1.3 Waar vinden we het recht?
1. De wet
2. Het verdrag
3. De jurisprudentie
4. De gewoonte
1.3.1 Wet
Wetten op het terrein van privaatrecht -> civielrecht of burgerlijk recht, valt uiteen in
personen- en familierecht en het vermogensrecht
- P&F regelt zaken als geboorte, huwelijk, geregistreerd partnerschap, echtscheiding,
adoptie, ondercuratelestelling en de regeling van het vermogen tussen echtgenoten
- Vermogensrecht vallen alle op geld waardeerbare handelingen tussen burgers
onderling waaraan juridische gevolgen verbonden zijn -> burgerlijk wetboek
Privaatrecht kan ook uit ondernemingsrecht bestaan.
-> regelt alles wat te maken heeft met ondernemingen en bedrijven betreft
- Burgerlijk procesrecht het voeren van juridische procedures op het terrein van
privaatrecht
Publiekrecht
- Strafrecht, alleen het OM kan tot vervolging van strafbare feiten overgaan
- Staatrecht regelt hoe het Nederlandse staatsbestel ruwweg wordt geregeld ->
Grondwet
- Bestuursrecht heeft betrekking op de mogelijkheden die de overheid heeft om
regulerend op te treden ten aanzien van de maatschappij
Centrale wetgever= Staten-Generaal
Decentrale wetgevers= provinciaal en gemeentelijk niveau
Ander instanties
Rangorde
1. Hogere regels gaan boven lagere regels
2. Bijzondere regels gaan boven algemene regels
3. Jongere regels gaan boven oudere regels
Wet in formele zin= een wet die tot stand is gekomen door regering en Staten-Generaal
gezamenlijk
Wet in materiële zin= iedere regeling van een wetgever die geschreven is voor een
onbepaald aantal en dus niet bij naam genoemde personen
,1.3.2 Verdrag
Verdrag= een overeenkomst, afspraak gesloten tussen 2 of meer staten
1.3.3 Jurisprudentie
Jurisprudentie= rechtspraak
- Vonnis= hoofdregel door de rechtbank gegeven
- Arrest= wordt gewezen door een gerechtshof en de Hoge Raad
- Uitspraken= op alle andere terreinen van het recht
Interpretatiemethoden
- Grammaticale
- Wethistorische
- Anticiperende
- Rechtsvergelijkende
- Systematische
- Teleologische
- Privaatrecht: precedenteninterpretatie, redelijkheid en billijkheid
Rederneerwijzen
Bepaalde manier van denken om tot een bepaalde uitspraak te komen
- A-contrarioredenering
- Redenering naar analogie
Gewoonte
- Vaste gedragslijn
- Rechtsplicht
1.4 Enkele onderscheidingen binnen het recht
1.4.1 Materieel en formeel recht
Materieel recht= heeft betrekking op datgene wat men mag en niet mag, welke
rechten en plichten men heeft
Formeelrecht= houdt de regels in die men moet volgen om het materiële recht te
effectueren
1.4.2 Dwingend en aanvullend recht
Dwingend recht= recht waarvan de burgers niet mogen afwijken (moeten)
Aanvullend recht= van dit recht kun je altijd afwijken, enige voorwaarde is dat beide partijen
met deze afwijking akkoord gaan (kunnen)
1.4.3 Objectief en subjectief recht
Objectief recht= het geldende recht bedoeld
Subjectief recht= recht dat individu in concreto bezit
, Privaatrecht
Samenvatting hoofdstuk 2
Verbintenissenrecht – de overeenkomst
2.1 praktijkvoorbeelden
Overeenkomst= afspraak tussen 2 of meer personen (partijen) die juridisch relevant zijn
Uit een overeenkomst vloeien plichten en rechten voort -> verbintenissen
Obligatoire/verbintenisschepende overeenkomst= overeenkomst door 2 partijen
gesloten met het doel dat daaruit rechten en plichten voortvloeien
Wederkerige overeenkomst= een overeenkomst die meebrengt dat beide partijen
ten minste zowel een recht verkrijgen als een plicht op zich nemen
Eenzijdige overeenkomst= zijn afspraken waaruit slechts één verbintenis voortvloeit
2.2 Wanneer ontstaat er een overeenkomst?
Een overeenkomst komt tot stand door een aanbod en de aanvaarding daarvan
- Bod intrekken-> aanbod mag niet aanvaard zijn en aanbieder mag zijn bod niet
onherroepelijk hebben gemaakt
- Geen overeenkomst als er geen aanbod, maar slechts een uitnodiging tot het doen
van een aanbod wordt gedaan
- Wilsverklaring= iets wil verkopen dan moet ik dit allereerst willen, vervolgens moet je
deze wil verklaren. Ook moet de andere partij de totstandkoming willen en ook hij zal
dit moeten verklaren
2.3 En toch geen overeenkomst?
2.3.1 ‘Mijn wil was niet overeenkomstig met mijn verklaring’
Wilsdefect= wat ik verklaard heb, wilde ik (eigenlijk) niet; daarom kan er, hoewel jij,
wederpartij, dat misschien dacht, ook geen overeenkomst ontstaan
Geestelijke stoornis= de stoornis een redelijke waardering van de bij de handeling
betrokken belangen belette of indien de verklaring onder invloed van die stoornis is
gedaan
2.3.2 ‘Mijn wil was gebrekkig gevormd’
Wilsgebrek= betoogt een partij dat de verklaring wel strookte met de wil, maar dat
de wil op een gebrekkige wijze tot stand is gekomen
1. Dwaling-> overeenkomst gesloten, maar als hij de daadwerkelijke situatie had
geweten deze overeenkomst niet tot stand was gekomen
2. Bedrog-> opzettelijk onjuiste mededelingen te doen of door daarvan juist
opzettelijk af te zien
3. Bedreiging-> als iemand met ongewone pressiemiddelen een ander beweegt tot
het aangaan van een rechtshandeling
4. Misbruik van omstandigheden-> iemand maakt behendig gebruik van een
bijzondere situatie waarin een ander verkeert
Vernietigbaar= overeenkomst in stand blijft tot het moment waarop de betrokkene
zich op het wilsgebrek beroept
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritvandervelde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.44. You're not tied to anything after your purchase.