Wat is cognitieve psychologie?:
‘De wetenschappelijke studie van mentale processen zoals waarneming, geheugen,
aandacht, leren, denken en taal. Het is een basisdiscipline van de psychologie.’
Via onderzoek een verklaring geven voor de mentale processen:
Gedragsexperimenten.
Structurele hersenstudies.
Functionele hersenstudies.
Dierenstudies.
Patiënten met hersenletsel.
Psychologie: de wetenschap van gedrag en geestelijke processen, wat uit een breed
veld bestaat met vele specialismen.
Cognitie: het vermogen om kennis op te nemen en te verwerken, maar ook zaken als
waarnemen, denken, leren, taal, bewustzijn, geheugen, aandacht en concentratie.
Leerervaringen leiden niet altijd tot veranderingen in gedrag maar kunnen ook
leiden tot veranderingen in mentale processen.
Mythologie: het geheel van verhalen en denkbeelden van een bepaalde cultuur
waarin belangrijke vragen aan bod komen zoals de oorsprong van de mens, de
wereld en natuurverschijnselen.
Tijdlijn cognitieve psychologie:
In de tijdslijn van de psychologie kunnen drie grote perioden onderscheiden worden:
wijsgerige psychologie, gedragspsychologie en cognitieve psychologie.
, Wijsgierige psychologie: Psychologie is de wetenschap van het mentale leven, zowel
van haar verschijnselen als van hun omstandigheden. De verschijnselen zijn zaken
zoals we gevoelens, verlangens, cognities, redeneringen, beslissingen.
Introspectie: een activiteit waarbij de eigen gedachten, gevoelens en herinneringen
tot onderwerp van overdenking gemaakt worden door te reflecteren en het
herkennen van processen die bewust en onbewust plaatsvinden binnen de eigen
psyche.
Gedragswetenschap: onderzoeken het gedrag van de mens als individu of in groep.
Toepassing in TP-werkveld:
Oplossen van dagelijkse problemen.
Ontwerpen van interventie.
Verbeteren van situatie voor mensen met (cognitieve) beperking.
Het mensbeeld:
Materialistisch-mechanistisch mensbeeld: de mens word beschouwt als een puur
stoffelijk wezen waarbij alles, ook psychische processen als denken, voelen en willen
verklaard kan worden in materieel termen. De mens is complex net als machine dat
opgebouwd en afgebroken kan worden. Het is geheel dus niets meer dan de som der
delen en is in zijn causale verklaringen.
Twee argumenten voor het materialistisch-mechanistisch mensbeeld:
1. Aangetoond dat veel psychische verschijnselen een lichamelijke basis hebben.
2. Kunstmatige intelligentie heeft als doel het ontwerpen van intelligente machines die
vergelijkbaar zijn met de intelligentie van een mens.
Mentalistisch mensbeeld: Een scherp onderscheid tussen geest en lichaam. De geest is
hier 'het bewustzijn' causale verklaringen worden vervangen door circulaire verklaringen.
A veroorzaakt niet B, maar A en B beïnvloeden elkaar. Het geheel is dus meer dan de
som der delen en mensen kunnen niet los van hun omgeving worden gezien.
Twee argumenten voor het mentalistisch mensbeeld:
1. Er bestaat weinig kennis over het menselijk gedrag.
2. Een verklaring van menselijk gedrag in termen van
neuronen is te complex/gedetailleerd om op een
adequate wijze ons gedrag te verklaren.
,Basisdisciplines van de psychologie:
1. Biologische psychologie: Biopsychologen gaan
ervan uit dat gedrag gedeeltelijk overgeërfd en
bepaald wordt door de wijze waarop het zenuw-
en hormonaal stelsel functioneert.
De evolutietheorie als verklarend model staat
eveneens centraal in deze basisdiscipline. Soms
worden ook andere namen gebruikt zoals
fysiologische psychologie, biopsychologie of
psychobiologie.
2. Cognitieve psychologie: de studie van de afzonderlijke psychische functies en
processen, zoals waarneming, bewustzijn, aandacht, geheugen, leren, denken, taal,
emotie, motivatie. Deze functies en processen worden onafhankelijk van de persoon
en de situatie bestudeerd, meestal via experimenteel onderzoek.
