Inleiding tot het Nederlandse internationaal privaatrecht
Een complete en uitgebreide samenvatting van de verplichte literatuur voor Internationaal Privaatrecht. Naast een samenvatting van Strikwerda Schaafsma is alle overige literatuur ook samengevat. De verwijzingen naar artikelen en jurisprudentie is ook opgenomen.
Week 1.1 Inleiding
Hoofdstuk 1 Inleiding
1.1 Begrip en functie van het internationaal privaatrecht
1. Literatuur
2. Bestaansvoorwaarden; doel
IPR bestaat omdat het privaatrecht van land tot land verschilt en door internationaal rechtsverkeer
(grensoverschrijdende rechtsverhoudingen).
Doel IPR: samenloopproblemen van nationale rechtsstelsels normeren.
Primaire doel IPR: doelmatige en rechtvaardige regeling van het door rechtsverscheidenheid
gecompliceerde internationale rechtsverkeer.
3. Hoofdonderdelen
Drie hoofdonderdelen van het IPR:
1. Het internationale bevoegdheidsrecht (formeel IPR): afbakenen internationale bevoegdheid
van de nationale rechter.
2. Het conflictenrecht (materieel IPR): door welke rechtsregels worden rechtsverhoudingen
met een internationaal karakter beheerst.
3. Het recht inzake de erkenning en tenuitvoerlegging van buitenlandse rechterlijke
beslissingen (formeel IPR): onder welke voorwaarden en in hoeverre hebben buitenlandse
vonnissen rechtskracht in NL en onder welke voorwaarden en op welke wijze worden ze ten
uitvoer gelegd.
4. Eigenlijk nog een vierde naast de drie traditionele: Internationale rechtshulp: bepaalde
regels waarbij staten zich verplichten om samen te werken/hulp te verlenen bijv. bij
grensoverschrijdende bewijsvergaring.
4. Aangrenzende rechtsgebieden
Alleen dat uit par. 3 is onderdeel van IPR. Niet: privaatrechtelijke rechtsvergelijking (wel belangrijk
voor IPR), privaatrechtelijke vreemdelingenrecht (privaatrechtelijke rechtspositie van vreemdelingen-
> art 9 wet AB; gelijk privaatrecht voor NL’ers en vreemdelingen, tenzij uitzondering), eenvormig
privaatrecht (door verdragen internationaal geünificeerd materieel privaatrecht) en
interregionaal/interpersoneel privaatrecht (gaat om staten met meerdere privaatrechtelijke
rechtsstelsels naast elkaar bijv. VS, Koninkrijk der Nederlanden-> geen IPR want gaat over intern
geval-> binnen 1 staat).
5. IPR internationaal recht?
IPR is nationaal recht, niet internationaal.
Het publiekrecht is wel van belang voor het IPR bijv. voor het uitleggen van verdragsbepalingen, de
inwerkingtreding van verdragen, etc. -> nu ook gecodificeerd in het Verdrag van Wenen.
Ook bij: het leerstuk van de openbare orde: toepassen van buitenlandse regels die strijdig zijn met
het publiekrecht kan een schending zijn van het publiekrecht en om deze reden, al dan niet met een
beroep op de openbare orde, achterwege gelaten worden.
,Ook bij: het leerstuk van de voorrangsregels: publiekrechtelijke wetgeving stelt grenzen aan de
wetgevende bevoegdheid van staten.
6. IPR privaatrecht?
IPR is geen privaatrecht in de strikte zin: een autonoom rechtsgebied binnen het privaatrecht in
ruime zin.
7. Internationale gevallen
Toepassingsgebied IPR: rechtsverhoudingen met internationaal karakter.
Wanneer is iets internationaal? -> van belang voor rechts- en forumkeuzebevoegdheid
1. Geografische benadering: kijk naar feitelijk-geografische aspecten zoals de woonplaats of
nationaliteit van de betrokken personen en het moet gaan om verschillende landen.
