Wat is straf(proces)recht?
Handhaving van normconform gedrag door middel van leedtoevoeging.
Waaruit bestaat het straf(proces)recht?
Materieel strafrecht: welke gedragingen zijn strafbaar en welke sancties volgen?
Het gevolg is het bestanddeel.
(Wetboek van Strafrecht + bijzondere wetten).
+
Formeel strafrecht (strafprocesrecht): welke voorschriften voor welke strafrechtelijke procedure
(opsporing, vervolging en berechting) en welke wijze van procederen?
De handeling is het bestanddeel.
(Wetboek van Strafvordering + bijzondere wetten).
Comuun strafrecht: het Wetboek van Strafrecht
à Algemeen strafrecht.
+
Bijzonder strafrecht: specifieke onderwerpen die zijn opgenomen in aparte wetten en waar bijzonder
strafvorderlijke bevoegdheden in zijn opgenomen. (V.b.: Wet wapens en munitie, Wegenverkeerswet,
Opiumwet).
Wat is het doel van het Nederlandse Strafrecht?
Handhaving die gericht is op het afdwingen van normconform gedrag (preventie).
Sancties op strafbaar gedrag. (Vergelding)
Maar: Ultimum remedium-beginsel: laatste oplossing.
à Het strafrecht moet pas worden toegepast als er geen mogelijkheid is voor alternatieve oplossingen
in het civiele recht.
Wanneer wordt een overtreding van een rechtsnorm een strafbaar feit?
Schending rechtsnorm + geschreven reactie in Wetboek van Strafrecht of andere bepaling
= strafbaar feit.
Rechtsnorm: een gedragsnorm die in het recht geregeld is.
Wanneer is er sprake van een strafbepaling?
Delictsomschrijving + sanctienorm = strafbepaling.
Delictsomschrijving: wijst gedrag aan dat strafbaar is
Sanctienorm: geeft aan welke sanctie mag worden opgelegd bij overtreding van de
delictsomschrijving.
Rechtvaardigingsgrond: omstandigheid waardoor een gedraging, die normaal een strafbaar feit zou
hebben ingehouden, haar wederrechtelijke karakter verliest.
De wettelijke rechtsvaardigheidsgronden:
Overmacht in de zin van noodtoestand (art. 40 Sr)
Wettelijk voorschrift (art. 42 Sr)
Bevoegd gegeven ambtelijk bevel (art. 43 lid 1 Sr)
Noodweer (art 41 lid 1 Sr)
Schulduitsluitingsgrond: een omstandigheid waardoor de verwijtbaarheid (schuld) van een
verdachte aan een bepaalde feitelijke handeling ontbreekt.
,§ Theorieën legitimering van straf
Vergeldingstheorie: indien er sprake is van inbreuk op iemands lijf/goederen, mag de Staat namens
het slachtoffer ‘wraakhandelingen’ uitvoeren jegens degene die de aantasting heeft veroorzaakt. (Oog
om oog, tand om tand)
à Absoluut; de straf vindt zijn grondslag in het misdrijf.
Preventietheorie: met het straffen van personen wordt voorkomen dat anderen strafbare feiten zullen
plegen. Onder te verdelen in: generale preventie en speciale preventie
à Relatief; de straf beoogt een bepaald doel i.p.v. enkel vergelding.
Generale preventie: anderen dan alleen de misdadiger laten zien wat er gebeurt als je een
strafbaar feit pleegt en daarmee een gedragsnorm afdwingen om strafbare feiten te
voorkomen.
Speciale preventie:
1. Afschrikking voor de dader door het opleggen van een straf.
2. Verbetering in het gedrag van de dader.
3. Door verwijdering uit de samenleving, gaat de samenleving erop vooruit.
Geweldsmonopolie
De overheid heeft exclusief de bevoegdheid om geweld uit te oefenen op burgers.
Gelijke behandeling van burgers door benoemen van onpartijdige rechter. (Art. 113 Gw)
Voorkomen van ongecontroleerde wraak van burgers op elkaar.
Het legaliteitsbeginsel
Burgers kunnen slechts in overeenstemming met neergeschreven wetten gestraft worden. Burgers
behoren dus van tevoren te weten welke gedraging strafbaar is en welk gevolg dat kan hebben.
Vijf nadere betekenissen legaliteitsbeginsel:
1. Geen strafbaar feit zonder wet à gedragingen die wettelijk strafbaar zijn gesteld kunnen
door de rechter worden bestraft.
2. Geen straf zonder wet à geen strafbepaling op het gedrag? Geen veroordeling. Tevens mag
de rechter alleen maar die sancties opleggen die de wet aan het strafbare feit verbindt.
