Publiekrecht
Samenvatting hoofdstuk 9 (10-13 en 16-19 niet)
Staatsrecht
9.1 Staat
Staat vertoont 3 kenmerken:
1. Aanwezigheid volksgemeenschap
2. Afgegrensd grondgebied
3. 1 orgaan die de hoogste macht heeft
Soevereiniteit= zowel naar binnen- en buitenland organisatie met de hoogste macht
9.2 Spreiding van macht: Montesquieu
Onderscheidde 3 machten: trias politica -> horizontale spreiding van de macht
1. De wetgevende macht (belangrijkst)
2. De uitvoerende macht
3. De rechterlijke macht
Alle machten moeten door verschillende instanties worden uitgevoerd
9.3 Spreiding van de macht: decentralisatie
Spreiding van de staatsmacht over verschillende overheidsniveaus verdeeld -> centrale
overheid en lagere overheden = decentralisatie
- Territoriale spreiding= onbepaald aantal bevoegdheden aan lagere overheidsorganen
toegekend, moeten binnen bepaalde grenzen blijven
- Functionele spreiding= openbare lichamen hebben specifieke bevoegdheden
gekregen om een bepaald doel te realiseren, zonder binnen bepaalde grenzen te
blijven
- Territoriale + functionele= waterschap
Eenheidsstaat= bevoegdheden doe in eerste instantie door lagere overheid worden
uitgeoefend kunnen altijd door centrale overheid worden overgenomen
Hogere overheden oefenen controle uit op lagere overheden
- Spreiding in de vorm van decentralisatie wordt verticale spreiding genoemd
9.4 Organen van de centrale overheid
9.4.1 Staten-Generaal
Bestaat uit Tweede en Eerste Kamer -> democratie -> parlementaire democratie
- Tweede Kamer: bestaat uit 150 leden, 4 jaar
Districtenstelsel= kandidaten voor het parlement worden per district gekozen
Stelsel van evenredige vertegenwoordiging= kandidaten voor het parlement worden niet per
district gekozen, maar landelijk
- Eerste Kamer: bestaat uit 75 leden, 4 jaar, gekozen door Provinciale Staten
9.4.2 Regering
Bestaat uit de koning en ministers
Alle ministers en staatssecretarissen vormen het kabinet -> onder aanvoering van minister
president
, 9.4.3 Minister
Minister is in meeste gevallen verbonden aan departement en geeft daaraan leiding
- Departement= Buitenlandse Zaken, Binnenlandse Zaken, etc
9.4.4 Staatssecretaris
Staatssecretaris is net als minister aan departement verbonden -> ondergeschikt aan
minister
9.5 Wetgevende macht bij centrale overheid
- Regel= algemeen besluit, besluit dat is gericht tot een onbepaalde niet met name
genoemde groep burgers
- Attributie= rechtstreekse toekenning van wetgevende bevoegdheden aan
staatsorganen
- Delegatie: wetgeven bevoegdheid door het ene orgaan aan het andere orgaan
overgedragen, verkrijger die bevoegdheid op eigen verantwoordelijkheid en in eigen
naam zal gaan uitoefenen, de overdrager die bevoegdheid niet meer naar zich kan
toetrekken
9.5.1 Regering en Staten-Generaal
Bevoegdheid wetten op nationaal niveau uit te vaardigen, berust in de eerste plaats bij
regering en Staten-Generaal gezamenlijk -> formele wetgeven (wet in formele zin)
9.5.2 Regering
Ook de regering alleen is krachtens, algemene maatregel van bestuur
9.5.3 Minister
Ministeriële regeling: elke minister mag ook afzonderlijk wetten afvaardigen, kan alleen via
de weg van delegatie
9.6 Hoe ontstaat een wet in formele zin?
9.6.1 De ‘gewone’ wet in formele zin
- Recht van initiatief= regering en Tweede kamer kunnen wet aanhangig maken
Interne voorbereiding -> behandeling in de ministerraad -> advies van de Raad van State ->
behandeling in de Tweede Kamer -> behandeling Eerste Kamer -> afwikkeling
- Recht van amendement= recht om veranderingen aan te brengen in een
wetsvoorstel (Tweede Kamer)
9.6.2 Wijziging van de Grondwet
9.7 Hoe ontstaat een algemene maatregel van bestuur?
Regering is dus uitvaardiging van een AMvB verplicht:
- Het besluit in de minsterraad te bespreken en daarover een beslissing te nemen
- De Raad van State om advies te vragen
- Het besluit in het Staatsblad te publiceren
9.8 Hoe ontstaat een ministeriële regeling?
1 vereiste, namelijk de plicht tot publicatie van haar inhoud in de Staatscourant
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller maritvandervelde. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $6.35. You're not tied to anything after your purchase.