2. Juridische benadering: is de rechter van meer dan 1 land bevoegd en kan meer dan 1
rechtsstelsel van toepassing zijn? Het gaat om de geldingspretenties, toepassingsaanspraken
van rechtsstelsels.
1.2 Bronnen van het Nederlandse internationaal privaatrecht
8. Literatuur
9. Bronnenverscheidenheid
Bronnen:
- Verdragen en Europese verordeningen
- Wetten NL-> commuun IPR
- Ongeschreven recht-> commuun IPR
Interpreteren van IPR-regels uit nationale bronnen: net als nationale wetten, o.a. wetshistorische
interpretatiemethode.
Interpreteren van IPR-regels uit internationale bronnen: verdrags-/verordeningsautonome uitleg
(verdrag: art 31 t/m 33 Verdrag van Wenen. Verordening: uitleg door HvJ in het licht van
ontstaansgeschiedenis, doelstelling en systeem) of rechtsvergelijkende interpretatiemethode (bij
deze laatste wordt rekening gehouden met opvattingen in rechtspraak van andere staten om
rechtseenheid te bevorderen).
10. Ongeschreven recht
Vroeger was ongeschreven recht belangrijker dan nu doordat er minder wetgeving -> nu is er meer
codificatie. Het is nu voornamelijk belangrijk bij de erkenning van buitenlandse vonnissen.
11. De wet; codificatie
Veel van het NLse IPR is gecodificeerd-> boek 10 BW en boek 1 Rv.
NL: gematigd monistisch stelsel door art 93 en 94 GW waardoor verdragen en verordeningen boven
de NLse wet gaan.
Belangrijke gebieden voor NLs conflictenrecht(boek 10 BW): afstamming en goederenrecht
Formele IPR: aanvullende werking van nationale IPR is anders-> verdragen en EU-regels v/h formele
IPR verlangen reciprociteit (wederkerigheid)= alleen van toepassing op rechtsverkeer tussen staten
die partij zijn.
Rechtsverkeer met derde staten: nationale regeling van formele IPR is van toepassing.
,12. Verdragen
Belangrijkste organisatie die verdragen tot stand brengt: Haagse Conferentie voor IPR. Doel: IPR één
geheel maken. Andere organisatie: CIEC/ICBS: samenwerking door een paar Europese staten, ook NL,
op p-&f-gebied. Raad van Europa: heeft ook een aantal verdragen die van belang zijn voor het IPR.
13. Europese regelingen
Begin van EU-regelingen: Verdrag van Brussel/EEX-Verdrag. Daarna kwam EVO/Verdrag van Rome.
Daarna meer macht voor EU door Verdrag van Amsterdam en later Verdrag van Lissabon: mag op
veel gebieden regelgeven -> zorgt voor Europeanisering van het IPR.
Uitleg van de verordeningen-> prejudiciële procedure bij HvJEU van art. 267 VWEU
14. Afbakening en rangorde
Rangorde:
- Internationale regel voor nationale regel. Voor verdragen door art 93 en 94 GW. Voor EU-
regelgeving door EU-recht; o.a. Costa/Enel en Van Gend en Loos.
- Art 30 Verdrag van Wenen gebruiken bij leemte.
Samenloop (cumulatieve eisen):
- Zelfde materiële toepassingsgebied: ratione materiae; onderwerpen waarop de regeling van
toepassing is.
- Zelfde formele toepassingsgebied: naar personele en/of territoriale criteria bepaalde
ruimtelijke toepassingsgebied.
- Zelfde temporele toepassingsgebied: overgangsrechtelijke voorzieningen van de regeling.
Kijk naar het peilmoment van de regeling.
1.3 Hoofdlijnen van de geschiedenis van het internationaal privaatrecht
15. Literatuur
16. Ontwikkelingsvoorwaarden
IPR nodig door intensief internationaal rechtsverkeer dat belemmerd wordt door
rechtsverscheidenheid.
