100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Jaar 1, Module 6 $8.57   Add to cart

Summary

Samenvatting Jaar 1, Module 6

 15 views  2 purchases
  • Course
  • Institution

Ik heb een samenvatting gemaakt van module 6 in het geheel. De samenvatting bevat alle hoorcolleges, werkcolleges en uitgewerkte leerdoelen en studietaken.

Preview 4 out of 31  pages

  • October 23, 2022
  • 31
  • 2021/2022
  • Summary
avatar-seller
IC week 1: ‘Buiten adem’

Functies tractus respiratorius:

- Voorziening zuurstof
- Uitscheiding co2
- Reguleren pH samen met nier
- Geluidvorming door stembanden
- Bescherming tegen micro-organismen

Ademfrequentie:
- Volwassene 8-20 keer/minuut
- Neonaat 40-60 keer/minuut
In rust 500 ml lucht in of uit (= tidale volume/teugvolume)
Bij extreme inspanning 3,5L

Borst ademhaling:

- Snelle zuurstofinjectie
- Inspanning, opwinding, angst, actie
- Tussenribspieren aangespannen
- Snel en oppervlakkig

Buik/middenrif ademhaling:

- Natuurlijk en ontspannen
- Ritmische aan-/ontspanning middenrif
- Betere vulling longen

Cavitas nasi / cavitas ori  pharynx  larynx  trachea  twee bronchi  kleinere bronchi  bronchiole 
alveoli

2 functionele zones:
- Uitvoeringszone: lucht wordt gefilterd, warmt op en saturatie van water
- Respiratoire zone: Gaswisseling, alveoli, bloed-gas barrière 2 lagen

Ventilatie/perfusie verhouding bepaalt de effectiviteit van de ademhaling:
Verhouding tussen longdoorbloeding en ventilatie

Intermediair metabolisme = verbruik van O2 en productie van CO2 in de cellen


Diffusiesnelheid neemt toe als:

- Concentratieverschil toeneemt
- Contactoppervlak toeneemt
- Dikte van het membraan afneemt

Filtering in 2 stappen:
- Mucus (slijm) zorgt ervoor dat kleine deeltjes tegen worden gehouden
- Macrofagen in alveoli verzwelgen de schadelijke deeltjes die nog binnenkomen

Vitale capaciteit = inspiratoire reserve volume + teugvolume + expiratoire reserve volume
Totale longcapaciteit = vitale capaciteit + restvolume
Functionele residuale capaciteit = expiratoire reserve volume + restvolume

Surfactant wordt geproduceerd door type II alveolaire cellen en vermindert de oppervlaktespanning van alveolaire
vloeistof. Voorkomt alveolaire ‘collapse’.


1

,- Bij premature baby’s is hier nog onvoldoende van aanwezig, waardoor het hun erg veel moeite kost om het eerste
stukje van ademhaling te doen. Respiratory distress syndrome, alveoli storten in na elke ademhaling.



Verandering ademhaling zwangere

- Totale capaciteit is iets afgenomen
- Stijging van het ademminuutvolume met 40%
- Stijging teugvolume van 40% zonder stijging van de
frequentie
- Hogere gevoeligheid van het ademhalingscentrum voor
pCO2 (door progesteron)
- Daling restvolume

Beweging in de zwangerschap:

- Bewegen tijdens zwangerschap heeft voordelen
- Geen extreme inspanning, in verband met risico op hyperthermie
- Contactsporten afgeraden i.v.m. kans op blessure
- Duurinspanning niet langer dan 40 min, hartslag < 140/min
- Diepzeeduiken niet i.v.m. de drukken
- Vermijd sporten die de abdominale druk verhogen: buikspieroefeningen, pilatus


WC: ‘Anatomie en fysiologie van de longen’

Cavitas nasi:
Staat in verbinding met 4 neusbijholten
- Sunus maxillares
- Sinus frontales
- Sinus sphenoidales
- Sinus ethmoidales
Ze bevatten slijmvlies, vormen de klankruimte bij stemvorming, zorgen voor voorverwarming ademlucht

Pharynx:
- Ligt achter de neus- en mondholte
- Tweeopeningen naar oesophagus en trachea
- Verbinding met middenoor via buizen van eustachius
Bestaat uit Nasopharynx, Oropharynx, hypopharynx

Larynx:
- Ventraal ten opzichte van oesophagus
- Verbinding tussen pharynx en trachea
Bestaat uit epiglottis, hyoïd en verschillende kraakbeenschijven
In de larynx liggen de stembanden
- Bij normale ademhaling is de stemspleet geheel open
- Mannen langere stembanden dan vrouwen

Trachea:
Van wervel C6 tot T5
Bestaat uit:
- Trilhaarepitheel, hier zit slijmvlies omheen
- Bindweefsel
- Gladspierweefsel (cholinerge receptoren – acetylcholine (parasympatisch, constrictie), B2 adrenerge receptoren –
noradrenaline (sympathisch, dilatatie)

2

,- Hoefijzervormige kraakbeenstukken
Door de werking van trilharen plus leukocyten zijn luchtwegen onder larynx steriel. Bij mondademhaling droogt
mucosa uit en vermindert de werking van leukocyten.

