100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Hoorcolleges Inleiding Strafrecht $5.86   Add to cart

Class notes

Hoorcolleges Inleiding Strafrecht

 5 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Aantekeningen van alle hoorcolleges van het vak Inleiding Strafrecht.

Preview 3 out of 28  pages

  • October 23, 2022
  • 28
  • 2019/2020
  • Class notes
  • Van dongen, van kogelenberg, paolino
  • All classes
avatar-seller
Hoorcolleges Inleiding Strafrecht
Eerste hoorcollege

18-11-19

Eerst drie weken formeel strafrecht, dan materieel.

Strafrecht is publiekrecht want betreft de relatie tussen overheid en burger, dus het is verticaal.
Strafrecht is er om de samenleving te dienen, om een leefbare situatie te creëren voor iedereen. Het
verschil met het civiele recht is dat het daarbij om horizontale relaties gaat, van burgers onderling.

Strafrecht is ook sanctierecht, want het is altijd gericht op het opleggen van straffen en/of
maatregelen.

Straffen en maatregelen opleggen gebeurt met strafdoelen en heeft effecten. Bij straffen gaat het
voornamelijk om vergelding. Bij maatregelen vooral om generale preventie, speciale preventie en
reparatie. Straffen hebben ingrijpende effecten voor verdachten en veroordeelden, maar de
aanleiding, het strafbare feit, was ingrijpend voor slachtoffers en samenleving.

Speciale preventie kan door iemand uit de samenleving te halen en door iemand te leren wat goed
en fout is/te behandelen.

Herstel duidt op bijvoorbeeld schadevergoeding.

Strafrecht is het enige rechtsgebied waardoor kan worden ingegrepen in iemands vrijheid door
gevangenisstraf of TBS, etc.

Er zijn straftheorieën over welke straf of sanctie opgelegd moet worden, meestal
verenigingstheorieën.

Er wordt onderscheid gemaakt tussen rechtsbescherming en instrumentaliteit. We willen de
verdachten en veroordeelden beschermen tegen de overheid (rechtsbescherming). We willen
namelijk geen politiestaat hebben. Dus er moeten waarborgen in het strafrecht gelegen zijn zodat de
overheid regels heeft om zich aan te houden. Aan de andere kant willen we dat strafrecht de
samenleving beschermt tegen mensen die overgaan tot strafbare feiten (instrumentaliteit). Dus er
moeten bevoegdheden aan de overheid worden gegeven zodat ze mensen kunnen beschermen. Hoe
meer rechtsbescherming je kan bieden, hoe minder instrumentaliteit je kan hebben. Hoe meer
instrumentaliteit je wilt hebben, hoe minder rechtsbescherming je kan bieden. De afweging
hiertussen valt anders uit in verschillende situaties. Bij terrorisme zijn we bijvoorbeeld extra
instrumenteel en dus minder rechtsbeschermend.

Materieel strafrecht houdt in welk gedrag strafbaar is (week 4-6). Dus wat de handeling is en wat de
straf erop is. Formeel strafrecht is strafprocesrecht en gaat over de verwezenlijking van materieel
strafrecht: dus hoe het onderzoek en de handhaving moet verlopen (week 1-3). Dan is er nog
strafrechtelijk sanctierecht over de soorten straffen en maatregelen en wat ze inhouden (week 7).

Een strafbaar feit is een gedraging die valt binnen de grenzen van een wettelijke delictsomschrijving,
die wederrechtelijk is en verwijtbaar aan de verdachte.

Inhoud van dit hoorcollege:

• Aard en functies van het strafprocesrecht

• Fasen in de strafrechtspleging

, • Deelnemers aan het strafproces

• Bronnen van strafprocesrecht

• Het strafvorderlijk legaliteitsbeginsel

• Ongeschreven recht: beginselen van een goede procesorde

• Voordoen: Arrestanalyse Braak bij binnentreden

• Enkele andere uitgangspunten en beginselen van strafvordering benoemen

Het strafprocesrecht heeft aard en functies. Het hoofddoel van het strafproces is de juiste toepassing
van het materiële strafrecht op daders mogelijk te maken. Maar er zijn ook nevendoelen, zoals het
mogelijk maken van speciale en generale preventie, voorkomen van eigenrichting, kanaliseren van
maatschappelijke onrust (“het wordt aangepakt, de overheid is in controle”), erkenning en
genoegdoening van het slachtoffer. Ook strekt het strafprocesrecht to de controle van de overheid in
opsporing, vervolging en berechting. Dit idee kwam van A.A.G. Peters. Daarmee wordt de
rechtsbescherming gegarandeerd. Het heet ook wel secundaire controle. Dit komt naast het
kanaliseren van de maatschappelijke onrust.

De structuur van het strafproces.

In het vooronderzoek is het opsporingsverzoek. Via een davaarding gaat het dan naar het
eindonderzoek in eerste aanleg, hoger beroep en cassatie.

Het vooronderzoek is gematigd of getemperd inquisitoir. Dit komt van de inquisitie, waarbij de
burger moest dulden dat de overheid bevoegdheden jegens hem uitoefent. Maar wij hebben er wel
regels en voorwaarden voor, wat de Spaanse inquisitie niet echt had, dus het is
gematigd/getemperd. Het doel is bewijs verzamelen om iemand te kunnen veroordelen.

