het kunnen herkennen van patronen die problemen zouden
kunnen zijn.
Evaluate: het terug kijken op het proces van hoe het probleem is opgelost voor
verbeteringen van een stap van het proces in de toekomst.
, Wat is een computer?
- We gebruiken de termen computer of computersysteem om te verwijzen naar een
verzameling van computerhardware en software.
Computerhardware omvat alle fysieke apparaten die samen het item vormen
dat we beschouwen als een desktopcomputer of een laptopcomputer
- De term software verwijst naar elke groep computerprogramma's.
- Misschien is het belangrijkste verschil tussen een computer en andere machines het
vermogen van de computer om op instructies te reageren en worden de instructies
voor het uitvoeren van een bepaalde taak een programma genoemd.
Het is ook acceptabel om de woordcode te gebruiken in plaats van software of
programma.
- Waar de meeste menselijke uitvindingen zijn ontworpen om een specifieke taak uit
te voeren, zijn computers gescheiden van andere machines vanwege de
verscheidenheid aan taken die de computer kan uitvoeren.
Telraam (Abacus) tot machine:
- We beginnen de geschiedenis die vooraf gaat aan moderne computers door
berekening van apparaten te overwegen, omdat een belangrijk aspect van
computerhardware de mogelijkheid is om berekeningen uit te voeren.
- Het vroegst bekende rekenapparaat is de telraam (Abacus).
Moderne computers lenen vier concepten uit de telraam:
1. Opslag
2. Vertegenwoordiging
3. Berekening
4. Gebruikersinterface
Zowel het telraam als uw computer kunnen worden opgeslagen. Als er opslag is,
moet er iets zijn om op te slaan. De items die worden opgeslagen, worden
meestal gegevens genoemd.
- Het belang van het verbeteren van de rekenmogelijkheden van menselijke
uitvindingen was al vele eeuwen zichtbaar na de telraam. Een voorbeeld van een
apparaat van belang was Napiers botten, uitgevonden door John Napier (1917)
- De vroegste mechanische rekenmachines waren Pascaline en de rekenmachine van
Leibniz.
Dit waren vroege apparaten die de verovering door de mens van het vinden van
machines die in staat zijn om de berekeningen te versnellen al hebben
geïllustreerd.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnjesterhoudt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.01. You're not tied to anything after your purchase.