Longen:
Rechts 3 lobben, links 2 lobben

Alveolaire epitheelcellen:
Type I alveolaire cellen: vormen een aaneensluitende laag
Type II alveolaire cellen: produceren surfactant  verlagen oppervlaktespanning (zorgt ervoor dat alveoli tot einde
uitademing open blijft)

Respiratoir membraan:
Wanden van alveoli en haarvaten en hun gefuseerde basaalmembraan.
Gaswisseling door diffusie

Pleura:
Vlies dat om de longen heen zit. Beide longen omgeven door dubbel vlies
Pleura visceralis/pulmonalis en pleura parietalis
Tussen beide pleura  pleuraholte met vocht (druk is lager dan in de buitenlucht  pleura worden aan elkaar
vastgezogen



Ademhalingsspieren:
- Diafragma
- Tussenribspieren (musculi intercostales externi en interni)
- Hulpademhalingsspieren
- Inademing: van halswervelkolom en schedel naar thorax
Benauwdheid  optrekken schouders  hoofdpijn
- Uitademing: buikwandspieren
Deze worden aangespannen bij blazen, persen

Inademing:
Aanspannen diafragma (70% van de inademing)
Aanspannen mm. Intercostalis externi
Evt. hulpademhalingsspieren

Uitademing:
Normaal passief  terugveren
Geforceerd actief  aanspannen van:
- mm. Intercostalis interni
- Abdominale musculatuur (buikwandspieren, bekkenbodemspieren)

Ademminuut volume = hoeveelheid lucht die per minuut wordt ingeademd (en dus ook weer uitgeademd)
Anatomische dode ruimte = deel van het ademhalingsstelsel, waar geen diffusie kan optreden omdat de wand te dik
is (trachea, bronchi en bronchioli). Bij volwassene 150 ml
Fysiologische dode ruime = meestal hetzelfde als anatomische dode ruimte. In sommige situaties groter. Het extra
deel is dat deel van de alveoli dat wel wordt geventileerd, maar niet doorbloed = dode ruimteventilatie.
Bijvoorbeeld bij afname pompkracht van het hart.

Drukken bij inademing:
Pleuraholte groter  intrathoracale druk meer negatief (t.o.v. buitendruk)
Longvolume groter  pulmonale druk wordt negatief (t.o.v. buitendruk)
Afplatten diafragma  abdominale druk meer positief (t.o.v. buitendruk)


3

, Ademhaling:
Diepte wordt bepaald door de activiteit van stimulatie van ademhalingsspieren door ademhalingscentrum
Tempo wordt bepaald door de lengte van de activiteit van het ademhalingscentrum
Dit wordt gereguleerd door veranderende niveaus van CO2, O2 en H+ en door centrale en perifere chemoreceptoren

PCO2 in het bloed stijgt (hypercapnie)  CO2 gehydrateerd  koolzuur  scheiden  H+ komt vrij  pH daalt.
H+ stimuleert centrale chemoreceptoren in hersenstam  chemoreceptoren hebben synaps met ademhalingscentra
 verhoging diepte en frequentie ademhaling  lager pCO2 in bloed  pH stijgt weer

Hyperventilatie: Wanneer diepte en frequentie groter is dan lichaam nodig is om CO2 te verwijderen.
Verlaagde CO2 levels in bloed (hypocapnie)  cerebrale vasoconstrictie en cerebrale ischemie  duizeligheid,
flauwvallen

Invloed van pO2
Perifere chemoreceptoren in aorta en a. carotis
pO2 laag  ventilatie verhogen
Dalende pO2 heeft normaal klein effect op ventilatie


WC: ‘Embryologische ontwikkeling van de longen’

Neonaat kan niet door de mond ademhalen, want dit wordt geblokkeerd door het zachte gehemelte en de epiglottis.
Larynx zakt in de loop van de maanden verder naar beneden.




Trachea  bronchus principalis  bronchus lobaris  bronchus segmentalis
Vanaf de bronchioles respiratorius is gasuitwisseling mogelijk.

Intraembryonale coeloom = holte tussen parietaal en visceraal zijplaatmesoderm. Hier vanuit zullen de
lichaamsholtes gaan ontstaan.
Week 4 lateral folding: platte schijf gaat zo vouwen dat parietaal en visceraal elkaar aan gaat raken en het
intraembryonale coeloom wordt groter en de oerdarm wordt gevormd uit de yolk sac.
Week 4 head and tail folding: primordiale hart vouwt naar ventraal en caudaal en gaat dus naar de juiste plek.
Septum transversum wordt meegetrokken en komt onder het hart te liggen  gaat diafragma vormen.

Intraembryonale coeloom krijgt een nieuwe naam  Canalis pericardioperitonealis (vormt 2 pleuraholtes)
Pleuropericardiale plooien groeien vanaf de zijkant naar binnen toe, deze gaan er uiteindelijk voor zorgen dat er 3
holtes in de thorax ontstaan die zijn gescheiden van de peritoneale holte.

Longknop is de eerste ontwikkeling van de longen.

Pleuroperitoneale vouwen groeien van dorsaal richting het septum transversum, samen met de ophangingen van de
oesophagus vormt dit het diafragma.

Hernia diaphragmatica = ontwikkeling diafragma verloopt niet goed. Er is een opening die er niet hoort, hier kunnen
darmdelen in de thorax terecht komen, waardoor er te weinig ruimte is voor de longen.
4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Femke27. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $8.57. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$8.57  2x  sold
  • (0)
  Add to cart