Complete samenvatting Verbintenissenrecht (inclusief stappenplannen, hoorcollege aantekeningen, werkgroep-aantekeningen en het boek verwerkt)
3 views 0 purchase
Course
Verbintenissenrecht
Institution
Universiteit Utrecht (UU)
In dit document staat een complete samenvatting van het vak Verbintenissenrecht. De gehele stof staat in dit document. Zowel de hoorcollege-aantekeningen, als de werkgroep-aantekeningen, als de uitwerking van de jurisprudentie, als de voorgeschreven stof uit het boek en eventuele extra literatuur, ...
Belangrijk deze week:
Bewegingen in het contractenrecht: grenzen van contractuele verantwoordelijkheid en
vertegenwoordigingsbevoegdheid. Wilsvertrouwensleer, precontractuele fase in geval van afgebroken onderhandelingen
en vertegenwoordiging.
TOTSTANDKOMING OVK
Basis van de totstandkoming van een overeenkomst
, - Autonomiebeginsel: iedereen mag overeenkomen wat hij of zij wil. Mag je dan alles, nee! Bijvoorbeeld 3:40.
Soms wordt het beperkt door wettelijke regelingen: namelijk in het arbeidscontract.
- Consensualisme: betekent art 3:37, vorm van de verklaring is vrij. Een overeenkomst kan mondeling en
schriftelijk tot stand komen. Soms wijkt het BW hier ook weer vanaf, maar niet vaak.
- Wilsvertrouwensleer artikel 3:33 en 3:35 —>
- Aanbod en aanvaarding (art 6:217) Voor een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling vereist (art 6:213)
en een meerzijdige rechtshandeling is wil en verklaring van beiden partijen moeten overeenkomen. Aanbod en
aanvaarding van de overeenkomst kan dus pas tot stand komen wanneer er sprake is van een
wilsovereenstemming, volgens de wilsvertrouwensleer. Indien wil en verklaring voortvloeien uit aanbod en
aanvaarding uit artikel 6:217, is er ene overeenkomst ontstaan: meerzijdige rechtshandeling.
- Contractvrijheid
Overeenkomst
Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling waarbij een of meer partijen jegens een of meer andere een
verbintenis aangaan (art 6:213 BW). Het is obligatoir omdat het verbintenis-scheppend is. Wederkerig is als de beide
partijen tegelijk afspreken een verplichting tegenover elkaar te hebben: koop: een geld, ander leveren.
Wil en verklaring artikel 3:33
Krachtens artikel 3:33 is voor een rechtshandeling een wil en een verklaring nodig. Indien wil en verklaring niet
overeenkomen is er geen rechtshandeling ontstaan. Krachtens artikel 3:37 mag de verklaring in elke vorm geschieden.
Dit houdt in dat rechtshandelingen zowel mondeling als schriftelijk kunnen ontstaan.
Gerechtvaardigd vertrouwen artikel 3:35 + onderzoeksplicht
Zoals benoemd, ontstaat er geen rechtshandeling indien wil en verklaring niet overeenkomen. Een uitzondering hierop
wordt gegeven door artikel 3:35 over het gerechtvaardigd vertrouwen. Indien de wederpartij er gerechtvaardigd op
mocht vertrouwen dat de wil en verklaring van de ander overeenkwamen, is er wel een rechtshandeling tot stand
gekomen. Het gerechtvaardigd vertrouwen betekent niet anders dan dat iemand te goeder trouw moet zijn geweest in de
zin van artikel 3:11. Dit impliceert ook dat men onderzoek doet voor zover daarvoor aanleiding bestaat. Er rust volgens
het arrest Eelman/Hin wel een onderzoeksplicht op de benadeelde partij. En als er sprake is van strijd met redelijkheid
en billijkheid kan een beroep op art 3:35 ook niet slagen. (Westhoff/Spronsen).
Voor de bescherming van het bij de wederpartij gewekte vertrouwen is volgens artikel 3:35 vereist:
• Een verklaring of gedraging van de persoon aan wie de weerpartij het vertrouwen tegenwerpt
• Die door de wederpartij is opgevat als een tot haar gerichte verklaring van een bepaalde strekking
• En die de wederpartij onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs zo mocht opvatten
Wilsvertrouwensleer + rol bij uitleg.
