WK 5 Aansprakelijkheid voor eigen onrechtmatig gedrag
WK 6 Kwalitatieve aansprakelijkheden
WK 7 Schadevergoeding
WK 8 Responsiecollege
Hoorcollege 1
03-09-2019
Onderhandelings- en totstandkomingsfases
Introductie
Voorheen kocht je je fiets, nu kun je ook een swapfiets leasen om hem wel te mogen gebruiken maar
geen eigendom te krijgen. Je krijgt dan ook service. Dit zorgt voor een duurcontract. Maar mag je zelf
de band plakken of de fiets naar een fietsenmaker brengen als hij niet van jou is? De
toegangseconomie vervangt de eigenaarseconomie voor een deel. Je kan zelfs kleding leasen. Dit ligt
binnen het contractenrecht.
Mensen die kanker hebben gekregen door werk met Roundup hebben in Amerika geld geclaimd van
het bedrijf Roundup. Maar welke norm is er precies geschonden door het bedrijf? En is er causaal
verband tussen de normschending en de kankerontwikkeling? En wat voor schade wordt vergoed?
Emotionele schade, afschrikkingswerking, inkomstenderving, etc.?
- Bekijk nog de introductieclip op Blackboard. Eerst vier weken contractenrecht, dan twee
weken aansprakelijkheidsrecht en dan een week schadevergoeding.
Stof week 1:
De terminologie:
- Rechtsfeiten (feiten met juridisch gevolg): blote rechtsfeiten vinden plaats zonder actief
menselijk handelen, zoals het overhangen van een tak bij de buurman of de geboorte van
een mens, feitelijke handelingen vereisen wel een actief menselijk handelen, zoals het
ingooien van een ruit.
- Rechtshandelingen: rechtsfeiten waarmee het rechtsgevolg werd beoogd. Er kan wel iets
bedoeld zijn, maar dit is niet altijd het veranderen van de juridische werkelijkheid. Er zijn
, eenzijdige rechtshandelingen zoals aanbod en aanvaarding, die zijn meestal ook gericht, net
als opzegging van een arbeidsovereenkomst. Ongericht is opmaken van een testament. Een
overeenkomst is een meerzijdige wederkerige rechtshandeling. Deze rechtshandelingen
komen tot stand via art. 3.33, 3.35 en 3.37 BW. Hierin is de wilsvertrouwensleer te zien. Mag
de wederpartij gerechtvaardigd vertrouwen op de verklaring van de ander? Art. 3.37 gaat
meer over de aankomst (genuanceerde ontvangsttheorie) van de verklaring en de vorm
(denk aan vormvrijheid).
- Overeenkomsten. Dit staat in art. 6:217 BW e.v.
- Verbintenissen. Uit een overeenkomst vloeien meestal twee of meer hoofdverbintenissen
voort. Verbintenissen hebben twee kanten: actief en passief. Actief is de kant aan de
verkoper, die krijgt een recht. Passief is de kant van de koper, die krijgt een plicht. Dit gaat
over het geld, maar over het goed wat gekocht wordt is het weer andersom.
Het arrest De Meeuw Oirschof/Wasa Student Vilage laat zien wat er gebeurt als je onderhandelingen
zomaar wilt afbreken. De Meeuw vorderde namelijk een schadevergoeding toen Wasa naar een
concurrent liep, na vier jaar onderhandeling.
Juridsich is er simpel gezegd voor het contract niets. Maar zo simpel is het niet als het om
onderhandelingen gaat. De Hoge Raad stelde in Baris/Riezenkamp dat er een nieuwe juridische
situatie ontstaat bij onderhandelingen door de redelijkheid en billijkheid. Men moet met de
gerechtvaardigde belangen van de wederpartij rekening houden. Het ging in dit arrest over dwaling.
In het arrest Plas/Valburg gebeurde iets vergelijkbaars als bij De Meeuw. De Hoge Raad stelde dat je
in principe weg mocht lopen, maar als je langer aan het onderhandelen bent, dan kan dit niet meer
altijd. Maar door deze uitspraak durfden men niet meer met elkaar te onderhandelen. Dus hierna
kwamen meer arresten waarin de vrijheid meer benadrukt werd.
In het arrest CBB/JPO kwam het sluitstuk: er is vooral grote vrijheid, alleen met een kleine
beteugeling van de redelijkheid en billijkheid. Volgens de rechtbank mocht CBB hier niet meer
zomaar weglopen dus was aansprakelijk, maar op grond waarvan? Want er is nog geen contract. En
het is ook niet echt een onrechtmatige daad. Dus gaat om strijd met de redelijkheid en billijkheid. De
Hoge Raad was het oneens, stelde dat het alleen ging om een grote onaanvaardbaarheid van
afbreken, bijvoorbeeld als de wederpartij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat er een
contract zou komen. Het gaat dus echt om een uitzondering waarin afbreken niet mag zonder
aansprakelijkheid. Of er gerechtvaardigd vertrouwen is moet worden beoordeeld aan de
omstandigheden, zoals aan wat de afbrekende partij er zelf aan heeft bijgedragen.
