- Vervangingsinvesteringen, nieuwe machine kopen als een vervanging van een oude machine.
- Uitbreidingsinvesteringen, dient als kapitaalgoederenvoorraad om je saldo te vergroten, dus
hogere productie, omdat er meer vraag naar is.
Investering structuur:
- Dit is de activa op de debetzijde van de balans
- Onderscheid in vaste en vlottende activa.
Financieringsstructuur, dit is de passiva.
Onderscheid in Eigen en vreemd vermogen.
Investeringsproject:
Dit is het totaal van investeringen in vaste en vlottende activa dat nodig is om een
investeringsbeslissing uit te voeten. Het moet een vaste en vlottende activa.
Dit wordt gekenmerkt door de vrije kasstroom, dit is het vermogen dat een onderneming in kan
zetten om een nieuwe investeringen te doen.
Kasstroom (of cashflow) betekent dat het geld dat een bedrijf uit en instroomt.
De positieve kasstroom is een kasstroom is dat er meer geld in komt dan uitgaat.
De negatieve kasstroom is een kasstroom waar er meer geld uitgaat dan ingaat. (Risicovol)
Desinvesteringen is het bedrag dat je terugkrijgt voor een vaste activa na gebruik en dan verkoop.
Beoordeling van investeringsprojecten:
Op basis van periodewinst:
- Gemiddelde boekhoudkundige rentabiliteit (GBR); De verhouding tussen de gemiddelde
jaarlijkse winst en het gemiddeld geïnvesteerd vermogen van een project.
- Formule: Gemiddelde jaarlijkse winst : Gemiddelde geïnvesteerde vermogen x 100
- Gemiddelde jaarlijkse winst = Totale winst : aantal jaren
- Gemiddelde geïnvesteerde vermogen = (investering + restwaarde) / 2
Op basis van cashflow:
- Terugverdienperiode, wanneer heb je een bepaalde investering terugverdient.
Terugverdienperiode = investering : jaarlijkse Cashflow
Wordt de terugverdienperiode langer dan wordt een investering steeds minder interessant.
Interne rentabiliteit (IR):
, - Het verwachten rendement op een investering die bedrijven kunnen doen.
- Hier bereken je het gemiddelde jaarlijkse rendement van de investering.
Netto contante waarde:
- Hier gaat het om de som van alle toekomstige kasstromen.
- Er wordt dan naar het verschil gekeken tussen de contante waarde van de uitgaande
stromen en ingaande stromen.
Interest:
- Enkelvoudige interest (rente), alleen interest over hoofdsom.
Leasing
- Financial lease auto, U bent economisch eigenaar van de auto en de kosten en risico liggen
bij u.
- Operational lease auto, de leasemaatschappij economisch eigenaar van de auto en draagt
het ook de kosten en risico voor reparatie, onderhoud etc.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller slimmejongenvwoo. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.81. You're not tied to anything after your purchase.