2 Oefentoetsen voor leerjaar 3 periode 1 voeding en dietetiek aan de HAN.
Hierbij komen alle vakken die deze periode aan bod komen terug --> Pathofysiologie, dieetleer, onderzoek, sociale wetenschappen en praktijk. Totaal 110 meerkeuzevragen over alle onderwerpen die in bod komen deze period...
Productleer, Communicatie En Voedselbereiding
All documents for this subject (18)
2
reviews
By: mary-allenbell • 1 year ago
By: lisettecucaro • 2 year ago
Seller
Follow
carmenhorn
Reviews received
Content preview
1. Oefentoets Leerjaar 3 Periode 1:
Pathofysiologie:
1. Gegeven: RAAS heeft te maken met de nieren. Vraag: Wat is de functie van RAAS?
a. Regeling vochtbalans
b. Regeling bloeddruk
c. Erytropoëse ontwikkelen rode bloedcellen
2. Welk orgaan scheid drugs uit?
a. Nieren
b. Lever
c. Blaas
3. Gegeven: Prerenaal, postrenaal en renaal zijn begrippen in de pathofysiologie. Vraag: Wat is
renaal?
a. Met betrekking tot operaties
b. Met betrekking tot de mild
c. Met betrekking tot de Nier
4. Gegeven: Diabetes mellitus is een risicofactor voor verschillende ziektebeelden. Vraag:
Welke ziektebeelden?
a. Nierinsufficiëntie, Failure to Thrive, Allergiën
b. Nierinsufficientie, Hartfalen, nierkanker
c. Er is onvoldoende literatuur om deze conclusie te trekken
5. Gegeven: Wasting en Stunting zijn 2 termen die vaak worden gebruikt bij ondervoeding.
Vraag: Wat is waar over deze termen?
a. Wasting en Stunting komt even vaak voor bij acute als chronische ondervoeding.
b. Wasting komt vaker voor bij acute ondervoeding, Stunting komt vaker voor bij
chronishce ondervoeding.
c. Wasting komt vaker voor bij chronische ondervoeding, Stunting komt vaker voor bij
acute ondervoeding.
6. Gegeven: Bij kinderen met een groeiachterstand wordt vaak gezegd dat ze last hebben van
`failure to thrive’. Vraag: Failure to Thrive is een diagnose.
a. Juist
b. Onjuist
7. Gegeven: Ghreline en Leptine zijn 2 hormonen die te maken hebben met eetlust. Vraag:
Welk hormoon zorgt voor wat?
a. Ghreline zorgt voor een hongergevoel, Leptine zorgt voor een verzadigingsgevoel.
b. Ghreline zorgt voor een verzadigingsgevoel, Leptine zorgt voor een hongergevoel.
, c. Ghreline en Leptine hebben een andere functie.
8. Wat is geen fysiek gevolg van Anorexia Nervosa?
a. Lanugo donshaarvorming
b. Acrocyanose blauwe uitstekende ledenmaten (neus,hand,voet)
c. Dikke klieren
d. Duizeligheid
9. Wat is geen symptoom bij mensen met Boulimia Nervosa?
a. Tandbederf
b. Teken van Russel
c. Oedeem
d. Hyperthermie
10. Stelling: Bij zowel een voedselallergie als voedselintolerantie komen antistoffen te pas.
a. Juist
b. Onjuist
c. Antistoffen komen alleen voor bij intoleranties
11. Wat is PICA?
a. Oprispen van voedsel uit de maag
b. Vermijden van voedsel van bepaalde kleur, textuur of smaak
c. Consumeren van niet eetbare dingen zoals stenen, haar en behang
Sociale wetenschappen:
12. Anorexia is altijd een gevolg van emotionele of psychologische omstandigheden?
a. Juist
b. Onjuist
13. Gegeven: emoties bestaand uit 4 onderdelen. Vraag: Wat is GEEN onderdeel van emoties?
A. Fysiologische arousel
B. Cognitieve interpretatie
C. Subjectieve gevoelens
D. Gedragsmatige expressie
E. Emotionele uitdrukking
14. Gegeven: REO is een screeningslijst die informatie geeft over mogelijk problemen bij de
behandeling van obesitas. Hierbij geeft REO vooral informatie over het mogelijk aanwezig zijn
van een eetstoornis en/of depressie. REO gebruikt schaalscores van 1-5. Vraag: Bij welke
afkapwaarde van de totaalscore is de kans erg groot dat er naast overgewicht/obesitas ook
een onderliggende eetstoornis aanwezig is?
, A. 70 of hoger
B. 80 of hoger
C. 90 of hoger
15. Wat is volgens de REO geen Schaal die een relatie heeft met eetbuistoornis?
a. Lijnverleden
b. Verstoring psychosociaal functioneren
c. Onrealistische verwachting van streefgewicht
d. Verstoorde relatie met sociale omgeving
16. Wat is de meest voorkomende oorzaak van groeiachterstanden?
a. Onvoldoende voedingsinname
b. Verlies/inadequate verwerking van voedingstoffen
c. Verhoogde energiebehoefte
17. Wat is geen veel voorkomend symptoom/klacht bij dialysepatiënten?
a. Droge huid
b. Duizeligheid
c. Prikkelbaar
d. Slaapproblemen
Dieetleer:
18. Wat is het dieetadvies over eiwit bij chronische nierschade?
A. 0,8g eiwit/kg
B. 1,2-1,5g eiwit/kg
C. 0,83g eiwit/kg
19. Wat is NIET waar over de dieetadviezen bij nierpatiënten volgens de voedingsnormen?
A. De ADH voor Kalium is bij mannen en vrouwen met nierziekten hetzelfde
B. De ADH voor Calcium is voor mannen en vrouwen met nierziekten hetzelfde
C. De ADH voor Magnesium is voor mannen en vrouwen met nierziekten hetzelfde
20. Wanneer er bij cliënten met klachten laboratoriumwaarden worden verkregen wordt er vaak
gesproken over het meten van `Serumwaarden’. Wat is serum?
A. Een ander woord voor bloed
B. Urine
C. De vloeistof die over blijft na het stollen van het bloedplasma
D. Fibrinogeen (stollingseiwit) in bloedplasma
E. Ontlasting
21. Wat is GEEN belangrijk Laboratoriumwaarde om het beloop en stadium van chronische
nierschade in kaart te brengen?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller carmenhorn. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.97. You're not tied to anything after your purchase.