3. Ontwikkelingspsycholgie: bestudeert het gedrag in de verschillende levensfasen:
baby, peuter, kleuter, puber, adolescent en volwassene.
Specialismen zijn onder meer kinderpsychologie, adolescentiepsychologie,
gerontopsychologie.
4. Persoonlijkheidspsychologie: interesseert zich voor de mens als individu, voor
datgene waarin zij verschillen van anderen: hun persoonlijkheid. Soms wordt de term
differentiële psychologie gebruikt, om de nadruk te leggen op de verschillen tussen
mensen.
5. Sociale psychologie: de studie van het gedrag van mensen in relatie tot anderen en in
relatie tot hun omgeving.
Sociaal psychologen zijn voornamelijk geïnteresseerd in de vraag hoe interactie
(wisselwerking) met andere personen en de omgeving het gedrag van een individu
kan beïnvloeden.
Methodenleer: houdt zich bezig met de studie van de onderzoeksmethoden van het
empirisch wetenschappelijk onderzoek en de valstrikken waarin een onderzoek
verward kan raken bij de studie van het menselijk gedrag.
De methodenleer is in de psycho¬logie van zeer groot belang gezien het complexe
karakter van het onderzoeksobject. Meettheorie en psychometrie zijn onderdelen
van de methodenleer.
Cognitieve functies:
, De cognitieve psychologie bestrijkt klassiek de volgende thema's: waarneming, aandacht &
bewustzijn, geheugen, intelligentie, leren, denken, taal.
Waarneming: alle processen tussen het presenteren van
een fysische prikkel en de psychische beleving van deze
prikkel. In deze opeenvolging van processen worden twee
fasen onderscheiden.
1. Sensorische processen zetten de energievorm
waarvoor de sensor gevoelig is (licht, warmte, druk
enzovoort) om tot elektrische impulsen die via de
zenuwbanen naar de hersenen worden geleid.
2. Perceptuele processen houden de interpretatie in van
het resultaat van de sensorische processen. Het menselijk organisme moet bepaalde
stimuluspatronen kunnen interpreteren en erop reageren. Het moet informatie
verzamelen uit de gegevens die de omgeving voortbrengt.
Perceptuele processen omvatten deze transformaties; zij geven aanleiding tot
interpretatie en (meestal) bewuste ervaring. Deze interpretatie kan gebeuren aan de
hand van bottom-up of top-down verwerking.
Bottom-up: de kenmerken van de stimulus hebben een sterke invloed op onze
waarnemingen. Het is vooral afhankelijk van de kenmerkdetectoren van de hersenen
om stimuluskenmerken op te merken.
‘Bottom’ = heeft betrekking op het detecteren van de stimuluskenmerken & de
eerste stap van perceptuele verwerking.
Voorbeeld: 1x dat je een napoleon zuurtje eet en ontdekt dat dit héél zuur
smaakt.
Top-down: hierbij spelen onze doelen, vroegere ervaringen, kennis, verwachtingen,
herinneringen, motivaties of culturele achtergrond een rol bij de perceptie van
objecten of ervaringen. (nadruk op verwachting)
‘Top’ = heeft betrekking op een mentale set in de hersenen die boven aan het
perceptuele verwerkingssysteem staan.
Voorbeeld: Je weet dat het zuurtje heel zuur is, je verwacht de zure smaak.
Aandacht: De interactie tussen data gestuurde en kennis gestuurde verwerking is het
meest uitgesproken wanneer we aandacht besteden aan een stimulus uit onze
omgeving. De hoeveelheid informatie die je continu met je zintuigen registreert, is
overvloedig en niet altijd even nuttig. Daarom maakt het menselijk
informatieverwerkingssysteem gebruik van een filter, een proces dat toelaat dat wij
enkel bepaalde informatiekanalen en inhouden verwerken en de resterende informatie
op de achtergrond houden.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jasmijnjesterhoudt. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.59. You're not tied to anything after your purchase.