Samenvatting Portaal, ISBN: 9789046905760 Taal 1 (PABA-H112)
25 views 0 purchase
Course
Taal 1 (PABAH112)
Institution
Rijksuniversiteit Groningen (RuG)
Book
Portaal
Een goede, geordende samenvatting van alle stof voor Taal 1 van het boek Portaal van H. Paus. De stof is gesorteerd per hoofdstuk en per paragraaf. Begrippen zijn dikgedrukt en opsommingen staan netjes in rijtjes. De stof is gesorteerd per paragraaf. Alle informatie staat in de samenvatting.
1.1 Taal zorgt voor expressie, contact en ontwikkeling.
Drie kernfuncties van onderwijs:
1. Kwalificatie (het zich eigen maken van kennis, vaardigheden en houdingen die
leerlingen kwalificeren voor het leven in de maatschappij)
2. Socialisatie (cultuurkenmerken overnemen -> lid van gemeenschap)
3. Subjectivering (vorming van persoon, geen ‘object’)
Wetenschappelijke leertheorieën zijn: behavioristisch, cognitief en
constructivistische/sociaal-cultureel. Constructivisme -> leren is een actief en interactief
proces.
1960 -> communicatie en expressie belangrijker in onderwijs
1.2 Belangrijke visies op taalonderwijs
Traditioneel -> veel schriftelijk, grammatica en spelling belangrijk. Veel in
deeldomeinen, hierdoor niet evenwichtig en alleen meetbare dingen in taal. Kinderen
ervaren dit als niet zinvol. Voordeel is dat het overzichtelijk is.
Thematisch-cursorisch -> kinderen leren taal gebruiken in zinvolle gebruikssituaties.
Thematisch. Leraar is begeleider. Daarnaast cursorische elementen zoals technisch
lezen, spelling, grammatica die niet in thema passen. Voordeel is dat leerlingen dit
als zinvol ervaren, nadeel dat het veel tijdkost en de leerkracht kan kennis niet meten.
Vanaf 1970
Taal bij alle vakken -> leerkracht probeert door uitgekiende instructies en goed
omschreven taaltaken het denkproces bij leerlingen te ontwikkelen. Voordeel =
betekenisvol voor leerlingen, transferproblemen worden voorkomen. Nadeel =
sommige onderdelen kun je beter cursorisch aanbieden. Vanaf 1980
Communicatief taalonderwijs -> Leerlingen kunnen goed mondeling en schriftelijk
communiceren. Overbrengen van bedoeling is belangrijker dan correctheid. Voordeel
= hoge motivatie leerlingen. Nadeel = situaties kunnen gekunsteld zijn, spelling is ook
wenselijk
Whole languagebenadering -> geen domeinen, maar taal als geheel en in
samenhang ervaren en leren. Taal leer je door taal te gebruiken, de taalgebruiker
staat centraal. Vertellen, teksten schrijven (alle taalvaardigheden geïntegreerd)
Bespreken van teksten.
Strategisch taalonderwijs -> Bij het uitvoeren van communicatieve taken moeten
leerlingen strategieën beheersen. Voordeel = greep op taal, nadeel = procedures
vervelend, doel op zich. Vanaf 1985
Taakgericht onderwijs -> Door een lastige taak uit te voeren, waarmee ze moeten
worstelen, maar als ze de kloof hebben overbrugt, leren ze. Voordeel = betekenisvol.
Nadeel = cursorisch is ook belangrijk. Vanaf 1990
Interactief taalonderwijs
- Betekenisvol leren, met contexten, actief prces
- Sociaal leren, leren in samenspraak en samenwerking met anderen (volwassenen)
- Strategisch leren, strategieën nodig die ze zelf verwerven en waarbij de expliciete
instructie krijgen
Open leersituaties en ook gerichte instructie is belangrijk. Balans. Meest gebruikt.
Visies worden vaak gemixt.
,1.3 Inhouden taalonderwijs zijn: vaardigheden (lezen, schrijven, luisteren, spreken),
woordenschat, jeugdliteratuur, taalbeschouwing (reflecteren en nadenken over taal en
functies van taal).
Functies van taal zijn:
1. Communicatieve/sociale functie
2. Conceptualiserende/cognitieve functie
3. Expressieve functie
Kerndoelen = verplichte aanbod in onderwijs (blz. 37)
Tussendoelen helpen om samenhang aan te brengen tussen verschillende vakken (en taal)
Referentiekader taal en rekenen gaat over niveau. Vier domeinen bij taal = mondelinge
taalvaardigheid, lezen, schrijven, begrippenlijst en taalverzorging. 1F = basisschool, speciaal
en praktijkonderwijs. 2F mbo 1,2,3 en vmbo. 3F mbo 4 en havo. 4F vwo. 75% haalt niveau.
