Dit is een samenvatting voor Financieel Management 1 voor de opleiding Sportkunde, leerroute SM&O. In deze samenvatting staan hoofdstuk 2, 3, 5, 6, 11 en 12.
2.3 Het investeringsplan
Om een financieel plan op te stellen, moet je de behoefte aan productiemiddelen
vastleggen. Dit noemen we investeren. Om dit te kunnen doen maak je een
investeringsplan.
Zo’n plan maak je door de debetzijde van de oprichtingsbalans in te vullen.
Vaste activa gaat meerdere productieprocessen mee
Vlottende activa gaat één productieproces mee
2.4 Het financieringsplan
In een financieringsplan bekijk je welk bedrag je als eigenaar beschikbaar stelt om in
je vermogensbehoefte te voorzien. Daarna kijk je hoeveel vermogen je nog moet
aantrekken (lenen bij de overheid, onderhandse lening (familie, vrienden)).
2.5 De oprichtingsbalans
Als het investerings- en financieringsplan zijn opgesteld, kan er een
oprichtingsbalans gemaakt worden. Dit is een combinatie van allebei de plannen.
2.6 Startproblemen
Durfkapitaal achtergestelde lening
Dit kan een oplossing zijn in het geval dat er financieringsproblemen zijn.
Andere schuldeiser gaan in dit geval voor met het aflossen. Over de ontvangen
interest wordt door de overheid ook geen belasting gerekend.
De behoefte aan machines, transportmiddelen etc. zijn vaak te groot. Door een
operationele leasing kan de aanschaf van deze middelen/producten toch mogelijk
worden gemaakt. Je schaft de productiemiddelen niet aan, maar je huurt ze.
Ondernemingsinkomen verschil tussen omzet en kosten
Gewaardeerd loon het bedrag wat een ondernemer als werknemer kan verdienen
als hij in loondienst is
Gewaardeerde interest beloning voor het ter beschikking stellen van je eigen
vermogen
2.7 De winst- en verliesrekening
Een beginnende ondernemer stelt altijd een prognose op voor het komende jaar.
Daartegenover staan allerlei bedrijfskosten die nodig zijn om de omzet te realiseren.
In een eenmanszaak is dit ondernemingsinkomen bestemd voor de arbeid die is
geleverd, het eigen vermogen wat in de onderneming zit en een beloning voor het
ondernemen op zich. De nettowinst van een eenmanszaak is ook het inkomen
waarover je inkomstenbelasting betaalt.
2.8 Ontvangsten, opbrengsten, kosten en uitgaven
, In het geval van verkopen op rekening ontstaan er debiteuren. De opbrengsten van
maart komen pas in mei binnen. Opbrengsten boek je dan in maart, en de
ontvangsten pas in mei. Om deze reden ontstaat er een degelijk verschil tussen de
opbrengsten en ontvangsten in een bepaalde periode.
Hetzelfde probleem is er bij kosten en uitgaven. Arbeidskosten lopen gelijk op met
uitgaven aan loon en te betalen premies.
2.9 Verandering eigen vermogen en liquide middelen
Kosten en opbrengsten beïnvloeden het eigen vermogen en uitgaven en
ontvangsten de liquide middelen.
Ontvangsten en uitgaven beïnvloeden de liquide middelen. Aan het begin en eind
van een periode wordt de hoeveelheid liquide middelen vastgesteld
(tijdstipgrootheid).
2.10 De waardekringloop
De waardekringloop (onderstaande afbeelding) laat zien dat tussen de
handelsposten er gebeurtenissen plaatsvinden die de veranderingen kunnen
verklaren.
Inkopen Voorraad Verkopen
Crediteuren Debiteuren
Betalingen Liquide middelen Ontvangsten
o De crediteuren nemen toe door inkopen en nemen af door de betaling daarvan
o De debiteuren nemen toe door verkopen en nemen af door de betaling daarvan
o De voorraad neemt toe door inkopen en neemt af door verkopen
o De liquide middelen nemen af door betalingen en nemen toe door ontvangsten
Hoofdstuk 3: Ondernemingsvormen
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller resmivoorneveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $9.06. You're not tied to anything after your purchase.