3. Geen terugwerkende kracht.
4. Geen analogische redeneringen à als de gedraging niet uitdrukkelijk wordt gesanctioneerd
in de wet, mag er geen sanctie worden gelegd op gedrag wat ‘erop lijkt’.
5. Lex certa: wetten moeten duidelijk genoeg zijn à een strafbepaling of wettelijk strafbaar
gedrag moet duidelijk omschreven zijn.
2
, Samenvatting hf 2 Materieel Strafrecht
De vier voorwaarden voor strafbaarheid:
1. Menselijke gedraging.
2. Delictsomschrijving.
3. Wederrechtelijkheid.
4. Schuld.
1. Menselijke gedraging: fysieke handeling door persoon of rechtspersoon.
Aanvulling: nalaten, rechtspersonen, deelnemingsvormen.
2. Delictsomschrijving: wijst gedrag aan dat strafbaar is + sanctienorm: geeft aan welke
sanctie mag worden opgelegd bij overtreding van de delictsomschrijving = strafbepaling.
Bestaat uit bestanddelen die bewezen moeten worden.
3. Wederrechtelijkheid: het gedrag wat in strijd is met het objectieve recht
Kan uitgesloten worden door: rechtvaardigingsgrond. Het feit is dus niet meer strafbaar.
4. Schuld: de gedraging moet aan de schuld van de dader te verwijten zijn.
Kan uitgesloten worden door: schulduitsluitingsgrond. De dader is niet meer strafbaar.
§ Bestanddelen en elementen
1. Bestanddelen: onderdelen van de delictsomschrijving die wettelijk zijn opgenomen en
moeten worden bewezen.
De menselijke gedraging is onderdeel van de delictsomschrijving, dit maakt het een
bestanddeel.
Let op! Zodra wederrechtelijkheid of schuld in de delictsomschrijving worden opgenomen zijn het
bestanddelen geworden en geen elementen meer, dan moeten deze dus wel bewezen worden.
2. Elementen: voorwaarden voor de strafbaarheid die niet zijn opgenomen in een wettelijke
delictsomschrijving à wederrechtelijkheid en schuld. Hoeven niet worden te bewezen.
!! Wanneer niet aan alle elementen is voldaan, kan er geen sprake zijn van een strafbaar feit.
Wat is het belang van bestanddelen en elementen?
à Bewijsrecht.
De elementen worden door de wetgever bij een strafbaar feit al aangenomen, deze hoeven dus niet
bewezen te worden.
3
, § Delictsvormen
1. Formele delicten
De actieve handeling ten aanzien van een bepaalde gedraging: er wordt nog niet gekeken naar de
gevolgen.
2. Materiële delicten
In de delictsomschrijving wordt het laten intreden van een bepaald gevolg strafbaar gesteld: dus het
strafbare feit wordt gepleegd wanneer het gevolg intreedt.
3. Commissie-/omissiedelicten
In de delictsomschrijving wordt een ‘handelen’ strafbaar gesteld.
Commissiedelict: specifieke handeling die strafbaar is gesteld.
Omissiedelict: een ‘nalaten’ wat strafbaar is gesteld.
4. Gekwalificeerde en geprivilegieerde delicten
Gronddelict: bepaald strafbaar feit.
Gekwalificeerd delict: ernstigere vorm van een ‘variatie’ op het gronddelict à zwaardere sanctienorm.
Geprivilegieerd delict: afgezwakte vorm van een ‘variatie’ op een gekwalificeerd delict à lichtere
sanctienorm.
§ Misdrijven en overtredingen
Waarom is onderscheid hiertussen zo van belang?
1. Overtredingen mogen nooit gesanctioneerd worden met een gevangenisstraf.
2. Het Wetboek van Strafvordering geeft bevoegdheden indien er sprake is van (verdenking van)
een misdrijf. Die bevoegdheden kunnen niet worden uitgeoefend wanneer er alleen sprake is
van (verdenking van) een overtreding.
3. Bepaalde uitbreidingen van strafbaarheid bij overtredingen zijn niet mogelijk.
4. Een poging tot overtreding is niet strafbaar.
Wetboek van Strafrecht is onderverdeeld in drie boeken:
1. Algemene deel.
2. Misdrijven.
3. Overtredingen.
Wetsduiding: een bepaalde handeling (delict) die als een misdrijf of overtreding is gekwalificeerd.
De plaats in het wetboek is dus beslissend of iets een overtreding of misdrijf is!
Samenvatting hf 3 Opzet en Schuld
4
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller super1es. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $8.05. You're not tied to anything after your purchase.