100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Volledige samenvatting /toetsmatrijs BS7 en BS8 $10.89   Add to cart

Summary

Volledige samenvatting /toetsmatrijs BS7 en BS8

1 review
 103 views  12 purchases
  • Course
  • Institution

Dit is een volledige samenvatting van beroepssituatie 7 en 8 (2e jaar HBO-V) Ik heb van beide beroepssituaties de toetsmatrijs duidelijk uitgewerkt. Ik heb geprobeerd zo kort en duidelijk mogelijk alles op papier te zetten. Hierdoor kan jij de belangrijkste dingen leren voor het tentamen. Alle ...

[Show more]

Preview 4 out of 96  pages

  • October 23, 2022
  • 96
  • 2022/2023
  • Summary

1  review

review-writer-avatar

By: vpkkoch • 1 month ago

avatar-seller
Samenvatting BS7 + BS8
MEDISCH BIOLOGIE...............................................................................................................................5
Beroepssituatie 7...................................................................................................................................5
1. Kan het proces van gaswisseling in de longen (pulmones) en in de weefsels uitleggen en kan het
capillair uitwisselingsproces beschrijven...............................................................................................5
2. Kan het principe van zuur-base-evenwicht uitleggen en de rol van de longen hierin herkennen.....7
3. Kan beschrijven hoe de ademhaling wordt bewaakt, welke parameters hierbij van belang zijn en
afwijkingen hierin interpreteren..........................................................................................................10
4. Kan de definitie, risicofactoren, symptomen, onderzoeken, complicaties, preventie en behandeling
van astma, COPD, acute bronchitis, pneumonie en pneumothorax uitleggen....................................11
6. Kan uitleggen hoe dyspnoe bij COPD-patiënten door hartfalen kan worden veroorzaakt en hoe de
diagnose kan worden gesteld aan de hand van anamnese, lichamelijk onderzoek en aanvullend
onderzoek............................................................................................................................................18
7. Kan de verschijnselen die op tumorgroei kunnen wijzen benoemen en verklaren en kan
beredeneren waar lymfogene en waar hematogene metastasen te verwachten zijn, kan de
naamgeving en TNM stagering van tumoren herkennen....................................................................19
8. Kan de vier hoofdvormen van behandeling bij kanker toelichten, zowel hun indicatie/werking als
bijwerkingen........................................................................................................................................21
9. Kan van onderstaande tumoren de volgende karakteristieken benoemen en uitleggen:
risicofactoren, symptomen, metastaseringspatroon, onderzoek, behandeling bij Mammacarcinoom,
prostaatcarcinoom, longcarcinoom, coloncarcinoom en huidcarcinoom............................................24
10. Kan de fysiologie van pijn uitleggen, de definitie, functie, behandelvormen en verschillende
soorten van pijn beschrijven en de pijnladder toepassen bij de behandeling van een palliatieve
patiënt.................................................................................................................................................29
11. Kan uitleggen wat palliatieve sedatie betekent, welke medicatie hierbij wordt gebruikt en de
werking daarvan is en kan het verschil aangeven tussen palliatieve sedatie en euthanasie en
wanneer welke vorm wordt toegepast................................................................................................31
12. Kan de uiterlijke symptomen beschrijven die het overlijden kenmerken......................................33
Beroepssituatie 8.................................................................................................................................33
1. Kan verschillende oorzaken van verstandelijke beperkingen benoemen, uitleggen hoe een VB
wordt gediagnosticeerd en toelichten wat wordt verstaan onder zeer ernstige, matige en lichte
verstandelijke beperkingen;................................................................................................................33
.............................................................................................................................................................35
2. Kan uitleggen wat wordt verstaan onder een meervoudige beperking, welke beperkingen vaak
voorkomen i.c.m. een verstandelijke beperking en uitleggen dat deze vaak dezelfde of
samenhangende oorzaken hebben......................................................................................................35
3. Kan de oorzaak, risicofactoren, diagnostiek en kenmerken (cognitieve-, taal-, sociale-
ontwikkeling) van het syndroom van Down uitleggen.........................................................................36
4. Kan de anatomie en fysiologie van het spierstelsel uitleggen.........................................................36

