Complete samenvatting van het boek psychologie een inleiding.
Alle hoofdstukken die je moet kennen voor het eerste tentamen staan erin.
H1 t/m H5, H8, H9, H10 en H12 en H13
Inclusief afbeeldingen en voorbeelden!
complete samenvatting voor de studenten van het saxion 1e jaars toegepaste psychologie
inleiding in de psychologie
8e editie met met toevoeging 9e editie
Connected book
Book Title:
Author(s):
Edition:
ISBN:
Edition:
More summaries for
Samenvatting Psychologie, een inleiding, 8e editie met MyLab NL toegangscode, ISBN: 9789043034593 Minor Toegepaste Psychologie
All for this textbook (1)
Written for
Saxion Hogeschool (Saxion)
Toegepaste Psychologie
Inleiding In De Psychologie
All documents for this subject (60)
Seller
Follow
sophiestudentsaxion
Content preview
Psychologie een inleiding
H1
Psychologie = wetenschap van het gedrag en de mentale processen
Psyche = geest
-ologie = gebied van de studie
3 groepen psychologen:
1. Experimenteel psycholoog = doet onderzoek naar nieuwe kennis
2. Docent psycholoog
3. Toegepast psycholoog = gebruikt de kennis van experimenteel psycholoog om
problemen op te lossen
Specialisaties in de toegepast psychologie:
1. Arbeids- en organisatie psychologen = psychologen gespecialiseerd op een
werkplek, om prestaties te verbeteren.
2. Sportpsychologen = prestatie en motivatie van atleten verbeteren.
3. Schoolpsychologen = deskundigen op het gebied van les geven en leren
4. Klinisch psychologen en counselors = helpen mensen zich aan te passen op
sociaal en emotioneel gebied, of om moeilijke keuzes te maken in relaties
5. Forensische psychologen = psychologische expertise verlengen aan het wets- en
rechtssyteem
6. Omgevingspsychologen = het verbeteren van de omgeving en het milieu
7. Gerontopsychologen = ouderen helpen om gezondheid en welzijn te behouden
en effectief om te leren gaan met leeftijdgerelateerde problemen
Psychiater = een medisch specialisme dat zich richt op de diagnose en behandeling
van mentale stoornissen.
Psycholoog = hele terrein van geestelijke processen en menselijk gedrag
Pseudopsychologie = niet-onderbouwde psychologische aannamen die als
wetenschappelijke waarheden worden gepresenteerd
, Anekdotisch bewijsmateriaal = getuigenissen die de ervaringen van iemand of enkele
personen schetsen, maar ten onrechte voor wetenschappelijk bewijs worden
aangezien.
Bias = een vooroordeel, vervorming of vertekening van een situatie
Emotionele bias = de neiging om oordelen te vellen gebaseerd op attitudes en
gevoelens ipv op rationele analyse van het bewijsmateriaal
Comformation bias = de neiging om informatie die niet bij je opvattingen aansluit te
negeren of te bekritiseren, in plaats daarvan opzoek gaan naar informatie die wel
aansluit bij jouw mening
Correlatie-causaliteit = als twee dingen tegelijk voorkomen, neemt men aan dat het
een het ander veroorzaakt
6 vaardigheden voor kritisch denken:
1. Wat is de bron?
2. Is de bewering redelijk of extreem?
3. Wat is het bewijsmateriaal?
4. Kan de conclusie zijn beïnvloed door bias?
5. Worden veel voorkomende denkfouten vermeden?
6. Zijn voor het oplossen van het probleem verschillende invalshoeken nodig?
De 6 belangrijkste perspectieve van de psychologie:
Introspectie = beschrijving van je eigen innerlijke ervaring
,Empirische onderzoek = onderzoeksbenadering waarbij de gegevens worden verzameld door
middel van objectieve informatie uit de eerste hand, gebaseerd op sensorische ervaring en
observatie
Theorie = toetsbare verklaring voor een aantal feiten of observaties
4 stappen van de wetenschappelijke methode:
1. Een hypothese ontwikkelen ( een voorspelling bedenken voor de uitkomst van het
onderzoek)
*alle variabelen worden in concrete termen geformuleerd
*operationele definitie = objectieve beschrijving van een concept dat bij een
wetenschappelijk onderzoek hoort
2. Objectieve data verzamelen (verzamelen van informatie, om je hypothese mee te
kunnen toetsen.
*experimentele conditie = omstandigheden waaraan de leden van de experimentele
groep aan worden blootgesteld tijdens het onderzoek
*experimentele groep = proefpersonen die worden blootgesteld aan de speciale
behandeling die men onderzoekt
*controlegroep = identiek aan de experimentele groep om 1 ding na ze krijgen de
speciale behandeling niet (denk aan dat deze groep dus het placebo pilletje krijgt)
Onafhankelijke variabelen = die ene factor tijdens het onderzoek die varieert van de
experimentele groep
Afhankelijke variabele = het gene wat we waarnemen door de onafhankelijke
variabelen, of wel de oorzaak
*randomisering = bij toeval wordt bepaald of je in de proefpersonen groep hoort van
het experiment of van de controlegroep.
3. De resultaten analyseren en de hypothese accepteren of verwerpen (heeft de
hypothese de test doorstaan)
*significant = een statische term die aangeeft dat het waargenomen effect niet is
ontstaan door toeval, maar door onafhankelijk variabele te veranderen.
4. De resultaten publiceren, bekritiseren en repliceren
*repliceren = een onderzoek opnieuw uitvoeren om te kijken of de resultaten
worden behaald
5 soorten psychologisch onderzoek:
1. Experiment = onderzoek waarbij een betrouwbare oorzaak-gevolgrelatie kan worden
vastgesteld
2. Correlatieonderzoek = onderzoek doen naar iets wat al is gebeurd, dit vergelijke met
een zo goed mogelijk controlegroep.
*nadeel : je weet nooit zeker of de groepen te vergelijken zijn
*geen correlatie = correlatiecoëfficiënt die aangeeft dat de variabelen geen relatie
met elkaar hebben
, *positieve correlatie = een correlatiecoëfficiënt die aangeeft dat de variabele in de
zelfde richting variëren, ene groter of kleiner de andere gaat mee
*negatieve correlatie = een correlatiecoëfficiënt die aangeeft dat de variabele
tegelijkertijd in verschillende richtingen variëren, de ene wordt groter de andere
wordt kleiner
3. Surveys = techniek die wordt gebruikt bij correlatieonderzoek. Mensen worden
gevraagd de reageren op een lijst die al vastgesteld is.
4. Natuurlijke observatie = vorm van correlatieonderzoek waarbij het gedrag van
mensen of dieren in hun eigen omgeving wordt geobserveerd
5. Gevalstudie = onderzoek van een enkel object of zeer gering aantal objecten
Expectancy bias (verwachtingsbias) = de waarnemer staat toe dat zijn of haar verwachtingen
de resultaten van het onderzoek beïnvloeden
Dubbelblindonderzoek = zowel de proefpersonen als de onderzoekers weten niet wie welke
onafhankelijke variabele krijgt toegediend
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller sophiestudentsaxion. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.88. You're not tied to anything after your purchase.