GS Samenvatting kolonialisme en imperialisme (§2.2, §3.2, §4.5 en §6.3):
§2.2 De Europese expansie begint:
In de oudheid brachten handelaren zijde, parfum, edelstenen, specerijen en
andere luxe koopwaren uit China en Indië (wat nu Zuidoost-Azië is).
De oosterse producten werden over land met ezels en kamelen vervoerd door
steppen, woestijnen en over bergpaden.
Handelaren verkochten hun producten in steden langs de routes waarna andere
handelaren ze verder brachten.
GEVOLG: door de enorme afstanden liepen de prijzen op. Oosterse koopwaar
werd in Europa peperduur.
In de 13e eeuw reisden Europeanen voor het eerst zelf naar het Verre Oosten.
Marco Polo schreef over zijn reis in 1298 een boek.
Vanaf de 15e eeuw konden Europeanen minder goed handeldrijven met Azië via de
Middellandse zee
GEVOLG: door het verlangen naar rijkdom (van de Europeanen) gingen ze op zoek
naar andere handelsroutes.
De Portugezen trokken de Atlantische oceaan op. Ze gingen naar het zuiden
langs de kust van Afrika.
Ze waren vooral geïnteresseerd in de herkomst van het goud dat door Arabische
handelaren met kamelen uit de Saharawoestijn werd aangevoerd.
Hierdoor kwamen de Portugezen steeds verder op hun ontdekkingsreizen.
Ze vonden uiteindelijk goud in Ghana, dat ze de Goudkust noemden. Daar
bouwden ze een fort (Elmina).
Vanuit deze handelspost (fort Elmina) kochten ze goud en slaven van Afrikaanse
vorsten. Zo begon de Europese expansie.
Toen de kennis van de Europeanen groeide ontdekten ze dat ze het zuiden van
Afrika konden bereiken door ver de oceaan op te gaan.
In 1481 stelde de Portugese koning een nieuw doel: het vinden van een zeeroute
naar Indië.
In 1488 bereikten de Portugezen de zuidelijke punt van Afrika (die noemde de
Portugese koning de Kaap de Goede Hoop).
In 1498 voerde als eerste Europeaan de Portugees Vasco da Gama om Afrika
heen naar Azië.
Hij kwam daar bewoners tegen waarvan hij verstond dat ze ook in de god
Christus geloofden, maar het ging eigenlijk om de god Krishna. Dat is een god uit
het hindoeïsme. Het is een geloof dat in India veel aanhangers had.
, Portugese handelaren verjoegen Arabische concurrenten met oorlogsvloten met
kanonnen. Ze beschoten ook steden die niet met hen wilden handeldrijven.
Nadat de Portugezen in 1511 de zuidoostpunt van het Aziatische vasteland
bereikten reisden ze verder naar China en Japan.
De Portugezen stichtten handelsposten langs de Afrikaanse en Aziatische
kusten vanwaar ze producten naar Lissabon brachten.
Columbus zocht in opdracht van de Spaanse koning een westelijke route naar
Azië.
Binnen een maand vond Columbus land. Hij dacht dat hij in Indië was aangekomen.
Hij noemde de inheemse bewoners daarom indianen. Eigenlijk was Columbus in
een nieuw continet aangekomen, namelijk Amerika.
In 1494 sloten Spanje en Portugal het Verdrag van Tordesillas. Ze trokken een
denkbeeldige lijn van noord naar zuid over de Atlantische oceaan.
GEVOLG: Hierdoor richtten de Spanjaarden zich vooral op Amerika (zij kregen
het westen) en de Portugezen zich vooral op Azië en Afrika (het westen).
In het begin kochten Nederlanders Aziatische producten in Lissabon, maar toen
verbood Filips II Nederlanders toegang tot Lissabon. Daarom begonnen ze zelf
met ontdekkingsreizen naar Azië.
Eerst zochten Nederlanders een noordoostelijke route naar Azië, maar toen die
pogingen mislukten besloten ze een zuidelijke route te nemen wat wel lukte.
Na de eerste reis hebben ze niet veel producten mee kunnen nemen, maar ze
hadden wel een goede route gevonden. Al snel vertrokken veel meer schepen
naar de Oost, die wel met veel specerijen terugkeerden.
Begrippenlijst 2.2:
Concurrent = iemand die hetzelfde wil.
Europese expansie = uitbreiding van activiteiten van Europeanen buiten Europa
vanaf omstreeks 1500.
Hindoeïsme = oosterse godsdienst van de hindoes.
Indiaan = oorspronkelijke bewoner van Amerika.
Inheems = afkomstig uit het gebied zelf.
Indië = Europese naam voor Zuidoost-Azië.
Ontdekkingsreis = zoektocht naar onbekend gebied.
Oost-Indië / de Oost = Indië, Zuidoost-Azië.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller mm2007. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.51. You're not tied to anything after your purchase.