Bovenstaande artikelen samen maken de wilsvertrouwensleer. De wilsverklaring verwoord in art 3:33: de verklaring een
op een rechtsgevolg gerichte wil uitdrukken is vereist. Bij verklaringen over de wil kunnen er namelijk misverstanden
ontstaan. Als partijen een andere betekenis geven aan de inhoud van de verklaring van de ander, wordt dit oneigenlijke
dwaling genoemd. Dit is geen normale dwaling als in art 6:228. Verschillende gevallen van oneigenlijke dwaling:
verspreking of verschrijving.
Daarnaast is de wilsvertrouwensleer niet meer dan een alternatieve vorm van de haviltex-norm. Dit criterium komt
namelijk neer op dat het aankomt op de zin die partijen over en weer redelijkerwijs van elkaar mochten verwachten aan
elkaars verklaringen en gedragingen af te leiden.
Oneigenlijke dwaling
Er is wel een wil van beiden partijen maar beiden partijen hebben een andere uitleg. We hebben een wilsgebrek en een
wilsontbreken. In geval van een oneigenlijke dwaling is er wel sprake van een wilsovereenstemming, beiden partijen
hebben een wil, maar wil en verklaringen lopen niet uiteen. Onjuiste voorstelling van zaken is oneigenlijke dwaling.
Wat partijen verklaren (of hoe de wederpartij dit logischerwijze interpreteert) stemt niet overeen met wat zij bedoelen te
verklaren. VB: verkoop van ets, per ongeluk 10 euro ipv 100 euro opgeschreven, misverstand. Wil en verklaring lopen
uiteen.
Geestelijke stoornis artikel 3:34
fi
,Wanneer een verklaring onder een geestelijke stoornis wordt afgelegd, is artikel 3:34 van toepassing. Bij iemand die een
verklaring met een stoornis a egt wordt geacht de wil te ontbreken. Art 3:35 blijft van toepassing.
Geestelijke stoornis in verhouding tot onder curatele gestelde artikel 1:378
Een geestelijke stoornis kan een grond zijn voor ondercuratelestelling uit artikel 1:378. Ondercuratelestelling leidt tot
handelingsonbekwaamheid artikel 1:381. Handelingsonbekwaamheid is een zelfstandige grond van vernietigbaarheid of
nietigheid van rechtshandelingen artikel 3:32. Voor een geestelijk gestoorde die onder curatele staat heeft artikel 3:34
geen betekenis. Op artikel 3:32 (handelingsonbekwaamheid) is geen uitzondering. Artikel 3:35 over het gerechtvaardigd
vertrouwen werkt hier dus niet. Bij artikel 3:34 (geestelijke stoornis) werkt artikel 3:35 wel.
De bewijsvoering in het geval van geestelijke stoornis
Wie stelt dat de wil ontbrak, moet bewijzen. Bij een geestelijke stoornis moet bewezen worden dat de geestelijke
stoornis aanwezig was. Indien de rechtshandeling nadelig is, wordt de verklaring vermoed onder invloed van de stoornis
te zijn gedaan.
Totstandkoming ovk in het kort dus !!!!!!!!!!!!!!!!
Totstandkoming ovk werkt zo. Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding art 6:217. Een
overeenkomst is volgens artikel 6:213 een meerzijdige rechtshandeling. Voor een rechtshandeling is een wil nodig die
via een verklaring openbaar wordt gemaakt, namelijk volgens artikel 3:33. De wil en verklaring moeten dus met elkaar
overeenstemmen. Als er twee personen zijn, waarbij de wil en verklaring samenvallen, hebben zij beiden een geldige
rechtshandeling. Als er sprake was van wilsovereenstemming in de vorm van aanbod en aanvaarding, dan is er sprake
van een ovk —> art 6:217. Tenzij dus sprake is van handelingsonbekwame of uitzondering van art 3:35.