1

,5. Kan benoemen wat wordt verstaan onder een normale motorische ontwikkeling, hoe deze wordt
gemonitord en kenmerken van een verstoorde motoriek herkennen bij baby’s/kinderen.................44
6. Kan veel voorkomende stoornissen in de motorische ontwikkeling bij mensen met een
verstandelijke beperking (inclusief spasticiteit) en mogelijke gevolgen hiervan beschrijven..............46
7. Kan de oorzaken, symptomen, diagnostiek, het verloop en de behandeling van de meest
voorkomende reumatische aandoeningen beschrijven (reumatoïde artritis, artrose, jicht,
fibromyalgie, Bechterew, jeugdreuma)...............................................................................................47
8. Kan verschijnselen, het diagnostisch proces, de therapeutische mogelijkheden, prognose en
mogelijke beperkingen in het dagelijks leven toelichten van ALS en MS.............................................53
9. Kan de oorzaken, diagnostiek, behandeling (incl. medicatie) van epilepsie (o.a. gegeneraliseerde
aanvallen en partiele aanvallen) beschrijven en de aandachtspunten bij de begeleiding benoemen. 55
10. Kan de relatie tussen dementie en verstandelijke beperkingen uitleggen, diagnostische middelen
en aandachtspunten bij de begeleiding benoemen.............................................................................57
VTV......................................................................................................................................................58
Beroepssituatie 7.................................................................................................................................58
13. Kan de (contra) indicaties voor zuurstoftoediening en de complicaties uitleggen en kan de
verpleegkundige aandachtspunten benoemen m.b.t. het zuurstof toedienen...................................58
14. Kan de (contra-)indicaties, verpleegkundige aandachtspunten en mogelijke complicaties voor de
handelingen zuurstoftoediening en het uitzuigen van de neuskeelholte uitleggen............................59
15. Kent de betekenis van de begrippen tracheotomie, laryngectomie, tracheostoma en
tracheacanule en kan de gevolgen van een tracheostoma op het lichamelijk functioneren van een
patiënt verklaren.................................................................................................................................61
16. Kan de (contra-)indicaties, verpleegkundige aandachtspunten en mogelijke complicaties voor de
handelingen uitzuigen over een tracheacanule en verzorging van een tracheostoma uitleggen........62
17. Kent binnen het blaaskatheterassortiment de verschillende materialen/coatings, charrièrematen,
kathetertips en mogelijkheden tot katheter-/blaasspoelen en kan deze in relatie brengen met de
betreffende (contra-)indicaties............................................................................................................64
18. Kan de (contra-)indicaties, verpleegkundige aandachtspunten en mogelijke complicaties voor de
handelingen eenmalige, verblijfs- en suprapubische blaaskatheterisatie uitleggen............................66
Beroepssituatie 8.................................................................................................................................69
11. Kent binnen het voedingssonde-assortiment de verschillende soorten sondes, materialen en
charrièrematen en kan deze in relatie brengen met de betreffende (contra-)indicaties.....................69
12. Kan de (contra-)indicaties, verpleegkundige aandachtspunten en mogelijke complicaties voor de
handeling inbrengen van een neusmaagsonde uitleggen....................................................................71
13. Kent de verschillende intraveneuze toegangsvormen en doseringsvormen en kan deze in relatie
brengen met de betreffende (contra-) indicaties................................................................................72
14. Kan de (contra-)indicaties, verpleegkundige aandachtspunten en mogelijke complicaties voor de
handelingen inbrengen van een perifeer veneuze infuuscanule, het aanhangen/doseren van een
infusievloeistof en het afnemen van een venapunctie uitleggen........................................................74
15. Kent de verschillende vormen van toepassing van compressietherapie en de daarvoor benodigde
materialen en kan deze in relatie brengen met de betreffende (contra-)indicaties............................76