Er zijn ook streefniveau’s
Leerstoflijnen maken de referentie doelen concreter en laten zien hoe de niveaus bereikt
kunnen worden. Bundeling concrete lesdoelen.
Doelen kunnen bereikt worden met methodes of scholen stellen zelf doelen op.
Groeps- en individuele doelen (differentiëren)
1.4 Didactiek heeft te maken met visie, incidenteel en intentioneel leren
Regelgenererend vermogen = kinderen kunnen nieuwe zinnen construeren op basis van een
grond regel die ze zelf hebben ontdekt.
Er zijn twee soorten leersituaties
- Instructieve leersituaties -> directe instructie en oefeningen
- Constructieve leersituaties -> Leerkracht gaat in op leervragen met ankers
(contexten die uitdagen op problemen te verkennen)
Of met routines (terugkerenende, vaststaande en herkenbare leersituatie die
aanzetten tot communicatie en leiden tot taalactiviteiten) Zijn herkenbaar,
daardoor zijn leerlingen betrokken op de inhoud.
We gaan uit van een balans tussen instructieve en constructieve situatie. De keuze van de
leraar hangt af van:
Zijn visie op taalonderwijs
De inhoud van de leerstof
1.5 Evaluatie
Er zijn verschillende soorten toetsen
- Summatieve toetsen -> kennisdomein beheersen, kwaliteitsoordeel, je kan
zakken of slagen
- Formatieve toetsen -> geven aan in hoeverre de leerling/groep een onderdeel
beheerst. Van belang om onderwijs te evalueren en daardoor aan te passen
1.6
, Sommige leraren zijn gefocust op de vorm van taal (weinig fouten taalgebruik, spelling,
oefening, onderwijs in deelvaardigheden) anderen vinden de inhoud (cultuuroverdracht)
belangrijker.
Onderwijs beweegt zich altijd tussen sturen en begeleiden.
Een leraar moet weten welke uitgangspunten hij heeft, kan materiaal uit verschillende
methodes selecteren, buiten de methode lessen ontwikkelen, reflecteren, keuze
verantwoorden.
Goed taalonderwijs heeft 9 uitgangspunten,
Goed taalonderwijs is….
1. Bedoeld voor iedereen en kindgericht
2. Sprankelt (= leerzaam en aantrekkelijk)
3. Doel én middel
4. Een balans van deelvaardigheden en het geheel
5. Doelgericht
6. Betekenisvol en functioneel
7. Taalontwikkelend
8. Gericht op bedoeling, proces en effect
9. Interactief
HOOFDSTUK 2
2.1 In taal wordt er onderscheid gemaakt tussen gesproken en geschreven taal en
receptieve en productieve processen. De vier domeinen van taal zijn schrijven, lezen,
spreken en luisteren.
Geletterdheid is de vaardigheid om te lezen en schrijven en ook het kunnen omgaan met
informatie in teksten en visueel. Meestal wordt er onderscheid gemaakt tussen ontluikende
geletterdheid (0 t/m 4 jaar) beginnende geletterdheid (groep 1 t/m 3) en gevorderde
geletterdheid (groep 4 t/m 8)
Taal is een complex systeem van tekens en regels waarmee mensen betkenissen met elkaar
uitwisselen met verschillende functies.
Taal heeft verschillende functies
Taal heeft betekenis
Taal heeft een systeem
2.2 De hoofdfuncties van taal zijn:
1. Communicatiemiddel
2. Greep krijgen op de werkelijkheid (conceptualiserende functie)
3. Middel tot expressie
Bij communicatie is er sprake van een zender, een boodschap en een ontvanger.
Communicatie vindt plaats in context. Soms is er feedback. Dit geldt voor schriftelijke en
mondelinge communicatie.
Communicatie in een dialoog is veel meer recursief (zichzelf herhalend). De stappen uit het
communicatieproces wisselen zich voortdurend en snel af en in een wisselende volgorde.
Snijvlak schriftelijke en mondelinge communicatie = chatten
Effectief schriftelijk taalgebruik is duidelijk, efficiënt, gepast, aantrekkelijk en correct.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller flinezomer. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.93. You're not tied to anything after your purchase.