PRECONTRACTUELE FASE
Niet alleen de overeenkomst zelf, maar ook de fase vóór de overeenkomst kan rechtsgevolgen hebben, bijvoorbeeld
wanneer uitgebreid is onderhandeld, maar een partij deze onderhandelingen plotseling afbreekt. (Arrest CBB/JPO). Ook
al impliceert ‘onderhandelen’ dat partijen in principe mogen weglopen van de onderhandelingstafel, onder
omstandigheden kan een partij die de onderhandelingen afbreekt door de rechter worden veroordeeld tot doorwandelen
of tot het betalen van schadevergoeding.
Een rechtshandeling onder tijdsbepaling of voorwaarde
Het is mogelijk dat een rechtshandeling verricht wordt onder een voorwaarde of onder tijdsbepaling. Dit houdt in dat de
rechtsgevolgen pas intreden als aan de voorwaarde of aan de tijdsbepaling is voldaan. Dit kan opschortend of ontbinden
zijn. Dus een rechtshandeling onder opschortende of ontbindende voorwaarde. —> art 6:22. Wanneer de rechtsgevolgen
intreden heeft dit geen terugwerkende kracht. Art 3:38 is voor de voorwaarde bepalend, voor tijdsbepaling spreekt dat
vanzelf. Art 6:24 biedt uitkomst in geval hetgeen op basis van de rechtshandeling gepresteerd ongedaan gemaakt moet
worden.
De voorovereenkomst
Vroeger ging men ervan uit dat voordat de overeenkomst tot stand was gekomen, er geen andere normen tussen de partij
golden, alleen de zorgvuldigheidsnorm. Later werd dat redelijkheid en billijkheid. Het is mogelijk dat er regels kunnen
worden vastgesteld in de precontractuele fase. De fase die aan de pre-contractuele fase voorafgaat noemt men de
voorovereenkomst.
De rompovereenkomst
De precontractuele fase begint met een aanbod of uitnodiging om in onderhandeling te treden. Zij eindigt weer als de
partijen de overeenkomst daadwerkelijk aangaan. Bij complexe overeenkomsten is echter niet altijd even makkelijk aan
te gaan wanneer er sprake is van een overeenkomst of niet. Het verschil is echter belangrijk, want als er sprake is van
een overeenkomst kan een partij niet zomaar meer terugstappen uit de overeenkomst. Als sommige punten niet
besproken zijn, maakt in dat geval niet uit. Het kan namelijk zo zijn dat de punten waar zij het wel met elkaar over eens
zijn, een rompovereenkomst vormen. Voor een rompovereenkomst zijn twee dingen nodig:
1. De partijen moeten het eens zin over essentieel punten van de overeenkomst. Dit kan afgeleid worden uit de
bepaalbaarheidseis art 6:227 BW.
2. De bedoelingen van de partijen moeten met elkaar overeenkomen. Dat wil zeggen dat de partijen elkaars
verklaringen en gedragingen begrijpen.
fl
, Als er sprake is van een rompovereenkomst en een van de partijen onderbreekt de onderhandelingen toch, dan gelden
dezelfde regels als voor de gewone overeenkomst. Het verschil is echter dat men bij een rompovereenkomst veel meer
aangewezen is op de aanvullende bronnen van de wet, zoals de gewoonte en de redelijkheid en billijkheid art 248.
Afgebroken onderhandelingen
In de fase voor het contract: een voorbeeld van een afgebroken onderhandeling is het weglopen van een overeenkomst,
afzien van een overeenkomst omdat er iets gebeurd waar een partij het niet mee eens is. De vraag is of er dan al wel of
nog niet een overeenkomst tot stand is gekomen. En wanneer ben je gebonden aan de partij? Je kunt best wel ver
onderhandelen voor je in de fase zit dat het onaanvaardbaar is om weg te lopen. Als je wel in de fase komt waarin
weglopen niet meer aanvaardbaar is, dan kan er een mogelijke schadevergoeding plaatsvinden of een door
onderhandeling. Er kunnen twee vragen worden gesteld:
1. Is er al een overeenkomst of zitten de partijen nog in de onderhandelde fase? ==> we zitten niet meer in de
precontractuele fase, er is al een contract en je komt niet na, dan wil je geld —> art 6:227
bepaalbaarheidsvereiste. Mocht je er vanuit gaan dat de andere partij door wilde onderhandelen. Stel conclusie
dat er geen overeenkomst is, wat kun je dan doen? —> stap 2
2. Wanneer is de relatie tussen de onderhandelende partijen van dien aard dat de partijen over en weer
afdwingbare rechten en plichten hebben? —> Hoe ver gaat de vrijheid om niet te contracteren, wanneer mag je
weglopen? Door in de onderhandeling te treden sta je in een bijzondere relatie en dan moet je met de andere
partijen rekening houden. Ook ten aanzien van de precontractuele fase, geldt contractsvrijheid. Je kunt daar
afspraken over maken. Daarnaast kun je het ook ontwijken, via de romp-overeenkomst. Je kunt ook onder
opschortende voorwaarde contracteren.