Ontwikkeling conflictenrecht door vragen: wat is de rechtsgrond die ertoe dwingt/verklaart dat
onder omstandigheden rekening wordt gehouden met vreemde rechtsvoorzieningen en onder welke
voorwaarden en in welke vorm moet nationaal recht wijken voor vreemd recht.
17. Noord-Italiaanse statutenleer
De Noord-Italiaanse statutenleer.
2 hoofdvragen voor conflictenrechtelijk probleem:
1. Kan eigen wetgeving gelding hebben t.a.v. in de eigen staat verblijvende vreemdelingen?
2. Kan eigen wetgeving buiten het territoir van de eigen staat gelden?
De aard en de strekking van de verschillende klassen rechtsregels bepalen het ruimtelijk
toepassingsgebied van die regels.
Geconstrueerde conflictregels krijgen een universeel karakter toegekend: gelden voor alle statuten.
18. Franse statutenleer
Franse statutenleer: voortbouwend op de Noord-Italiaanse leer; wat erbij kwam is het beginsel van
partijautonomie (rechtskeuzebevoegdheid).
, Daarna onderscheid tussen statuta personalia (personenrecht beheerst door woonplaatsbeginsel),
statuta realia (OG-recht beheerst door territorialiteitsbeginsel) en statuta mixta (restgroep beheerst
door territorialiteitsbeginsel).
19. Hollandse statutenleer
Grondslag gezocht voor IPR-> aangesloten bij territorialiteitsbeginsel en soevereniteitsbegrip van de
Fransen.
Comitasbegrip geïntroduceerd: niet uit plicht, maar ex comitate (welwillendheid) zorgt over de
gelding van vreemd recht in een ander land.
Drie grondregels conflictenrecht volgens U. Huber (Anglo-Am recht):
Koppeling territoriale werking v/h staatsgezag en het ruimtelijke geldingsbereik van wetgeving.
Wie daaronder valt (onderdanen): alle personen in het land.
Comitasbeginsel: samenwerken op rechtsgebied zo ver het kan.
20. Von Savigny
Von Savigny statutenleer: de rechtsverhouding is het uitgangspunt voor conflictenrechtelijke
rechtsvinding en niet de rechtsregel zoals vroeger.
Deze verandering heeft 2 belangrijke gevolgen:
- Niet meer nodig om naar onderverdelingen van soorten en klassen rechtsregels (statuten) te
kijken.
- De inhoud, strekking en aard van conflicterende regels zijn minder belangrijk-> regelblind.
Nadruk op concrete internationale echtsverhouding en ‘Sitz’ leiden tot gebruik van het vinden van de
juiste aanknopingsfactor: welk (feitelijk) aspect aan de rechtsverhouding verwijst in het normale
geval naar het rechtsstelsel dat het nauwst bij de rechtsverhouding betrokken geacht kan worden en
waar de rechtsverhouding thuishoort-> verwijzingsrecht.
Von Savigny: grondslag conflictenrecht in de ‘völkerrechteliche Gemeinschaft’-> de Volksgeist is de
bron van het recht. Wetgeving is declaratoir(wordt gevonden) en onttrokken aan de machtssfeer van
de staat.
21. Romaanse school
De Romaanse/Italiaanse school in het IPR-> nationaliteitsbeginsel staat centraal; nationale wet van
betrokkenen bij de casus toepassen. Partijautonomie werd belangrijker en ontwikkeling van het
denkbeeld van de openbare orde(algemeen belang beschermen of goede zeden verbinden). Regels
van openbare orde zijn onderworpen aan het territorialiteitsbeginsel.
Later-> geen nationaliteitsbeginsel meer, openbare orde heeft ruimte gemaakt voor het leerstuk van
de voorrangsregels.
22. Moderne stromingen
Regelblindheid van Von Savigny bestaat nog in het huidige conflictenrecht.
Klassieke verwijzingsregel is onder druk komen te staan.
Er wordt gestreefd naar ‘vermaatschappelijking’ v/h IPR.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mueni. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $11.39. You're not tied to anything after your purchase.