1.1 INTRODUCTIE: Veertien eeuwen Nederlandse Taal
Hoe verder we in de tijd gaan, des te treffender zijn de taalverschillen.
Eerste zin Nederlands:
(1) Hebban olla uogala nestas hagunnan hinase hic enda thu.
Hebben alle vogels nesten begonnen behalve ik en jij.
Alle vogels zijn nesten begonnen behalve ik en jij.
Veranderingen op verschillende niveaus:
● fonologie ⇒ in de onbeklemtoonde tweede en derde lettergreep (hebban,
uogala) staan verschillende vocalen die zijn verzwakt tot een sjwa (toonloze e).
● lexicale veranderingen ⇒ woordenschat is veranderd: ‘thu’ is nu ‘jij’.
● lexicaal-semantische veranderingen ⇒ woorden die tot het lexicon blijven
behoren, maar van betekenis veranderen. ‘Onnosel’ ging van ‘onschuldig’ naar
‘dom, naïef’.
● morfologische veranderingen ⇒ een verandering in de woordstructuur.
Bijvoorbeeld dat de aanvoegende wijs zeldzaam is geworden.
● syntactische veranderingen ⇒ veranderingen in zinsvolgorde.
We verdelen de Nederlandse taal onder naar verschillende perioden:
➢ Oudnederlands (Onl.) - voor 1100/1200
➢ Middelnederlands (Mnl.) - 1100/1200-1500/1600
➢ Nieuwnederlands (Nnl.) - 1500/1600-heden
○ vroegnieuwnederlands (Vnnl.) 1500-1700
○ Nieuwnederlands 1700-1900
○ modern Nieuwnederlands - 1900-nu
Sluit aan bij periodisering van andere Westgermaanse talen.
Middelnederlands is in feite een verzamelnaam voor dialecten die in de periode van
1100/1200 tot ongeveer 1500 gesproken en geschreven werden in het Nederlandse
taalgebied; omvatte het huidige Nederland en Vlaams-België.
Dialectverschillen →
Vlaams
Dat hi haer ebbe altoes in sine ghedachte
Dat hij haar altijd in zijn gedachten moge hebben
Brabants
Aldos kwam gaende toter vrowen Lutgart
,Zo kwam Lutgart bij zijn vrouw
Limburgs
Ich ben eyn keersten man
Ik ben een christen
Hollands
hi leet de straten mitten twee kinden
hij ging door de straten met twee jongemannen
Oostelijke dialecten
hi betughet openbare in dessen breve
hij levert openlijk bewijs in dit document
Naast dialectverschillen zijn er ook chronologische verschillen binnen het
Middelnederlands. Denk aan ‘vrouwe’ wordt later ‘vrouw’.
Nieuwnederlands → hier pas ontstaat een standaardtaal naast de dialecten. (Dat proces
heeft wel eeuwen in beslag genomen).
- Poging om tot een uniforme taal te komen, begon rond 1550 en hing samen met
de groeiende nationale eenheid. Voornamelijk in het noorden de pogingen (denk
aan de politieke verschillen in die tijd).
Standaardisering van de taal → Onderscheid tussen verschillende aspecten:
1) selectie: één dialect van alle dialecten gaat als de norm gelden.
2) codificatie: taalnormen worden vastgesteld in grammatica’s en woordenboeken.
3) functie-uitbreiding: moedertaal wordt op steeds meer gebieden toegepast.
4) acceptatie: als standaardtaal op alle gebieden en door alle inwoners van het
taalgebied wordt gebruikt.
2 SPELLING- EN KLANKVARIATIE
Middelnederlandse teksten hebben meestal geen of weinig interpunctie.
Vroegnieuwnederlandse teksten hebben dat vaak wel, maar die kan afwijken van ons
leestekengebruik.
Een spellingverschil in Middelnederlandse teksten, duidt meestal op een klankverschil.
Verschillende woorden worden anders gespeld omdat het dan gaat om een regionaal
klankverschil.
vb. ‘lucht’ en ‘locht’ zijn beide woorden voor lucht in het Middelnederlands.
vb. ‘spreect’ en ‘sprect’ (spreekt).
r-metathesis = bij woorden met een r vóór een korte vocaal komt de r na de vocaal.
, De Middelnederlandse ij staat voor een lange ie
De Middelnederlandse ui staat voor een lange uu
- Ze representeren dus nog niet de diftongen (combinatie twee klanken) van zoals
we de ij en de ui nu kennen.
- Ontwikkeling naar diftongen kwam pas in de 16e en 17e eeuw.
Spellingprincipes en de Middelnederlandse praktijk
- In sommige teksten dient de [e] voor klankverlenging (jaer, hues, poert).
- In sommige teksten vervult de [i] of [y] die functie (jair, huis, poirt, wiin)
- 15e eeuw ⇒ ook toen al verdubbeling zoals we die nu kennen (jaar, poort, huis).
Middelnederlandse spelling = meer fonetisch en weinig systematisch.
Middelnederlandse spelling ⇒ reductie- en assimilatieverschijnselen
- Reductie = het weglaten van klanken. → hanschoen
- Assimilatie = klanken die na elkaar volgen passen zich aan elkaar aan. →
huysfrau, huizwerk.
Reductie en assimilatie gaan vaak samen
- Epenthese = klanken voegen zich in een woord. → herefst
In de tweede helft van de zestiende eeuw, wordt gestreefd naar meer systematiek in de
spelling.
- Echter, een officiële spellingregeling in Nederland was er pas in 1804.
Na de eerste helft van de 17e eeuw → e-apocope (= de e aan het einde van woorden
verdwijnt: ik leere // ik leer).
Clisisverschijnselen
- Clisis = woorden die tijdens het spreken één geheel vormen, worden ook aan
elkaar geschreven.
- Denk aan zwak beklemtoonde werkwoorden, die bij het spreken 1 geheel vormt
met een beklemtoond woord.
- ‘Ik heb hem op het Rapenburg gezien’ → khepem opt Rapenburgezien’.
We onderscheiden proclisis van enclisis;
- proclisis = clisis aan het begin van een woord (khep)
- enclisis = clisis aan het einde van een woord (khepem)
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller ayaahlalouch. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.27. You're not tied to anything after your purchase.