Bij de Meeuw was vier jaar onderhandeld, maar De Meeuw kwam steeds met nieuwe eisen voordat
hij zijn handtekening wilde zetten, dus het komt vooral door hem en niet door de afbrekende partij.
Als je wel aansprakelijk wordt gesteld ben je ook aansprakelijk voor gederfde winst. Voor de kosten
moet de teleurgestelde partij zelf een grond aandragen.
Deel 2:
Het gaat over vertegenwoordiging. De vertegenwoordiger handelt, maar de gevolgen zijn voor de
achterman/principaal/vertegenwoordigde. Er is wettelijke vertegenwoordiging (minderjarigen) en
vertegenwoordiging bij rechtspersonen (bedrijven) maar ook procesvertegenwoordiging (advocaat)
en vertegenwoordiging bij volmacht. Volmacht is geregeld in de art. 3:60 e.v. Volgens art. 3:78 zijn
die artikelen ook van toepassing op andere vormen van vertegenwoordiging.
, Volgens art. 3.60 BW is volmacht de bevoegdheid die de volmachtgever verleent aan een ander, de
gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten. De gevolmachtigde is een
tussenpersoon. De volmachtgever is een principaal of achterman. Het gaat om een bevoegdheid van
de gevolmachtigde, geen verplichting!
In art. 3.66 BW staat de kernbepaling van volmachtsrecht. Een door de gevolmachtigde binnen de
grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar
gevolgen de volmachtgever. Dit is dus het gevolg. Maar dan moet de volmacht wel goed verlopen.
Hoe is volmacht succesvol zodat dit gevolg intreedt?
- Er moet binnen de grenzen van bevoegdheid zijn gehandeld.
- Er moet in naam van de volmachtgever zijn gehandeld.
“In naam van” wordt bepaald door de wilsvertrouwensleer. Dit staat in het arrest Kribbebijter, zie
ook de kennisclip. Het paard werd aangeschaft maar had een gebrek.
Onbevoegde vertegenwoordiging bestaat in twee vormen.
- De “gevolmachtigde” handelt onbevoegd omdat hij nooit volmacht had gekregen.
- De gevolmachtigde handelt onbevoegd omdat hij een kleinere volmacht had gekregen.
In dit geval, is niet voldaan aan de volmacht en komt dus geen rechtshandeling tot stand tussen de
wederpartij en de achterman. De achterman wordt niet getroffen. De achterman kan de
rechtshandeling achteraf wel bekrachtigen. Als dit wordt gecommuniceerd aan de wederpartij dan
komt de rechtshandeling toch tot stand.
In art. 3.61 lid 2 BW gaat het over de wederpartij. De wederpartij kan soms niet weten dat de
pseudo-gevolmachtigde niet genoeg bevoegdheid had om een rechtshandeling te sluiten. Is een
rechtshandeling in naam van een ander (volmachtgever) verricht, dan kan tegen de wederpartij,
indien zij op grond van een verklaring of gedraging van die ander (de achterman) heeft aangenomen
en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat een toereikende
volmacht was verleend, op de onjuistheid van deze veronderstelling geen beroep worden gedaan.
Dus als de wederpartij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat de gevolmachtigde echt
bevoegd was, door een gedraging of verklaring van de achterman, dan kan de wederpartij zich wel
beroepen op het tot stand komen van de rechtshandeling. Het gebrek wordt dan geheeld. Dit is het
toedoensvereiste. Maar hier hoeft de achterman helemaal niet zoveel doen. Het kan zelfs zijn dat de
achterman niets deed maar dat er feiten en omstandigheden voor zijn risico kwamen. Dit staat in
arrest ING/Bera.
Bera Holding is in eigendom van Berner. Hij werkt samen met Ramkalup maar die is niet bevoegd.
ING maakt geld over naar Ramkalup omdat zij dacht dat Ramkalup bevoegd was geld op te nemen
van de Bera rekening. Mocht ING erop vertrouwen dat de gevolmachtigde (Ramkalup) de achterman
(Bera) bevoegd vertegenwoordigt, ook al deed de achterman niks? De Rechtbank en het Hof vonden
van niet. De Hoge Raad vond van wel. Niet alleen toedoen is relevant om gerechtvaardigd
vertrouwen op te wekken. Ook feiten en omstandigheden die voor risico van de achterman komen,
kunnen gerechtvaardigd vertrouwen generen. Zo werden afschriften naar Ramkalup gestuurd, wat
Berner wist, en hij lette niet goed genoeg op de rekening van Bera om snel op te treden. Dus
daardoor raakte hij gebonden want ING mocht vertrouwen op bevoegdheid van Ramkalup.
Na ING/Bera was de Hoge Raad bang voor een sneeuwbaleffect. Er kwamen de arresten
Tamacht/Hodenius, Aventura en Gesplitste appartementen. De Hoge Raad wilde misbruik door
pseudo-gevolmachtigden voorkomen. De boodschap van de Hoge Raad was dus dat de achterman
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yara99. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.79. You're not tied to anything after your purchase.