100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting hoorcolleges Digestie $5.28   Add to cart

Summary

Samenvatting hoorcolleges Digestie

 7 views  0 purchase
  • Course
  • Institution

Samenvatting van alle hoorcolleges van het vak digestie

Preview 4 out of 50  pages

  • October 24, 2022
  • 50
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
Hoorcolleges DI
Hoorcollege 2: Vorm en functie kop I
Algemene principes digestie
Afbraak van complexe nutriënten tot simpele moleculen
Mechanisch verkleinen (mond en maag)
Secretie verteringssappen (speekselklieren, maag, lever, pancreas, dunne-, dikke- en
blindedarm)
Enzymatische afbraak (fermentatie voor absorptie, van dunne darm t/m dikke darm)
Absorptie en excretie
Vorm volgt functie: herbivoor, omnivoor & carnivoor
De mondholte
Embryologie: instulping bij de kop wordt het stomodeum (zie sterretje
plaatje). Hier zit het ecto-endodermale membraan. Hier bevindt zich
het Arcus palatoglossus. Dit is de overgang van ectoderm naar
endoderm en dit is dan ook de overgang van mondholte naar
keelholte.
De mondholte: Cavum oris
- Cavum oris proprium: alles wat binden tanden en kiezen ligt
- Vestibulum oris: voorruimte
→ Buccaal: tussen tanden en wang
→ Labiaal: tussen tanden en lippen
- Palatum durum: hard gehemelte, ribbeltjes gehemelte heet Rugae palatinae is voor voedsel
naar achter werken
- Palatum molle: zacht gehemelte, slikmechanisme
Het gebit
Ontstaan uit ectoderm en mesenchym (in kop oorsprong neurale lijst cellen). Ectodermale
laminaire ingroei vanuit gingiva epitheel (lamina dentalis). Epitheel gaat instulpen en er
wordt een tandknop gevormd. Er ontwikkelen zich tandknoppen in deze lamina dentalis. Het
tandknopje gaat zich instulpen en daarna vormen als een soort klokje en daarbinnen vindt
differentiatie plaats wat het glazuur van de tand gaat
vormen (ectodermaal). Binnen het tandklokje verdikt
het kaakmesenchym zich tot tandpapil waaruit zich
dentine en pulpa gaan vormen (neurale lijstcellen)
Ameloblasten migreren van binnen naar buiten en laten
zo glazuur achter, ze atrofiëren uiteindelijk. Van buiten
naar binnen heb je odontoblasten en die produceren
dentine, is gevoelig door contact met pulpa.

,Langs de tandwortel bevinden zich cementoblasten en deze produceren
cement, waardoor de tand vast blijft zitten. De paradontale ligamenten
verankeren de tand in de tandkas.
Glazuur is hard en wit. Het bestaat uit kalkzouten en is daardoor heel
hard. Ter hoogte van het tandvlees is het verdikt zodat er geen eten
tussen kan komen te zitten. Het is niet geïnnerveerd of gevasculariseerd.
Dentine is tandbeen en gelig van kleur. Het is aanwezig in de wortel en
kroon en bestaat uit anorganisch materiaal dus is iets zachter. Het bevat
kleine kanaaltjes met zenuwuiteinde en bloedvaatjes vanuit de pulpa en is daardoor
gevoelig.
Het cement bekleedt de wortel en lijkt een beetje op bot. Bestaat voor de helft uit
anorganisch materiaal en is dan ook zachter dan glazuur.
De pulpa (en wortelkanaal) bestaan uit odontoblasten, fibroblasten, collagene vezels,
bloedvaten en lymfevaten en zenuwweefsel. Hele leven afzetting van secundaire dentine.
Anatomische kroon is het gedeelte dat met glazuur bekleed is. Klinische kroon is het
gedeelte dat boven de gingiva uitsteekt en dus wat je waarneemt.
EOTRH: aandoening bij paarden waarbij tandvlees ontstoken is en het kaakbot wegdrukt,
waardoor de tanden bijna niet meer zichtbaar zijn → hypercementose
FORL: vergelijkbare aandoening bij katten zonder hypercementose, maar wel brosse tanden
die makkelijk breken
Homodont: gebitselementen gelijk van vorm
Heterodont: gebitselementen verschillend van vorm en functie
Heterodont gebit is op te delen in 4 soorten tanden:
- Snijtanden
- Hoektanden
- Valse kiezen: kiezen die wisselen
- Ware kiezen: direct volwassen versie
Carnivoren hebben een heterodont gebit en knip kiezen dit wordt secodont genoemd.
Omnivoren hebben een heterodont gebit en knobbelkiezen dit wordt bunodont genoemd.
Herbivoren hebben een heterodont gebit met richels op kiesoppervlak die verschillen van
materialen en hardheid.
Bovenkant dentine geen contact met pulpa dus niet
gevoelig. Het wijde wortelkanaal zorgt voor meer
bloedvoorziening, zodat de tanden langer door kunnen
groeien.

