Inhoudsopgave
Casuistiek Hyper- en hyponatriëmie 2
Casus 1: 17 jarige gymnasiaste met duizeligheid 2
Casus 2: 45 jarige vrouw met hyponatriëmie 3
Casus 3: Man met longtumor 5
Casus 4: 3 jarig jongetje met een hyponatriëmie 7
Casus 5: 50 jarige man met diabetes insidipus 8
Casuïstiek Hyper- en hypokali mie 9
Casus 1: 60 jarige man met voorgaand MI 9
Casus 2: 16 jarig meisje met hypertensie 10
Casus 3: 22 jarige vrouw met vermoeidheid en zwakte 11
Casus 4: 62 jarige man met hyperkaliëmie 12
Casus 5: 54 jarige man met de ziekte van Addison 13
ë
, Casuis ek Hyper- en hyponatriëmie
Casus 1: 17 jarige gymnasiaste met duizeligheid
Een 17-jarige gymnasiaste heeft last van duizeligheid. Daarnaast heeft zij last van prikkelingen in handen en
voeten en rond de mond. Zij drinkt veel en plast 5 - 6 liter per etmaal. Het lichamelijk onderzoek levert geen
afwijkingen op en een bloeddruk van 120/75mmHg. De serum Na concentratie bedraagt 130 mmol/l en
osmolaliteit 270 mOsmol/kg. De meegebrachte 24-uurs urine heeft een volume van 5600 ml met een
osmolaliteit van 80 mOmsol/kg (laag) en een natrium concentratie van 30mmol/L (neemt dus veel zout in).
1. Wat is het elektrolyt probleem? Normaalwaarde natrium in serum: 135-145 —> dus verlaagde natrium,
maar de bloeddruk is wel goed dus de absolutie natrium is normaal —> de osmolariteit is echter niet
normaal vanwege het vele vochtverlies (5,6L urine in een dag, normaal is dit maar 1,5L, de osmolaliteit is
wel laag (80 mOsm/kg).
a. Is er in het plasma een verhoogde of verlaagde natrium concentratie? Natrium in het
serum is verlaagd
b. Is de absolute hoeveelheid natrium in patiënt verlaagd, normaal of verhoogd? de
absolutie hoeveelheid natrium is normaal, want de BD is normaal.
i. Denk aan bloeddruk, oedeem en huidturgor
c. Is de absolute hoeveelheid water in patiënt verlaagd, normaal of verhoogd? Verhoogd,
want de absolute Na is normaal, en de osmolaliteit is laag, dus moet er wel te veel water zijn.
i. Bedenk dat een geïsoleerde absoluut toegenomen hoeveelheid water zich niet
makkelijk laat vaststellen omdat deze meestal niet leidt tot oedeem of hoge
bloeddruk.
2. Waarom is de bepaling van de plasma osmolaliteit van belang bij deze elektrolyt stoornis? Er moet
een onderscheid worden gemaakt tussen te weinig natrium intake of teveel water inname.
normaalwaarde osmolaliteit= 275-295 mOsm/L, bij de patiënt is de osmolaliteit verlaagd
3. Reageert de nier adequaat? Nee, je verwacht een lage osmolaliteit uitscheiding, dus weinig deeltjes
uitscheiden ten opzichte van de hoeveelheid water en deze patiënte heeft een lage natrium concentratie
in plasma, en plast ook nog eens veel uit, daarmee ook water, ze moet juist meer retentie van natrium
hebben.
a. Hoe zou de nier moeten reageren qua volume water uitscheiding?
i. Als de normale uitscheiding van afvalstoffen in dit volume moeten worden
uitgescheiden verwacht u dan een hoge of lage urine osmolaliteit? je verwacht een
lage urine osmolaliteit (weinig deeltjes uitgescheiden tov hoeveelheid water)
b. Hoe zou de nier moeten reageren qua hoeveelheid natrium uitscheiding? Normale
natriumuitscheiding
c. Wat verwacht u een hoge of lage natrium concentratie in de urine? je verwacht een
lage natrium in de urine want je verwacht een grote hoeveelheid water
d. Is het dus een renaal probleem? Geen renaal probleem, is een intake probleem
e. Indien renaal probleem: Is er een duidelijke oorzaak aanwijsbaar waarom de nier niet
reageert zoals zou moeten in deze situatie? Denk aan: Medicatie, prioriteiten (volume
regulatie gaat voor osmol regulatie) -
4. Hoe heet deze aandoening? Polydipsie (in het geval van diabetes was namelijk de osmolaliteit verhoogd dus
dan zou de patiënt veel plassen)
5. Wat is de behandeling? Minder drinken!
Waarom moet je veel plassen bij DM? door een te hoge concentratie van suiker in het bloed maak
je meer urine aan om deze uit te scheiden, dit komt omdat de maximale hoeveelheid die de proximale tubulus
kan verwerken (tot 15mOsm) wordt overschreden.
Os m /(Os m /L) = L
Bij diabetes wordt er dus veel water verloren wegens de hoge osmolariteit. Bij hyperglycemie verdring je
natrium. Op basis van osmotische diurese heb je een hoge natrium concentratie.
ti
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Hasti2510. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.53. You're not tied to anything after your purchase.