Er is ook verkennend onderzoek, als iemand nog geen verdachte is, bijvoorbeeld bij terrorisme.

Je hebt rechten in het vooronderzoek en in het eindonderzoek.

Je kan in hoger beroep om over feitelijke kwesties te klagen, en dan nog in cassatie om te klagen over
rechtstoepassing (vormverzuim, gebrekkige motivering, rechtsvragen).

Het eindonderzoek is gematigd accusatoir. In Nederland hebben we geen juryrechtspraak, waarbij de
rechter slechts de orde moet bewaren. Maar de rechter moet vooral zelf onderzoek doen. Hij
ondervraagt zelf de verdachte.

In Nederland worden veel zaken geseponeerd (niet aan de rechter voorgelegd) of buitengerechtelijk
afgehandeld (via bijvoorbeeld ZSM of Officier van Justitie).

Als het wel bij de rechter komt, wordt vooral het strafdossier besproken. Dit is een
verificatiebespreking. Of wat in het dossier staat klopt.

Deelnemers van het opsporingsonderzoek zijn opsporingsambtenaren (politie), verdachte met
raadsman/-vrouwe, hulpofficier van justitie (komt niet van OM maar van de politie!), officier van
justitie (van OM, leider van opsporingsoderzoek, hij stelt de dagvaarding op), rechter-commissaris
(geeft toestemming voor vergaande onderzoeksmethoden) en raadkamer van de rechtbank (geeft
toestemming voor verlengen van vrijheidsbeneming in vooronderzoek).

, Deelnemers aan eerste aanleg zijn rechtbank, slachtoffer, getuigen en deskundigen, en wie er al bij
het opsporingsonderzoek zijn genoemd.

Bronnen van strafprocesrecht zijn het Wetboek van strafvordering, bijzondere wetten (Politiewet,
Opiumwet, Wet wapens en munitie, Wegenverkeerswet, Wet economische delicten, etc.),
internationale rechtsinstrumenten ((1)mensenrechtenverdragen zoals het EVRM, en (2) de richtlijnen
van de Europese Unie), lagere wetgeving en beleidsregels zoals de AMvB’s, en ongeschreven recht
zoals de beginselen van een goede procesorde.

Het legalitietsbeginsel is belangrijk. Volgens art. 1 Sv heeft strafvordering alleen plaats op de wijze bij
de wet voorzien. Het gaat om een wet in formele zin. Als er sprake is van meer dan beperkte
inbreuken op rechten en vrijheden is er ook een specifieke wettelijke grondslag nodig, volgens HR
Bloedproef. En als er een grondslag is, moet die door de rechter strikt worden geïnterpreteerd. Dit
staat ook in HR Bloedproef.

Maar de EHRM gaat aan van het materiële begrip ‘law’. Er volgen kwaliteitseisen uit. De wet in
materiële zin betreft ook ongeschreven recht en lager recht. Als een forseeabilitie en enforcability(?)
wordt voldaan kan er al aan worden voldaan.

Dus het legaliteitsbeginsel bestaat uit het vereiste van een wettelijke grondslag en de toetsing van
het concrete optreden aan geschreven en ongeschreven recht. De wettelijke grondslag moet een
expliciete bevoegdheid zijn, maar staat soms in bijzondere wetten ipv in het Sv. Delegatie van de
bevoegdheden is meestal toegestaan. Iets kan ook volgen uit de beleidsregels of de algemene
taakstelling van de politie. Voor het een is het ander nodig, dus ook toegestaan als voor het een als
de bevoegdheid in de wet ligt (zie HR Stille SMS).

Als die bevoegdheid er is, moet de wijze van uitoefening ervan dus nog worden getoetst. Ook aan de
ongeschreven recht, dus aan de beginselen van een goede procesorde, zie HR Braak bij
binnentreden.

Hoe lees je een arrest? Zie de handleiding arrestanalyse. Want strafrecht is anders dan ander recht
omdat je nauwkeuriger moet lezen. Behandel altijd de relevante feiten, de rechtsvraag, de
rechtsgang (rechtbank, Hof (verweren en reactie), middel van cassatie, conclusie A-G, overweging
HR) en de evaluatie (theorie, toepassing, conclusie).

De rechtsvraag is de juridische vraag beantwoord door de Hoge Raad. Het vormt een belangrijk
criterium voor de selectie van de relevante feiten en de bespreking van de rechtsgang. Hij is vaak pas
definitief te formuleren na het lezen van het hele arrest. Vaak vormen de cassatiemiddelen in
combinatie met de daarbij horende overwegingen van de HR een belangrijke indicatie.

De relevante feiten staan vaak verspreid door te tekst. Ze komen uit de bewezenverklaring en
eventuele bewijsmiddelen. Ze bepalen de strafmotivering en worden meer behandeld in de conclusie
en eventuele noot.

Je moet de kernoverweging van de Hoge Raad gebruiken bij de evaluatie.

Belangrijke beginselen in het strafprocesrecht:

Ten aanzien van de rechter

• Rechterlijke onafhankelijkheid en onpartijdigheid

• Onmiddellijkheidsbeginsel

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Yara99. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

67232 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.86
  • (0)
  Add to cart