1.1 Regeling en homeostase
Normwaarde: Genetische vastgestelde waarde in de hersenstam, waaraan de diverse concentraties
aan stoffen (oplossingen) in het lichaam getoetst worden.
Homeostase: Het in stand houden van een dynamisch evenwicht in het inwendige milieu van
organismen.
- Regelkring: Bestaat uit een sensor, controlecentrum en effector.
- Bepaalde normwaarden gehandhaafd. Er is dynamisch evenwicht.
- Bij negatieve terugkoppeling heeft het resultaat van een proces een remmende invloed op
het proces.
- Bij positieve terugkoppeling versterkt een toename van het resultaat het proces.
Bij homeostase in meercellige organismen vindt communicatie tussen cellen plaats met
signaalmoleculen, zoals hormonen en neurotransmitters.
Uitwendig milieu = de omgeving
- inhoud van darmen, longen en blaas
Inwendige milieu = cellen, weefsel, organen etc
1.2 Hormonale regulatie
Hormonen
● Communicatie tussen cellen via signaalmoleculen (signaalstoffen).
● Hormonen: Signaalmoleculen die de cellen van hormoonklieren afgeven.
○ Hormoonklieren (endocriene klieren) geven hormonen af aan het bloed (secretie).
■ Secretie: De afgifte van hormonen door de hormoonklier.
● Exocriene klieren: Klieren met een afvoerbuis.
○ Excretie/uitscheiding: Zweetklieren en speekselklieren geven hun product af via een
afvoerbuis.
Doelwitorganen
Bloed transporteert hormonen door het lichaam.
● Vanuit de bloedvaten gaan hormonen via weefselvloeistof naar alle cellen van een
organisme.
Hormonen zijn alleen werkzaam in organen waar de cellen receptoren bezitten waaraan het
hormoon kan binden → doelwitorganen.
● Binding kan een reactie op gang brengen of een reactie stoppen.
Mate van reactie van een doelwitorgaan wordt o.a. bepaald:
● Door de hormoonconcentratie (hormoonspiegel) in het bloed.
● Door het aantal hormoonreceptoren voor een bepaald hormoon op de cellen in het
doelwitorgaan.
Hormonen
● Kunnen processen in meerdere doelwitorganen regelen.
○ Blijven lang aanwezig (in bloed en weefsel), effecten houden lang aan.
● Reguleren o.a. geleidelijke processen die uitwerking hebben op het hele lichaam.
○ Groei, ontwikkeling, stofwisseling en voortplanting.
, 2
De werking van hormonen
Hormonen komen in het cytoplasma, vervolgens bindt het aan een receptoreiwit.
↓ Hormoon-receptorcomplex
● Komt via een kernporie in het kernplasma en kan bepaalde genen in DNA aan- of uitzetten.
○ Wanneer een gen aan staat, kan de cel eiwitten maken (enzym, hormoon,
receptoreiwit).
Hormonen kunnen ook binden aan een receptoreiwit op het celmembraan van de cellen van een
doelwitorgaan.
● Binnenzijde celmembraan: Bepaald signaalmolecuul gevormd of geactiveerd.
○ ↓ Second messenger: Geeft het signaal in de cel door.
■ ↓ Signaalcascade / cascade: Signaal wordt via meerdere schakels in de cel
doorgegeven.
● Signaal wordt doorgegeven van molecuul naar molecuul, zo worden
veel signaal moleculen geactiveerd en grote hoeveelheden
signaalmoleculen geproduceerd.
● 1 Signaal kan van buiten de cel (extracellulair) een enorme reactie
binnen de cel (intracellulair) opwekken.
Hormoonklieren
Hormoonstelsel bestaat uit een aantal hormoonklieren.
, 3
Hypofyse
Hypofyse: Een kleine klier (kleiner dan 1 cm) gelegen onderaan de hersenen, achter de neus en
neusbijholten.
● Hypofysevoor- en achterkwab
● Produceert verschillende hormonen,
○ Sommige daarvan, TSH, FSH en LH beïnvloeden de werking van andere
hormoonklieren.
Hypothalamus: Het gedeelte van de hersenen dat net boven de hypofyse licht.
● Sommige neuronen in de hypothalamus produceren hormonen
○ Neurosecretie: Wanneer hormonen door neuronen (zenuwcellen) worden gevormd.
■ Neurohormonen: De gevormde hormonen door neuronen.
■ Neuronen geven in de hypothalamus twee typen neurohormonen af die de
endocriene cellen in de hypofyse beïnvloeden.
● Inhibiting hormoon (IH): Zorgen ervoor dat de endocriene cellen in de
hypofysevoorkwab geen hormonen meer produceren.
● Releasing hormoon (RH): Stimuleren de endocriene cellen in de
hypofysevoorkwab om juist bepaalde hormonen te produceren.
○ Hormonen zoals TSH, FSH, LH, groeihormoon, prolactine en
adrenocorticotroop hormoon.
● Inhibiting en releasing hormoon afgeven aan haarvaten →
via bloed in hypofysevoorkwab terecht.
○ Stimuleren productie en afgifte van hypofysehormonen
Hypofysehormonen
Adrenocorticotroop hormoon (ACTH)
● Wordt o.a. geproduceerd bij stress (in de hypofysevoorkwab).
● Bevordert aanmaak van hormonen door de bijnierschors.
Groeihormoon (GH)
● Regelt de groei en ontwikkeling.
○ Reuzengroei: Wanneer de hypofyse te veel groeihormoon produceert.
○ Dwerggroei: Wanneer de hypofyse te weinig groeihormoon produceert.
Prolactine
● Speelt een rol bij het vergroten van melkklieren.
● Stimuleert de productie van melk door de melkklieren in de borst.
Oxytocine
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller miuberg. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.01. You're not tied to anything after your purchase.