,Bij herkauwers zien de glazuurrichels er maanvormig uit en deze worden selenodont
genoemd. Geen snijtanden en hoektanden in de bovenkaak, maar hoektanden in de
bovenkaak wat vermomde snijtanden zijn.
Bij paarden zien de glazuurrichels er grillig uit en deze worden lophodont genoemd. Paarden
hebben snijtanden en hoektanden en een rudimentair wolf kiesje in de bovenkaak.
Bij herbivoren is een groter gedeelte bedekt met glazuur (dus een langere anatomische
kroon) en hebben de tanden een langere groeiperiode door het wijde wortelkanaal. Hiermee
worden de tanden bij herbivoren beter beschermt tegen slijtage.
Van boven naar beneden kan je dus onderscheid maken op
basis van hoe vaak tanden wisselen: monophydont,
polyphydont of diphydont (bij heterodont).
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen de heterodont
tanden. De tandwisseling kan namelijk verticaal of horizontaal
plaatsvinden.
Tanden met gelimiteerde groei noem je anelodont
Tanden met blijvende groei (geen wortelvorming) noem je
elodont
Tanden mens, aap, varken, kat en hond noem je brachydont: volwassen tanden en kiezen
hebben wortels die langer zijn dan de anatomische kroon
Tanden paard en herkauwer noem je hypsodont: lange anatomische kroon en een relatief
korte wortel
Zie plaatje voor de gehele classificatie.
Het kaakgewricht
Articulatio temporomandibularis
Ligt tussen de processus condylaris van het caput mandibulae en fossa mandibularis van het
os temporalis.
Kraakbeen discus is een scharnier tussen onderkaak en discus, deze schuifbewegingen noem
je malen. Dik in herbivoren en dun in carnivoren (kat zelfs soms afwezig).
Bij de herkauwers ligt het gewricht meer dorsaal en bij de hond ongeveer in het verlengde
van de kiezenrij. Hierdoor krijg je bij de herkauwers meer een maalfunctie en bij de hond
meer een snij/knipfunctie.

, Hoorcollege 3: Vorm en functie kop II
Embryologie:
In week 4 en 5 ontwikkeling van de kieuwbogen. In
principe 6 kieuwbogen, maar de 5de is rudimentair en de
6de blijft onderdeel van de kop. Iedere boog vormt een
specifieke bot of kraakbeenstructuren, spieren,
aortaboog en heeft een bijbehorende zenuw. Zie rechts
de zenuwen, belangrijk →
Kieuwzakjes (pouches) zijn endodermaal en de
kieuwgroeve (clefts) zijn ectodermaal.
1ste kieuwboog gaat 2 bollingen vormen wat
de boven- en onderkaak gaat worden.
Nervus trigeminus (sensorische en
motorisch)
2de kieuwboog wordt tongbeen,
Aangezichtsmusculatauur, oogspieren.

Nervus facialis (sensorisch, motorisch, parasympatisch)
3de kieuwboog zorgt voor deel os hyoideum en dilatator pharynx zodat je voedsel door kan
slikken. Nervus glossopharyngeus (sensorisch en motorisch).
4de en 6de kieuwboog zorgt voor het kraakbeen van de larynx, de intrinsieke
larynxmusculatuur en de keelsnoerders. Nervus vagus (sensorisch, motorisch, grootste
parasympatische zenuw van autonoom ZS).
Cornage is wanneer door beschadiging bloedvat de pharynx niet helemaal kan openen,
waardoor de stembanden kunnen gaan klapperen.
Thymus ontstaat uit 3de kieuwzakje en het eind station van de thymus bij varken en
herkauwer is cervicaal en thoracaal, bij paard thoracaal en een klein deel cervicaal en bij
carnivoren thoracaal.
De schildklier ontstaat uit de bodem van de pharynx en migreert naar craniale einde van de
trachea (onder de larynx).
Anatomie:
Van palatum naar de tong: palatoglossus
Van palatum naar de pharynx: palatopharyngeus
Paarden ademen vooral via neus

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller annereniers. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $5.28. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

66579 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$5.28
  • (0)
  Add to cart