2

,16. Kan de (contra-)indicaties, verpleegkundige aandachtspunten en mogelijke complicaties voor de
handeling ambulante compressietherapie (met gebruik van korte-rekzwachtels) op het onderbeen
uitleggen..............................................................................................................................................77
COVA....................................................................................................................................................78
17. Kan benoemen welke factoren een rol spelen bij het ontstaan/aanwezig zijn van probleemgedrag
bij mensen met een verstandelijke beperking.....................................................................................78
Beroepssituatie 7.................................................................................................................................79
19. Kan in palliatieve en andere beschreven zorgsituaties van gemiddelde complexiteit passende
verpleegkundige diagnoses, zorgdoelen, zorgresultaten en interventies opstellen. Daarbij rekening
houdend met het zelfmanagement van de zorgvrager en diens naasten............................................79
20. Kan bij een palliatieve patiënt de verschillende fases van het besluitvormingsproces toepassen
aan de hand van de beslisschrijf en de toepassingskaarten. Daarbij rekening houdend met het
zelfmanagement van de zorgvrager en diens naasten.........................................................................79
21. Kan verschillen en de overeenkomsten aangeven tussen het palliatief- en klinisch redeneren en
het belang van een gezamenlijke besluitvorming beredeneren..........................................................80
22. Kan levensbeschouwelijke en religieuze opvattingen en stromingen benoemen, in het bijzonder
in relatie tot verlies en sterven en kan etnische en culturele kenmerken en gebruiken rond palliatieve
fase/ sterven benoemen......................................................................................................................81
23. Kan verschillende vormen van onderzoek onderscheiden en kan uitleggen wanneer je voor een
bepaald type onderzoek kiest..............................................................................................................81
24. Kan ethische benaderingen en theorieën benoemen....................................................................83
25. Kan de principes van ethische dilemma’s en een moreel beraad benoemen................................84
26. Kan de relatie tussen recht en ethiek, de regelgeving uit de Wet BIG, WGBO en omtrent het
beroepsgeheim benoemen en toepassen in een casus.......................................................................85
27. Kan het juridisch kader van medische beslissingen rond het levenseinde benoemen en toepassen
in casus................................................................................................................................................85
28. Kan de regelgeving omtrent de verschillende soorten aansprakelijkheid van zorgverleners (tucht-,
civiel- en strafrechtelijk) benoemen en toepassen in casus.................................................................86
Beroepssituatie 8.................................................................................................................................87
18. Kan ondersteuningsbehoeften en risico’s en de daarbij passende lange termijn doelen van
mensen met een verstandelijke beperking formuleren gericht op uitscheiding, cognitie
en waarneming en coping/stressverwerking.......................................................................................87
19. Kan interventies selecteren voor een cliënt met een verstandelijke beperking rekening houdend
met de ervaringswereld, het zintuigelijke functioneren, de autonomie, de stemming, de
(sociale)vaardigheden en lichaamsbeleving en waarden van de cliënt gericht op uitscheiding,
cognitie/waarneming en coping/stressverwerking..............................................................................88
20. Kan de kenmerken en functie van het ondersteuningsplan benoemen........................................88
21. Kan de stappen voor het opmerken, analyseren en het vastleggen van signalen van lichamelijk
ongemak en probleemgedrag bij mensen met een verstandelijke toepassen en op basis daarvan
passende acties selecteren..................................................................................................................89
22. Kan de normale en afwijkende ontwikkelingspsychologie beschrijven -> hoorcollege 8.5............89

3

, 23. Kan verklaren waarom en hoe intelligentie een belangrijke rol speelt bij verstandelijke
beperkingen.........................................................................................................................................89
24. Kan vertellen waar de ondersteuningsbehoefte uit bestaat bij mensen met een verstandelijke
beperking en hoe deze kan worden bepaald.......................................................................................90
25. Kan beschrijven hoe besluitvormingsprocessen plaatsvinden en wie erbij betrokken (kunnen) zijn
.............................................................................................................................................................91
26. Kent de meest voorkomende samenwerkingspartners (rollen, deskundigheid en bevoegdheden)
in het verpleegkundig beroep en kan het MDO als samenwerkingsvorm beschrijven........................91
27. De student kan methoden voor doeltreffende en doelmatige verslaglegging en overdracht
onderscheiden en kan voorbeelden noemen van (bijbehorende) relevante wet- en regelgeving......92
28. Kan het verschil tussen kwaliteit van zorg en kwaliteitszorg uitleggen en benoemen welke
kwaliteitskaders en kwaliteitsmanagementsystemen op macro en mesoniveau er zijn.....................93
29. Kan relevante wet- en regelgeving (kennis), met betrekking tot kwaliteit van zorg in Nederland
op micro en mesoniveau, uitleggen.;...................................................................................................95




MEDISCH BIOLOGIE

Beroepssituatie 7

1. Kan het proces van gaswisseling in de longen
(pulmones) en in de weefsels uitleggen en kan het
capillair uitwisselingsproces beschrijven
Gaswisseling
- Gaswisseling is het uitwisselen van O2 (zuurstof) en CO2 (koolstofdioxide). Zuurstof wordt
via de longblaasjes (alveoli) afgegeven aan je bloed.

4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kirsihoogeveen. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.89. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

62890 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.89  12x  sold
  • (1)
  Add to cart