Precontractuele aansprakelijkheid - weglopen van een onderhandeling/overeenkomst
Indien onderhandelingen worden afgebroken en er geen rechtshandeling tot stand is gekomen, is het uitgangspunt dat de
partijen de onderhandelingen altijd zonder gevolgen kunnen onderbreken. Dit uitgangspunt is genuanceerd in HR Baris/
Reizenkamp. Hier is besloten dat partijen in een bijzondere verhouding komen te staan wanneer ze in onderhandeling
treden. Ze moeten hun handelen mede laten bepalen door elkanders gerechtvaardigde belangen. Er kan dus een lichte
vorm van aansprakelijkheid ontstaan in de precontractuele fase. Door deze uitspraak zijn een aantal kritiekpunten
ontstaan:
• Aansprakelijkheid in de onderhandelingsfase is negatief voor de markteconomie.
• Aansprakelijkheid in de onderhandelingsfase zorgt voor terughoudendheid.
• Partijen zijn hierdoor snel aansprakelijk en dit zorgt alleen maar voor meer procedures en transactiekosten.
Eerst was er de Plas/Valburgdoctrine —> wanneer is weglopen redelijk?
Maar wat eisen de redelijkheid en billijkheid van een bepaald geval? In arrest Plas/Valburg geeft de HR aan wat de
eisen van de redelijkheid en billijkheid meebrengen, kijkend naar het stadium waarin de onderhandelingen verkeren.
Volgens deze doctrine moet de precontractuele fase in drie momenten worden onderscheiden
1. Het is ten allen tijden toegestaan om de onderhandelingen af te breken. Het afbreken van de onderhandelingen
leidt niet tot schadevergoeding.
2. Het afbreken van de onderhandelingen is toegestaan, maar de afbrekende partij is verplicht de door de
wederpartij gemaakt kosten voor haar rekening te nemen. Schadevergoeding dus Denk hierbij aan de inleiding
genoemde kosten voor het uitvoeren van iets.
3. Het is niet toegestaan om de onderhandelingen af te breken, omdat dit in strijd is met redelijkheid en
billijkheid. Dit moment is bereikt wanneer de wederpartij erop mocht vertrouwen dat enigerlei contract in ieder
geval uit de onderhandelingen zou resulteren. Indien de onderhandelingen toch worden afgebroken, dan is de
afbrekende partij schadeplichtig of vorderen tot nakoming. De geleden schade bestaat dan uit het positief
contractsbelang, dat wil zeggen het gemis aan inkomsten indien wél een overeenkomst uit de onderhandelingen
zou hebben geresulteerd.
Nuancering is aangebracht in het arrest CPP/JPO. Wanneer mag je dan weglopen uit de onderhandelingen?
Toen kwam CBB/JPO: nuancering van aansprakelijkheid in de precontractuele fase sinds CBB.JPO
CBB/JPO r.o. 3.6 —> Voor dit arrest was er veel vraag naar een duidelijk antwoord op de vraag wanneer je weg mocht
lopen uit onderhandelingen, want hier was sprake van afgebroken onderhandelingen. Niet alleen de overeenkomst zelf,
maar ook de fase voor totstandkoming van de overeenkomst, kan rechtsgevolgen hebben. HR geeft hier een maatstaf
om te bepalen of er sprake is van aansprakelijkheid bij onderhandelingen. HR zegt hier dat weglopen zeker mag en dat
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller jinellvandersluijs. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.83. You're not tied to anything after your purchase.