100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
samenvatting alle lessen van bronnen en beginselen kdg rechtspraktijk $10.86   Add to cart

Summary

samenvatting alle lessen van bronnen en beginselen kdg rechtspraktijk

2 reviews
 59 views  9 purchases
  • Course
  • Institution

samenvatting alle lessen van bronnen en beginselen. met foto's en slides van in de les. punten = 18,4/20

Preview 4 out of 32  pages

  • October 24, 2022
  • 32
  • 2022/2023
  • Summary

2  reviews

review-writer-avatar

By: maximemarcelis06 • 1 month ago

review-writer-avatar

By: anoukcolin • 1 year ago

reply-writer-avatar

By: amelie2222 • 1 year ago

Translated by Google

Thanks for the review, hopefully it helped/will help in December

avatar-seller
SV bronnen en beginselen
Les 1.1 bronnen en beginselen
van het recht
Deel 1. Wat is recht?

Hoofdstuk 1. Definitie

Rechtsregel  een regel die de overheid kan afdwingen/ die moet worden uitgevoerd.

RECHT:
1. Gedragsregels en handhavingsregels
Gedragsregels:

 Recht kan iets bevelen
o Moeten= gebodsbepaling
 VB: belasting betalen, ouders moeten hun kind opvoeden  sancties!
o Niet mogen= verbodsbepaling
 VB: drugs, moorden, stelen, door het rood rijden sancties!
 Toelaten
o Kunnen  regels met aangekoppelde regels
 VB: alleen rijden als je 20 uur rijles hebt gevolgd, maar met 1 meerderjarige
tegelijk trouwen.
 Beloven
o VB: recht op onderwijs/ onderdak/gezond leefmilieu.
 Niet altijd nageleefd door de overheid.
 Afdwingbaar maar niet altijd gegarandeerd.

Gedragsregels:

 Dwingend recht (imperatief recht)
o Normen waar je niet van mag afwijken, moet door iedereen in het rechtsverkeer
nageleefd worden (verplicht). VB: Bij het bouwen van een huis blijven de architect en
de aannemer voor 10 jaar aansprakelijk.  bescherming voor alle burgers.
o Als er een anders afgesproken dan in de wet wordt dat contract nietig.
 Gewoon dwingend recht
 Beschermd particuliere belangen (koper, werknemer)
 Sanctie: relatieve nietigheid(op vraag van beschermde persoon)
 Dwingend recht op OO (openbare orde)
 Openbare belangen (aansprakelijkheid aannemer  zo wonen alle
mensen in veilige woningen).
 Sanctie: absolute nietigheid (op vraag van elke belanghebbende +
rechter ambtshalve)
 Aanvullend recht (suppletief recht) even afdwingbaar als dwingend recht.
o Normen waar je van kan afwijken, 2 partijen komen overeen en spreken iets af dan
is het aanvullend recht niet meer van toepassing. VB: huurcontract(onderverhuur)

, o Als er geen of onvoldoende onderlinge afspraken worden gemaakt geldt het
aanvullend recht.



Testament  met de helft doen wat je wilt  aanvullend recht.

 andere helft niet  dwingend recht.

Publiekrecht  relatie + organisatie van de overheid en van burgers met de overheid VB: fiscaal
rechtDwingend recht.

Privaatrecht  relaties tussen burgers VB: huurovereenkomst  aanvullend recht.

Wanneer dwingend en wanneer aanvullend recht?
 Aard van de regel.
 Formulering wetsartikel
o Op straffe van nietigheid. (dwingend recht)
o Behoudens andersluidend beding (tenzij iets anders) (aanvullend).
o Niettegenstaande enig andersluidend beding (zelfs al is er een andere overeenkomst
geldt deze regel). (dwingend recht)
o Onverminderd het eerste lid ( ook al staat er iets anders deze regel geldt) (dwingend)
o Behoudens uitdrukkelijk verzoek om het tegendeel. (aanvullend)
o Onder voorbehoud van (wat erna volgt voorrang heeft) (dwingend recht)
 Twijfel  parlementaire voorbereidingswerken- rechtspraak- rechtsleer

Handhavingsregels  zorgen ervoor dat iedereen zich aan de wet houd en bepaald de procedure als
een wet niet nageleefd wordt. Door politie, rechtbanken, raad van staten.

2. Opgelegd door bevoegde overheid
Recht = regels worden opgelegd door de overheid (door de kamer, de ministers en de senaat)

Publicatieverplichting van nieuwe rechtsregels in het Belgisch staatsblad.

3. Ordening
Recht geeft een ordenende functie.

Recht regelt alleen uitwendig gedrag geen gedachten.

4. Rechtvaardiging
Doel van het recht: rechtvaardigheid.

Niet altijd rechtvaardig:

 Eigenaars van een failliet bedrijf kunnen snel een nieuw bedrijf opstarten voordat oude
schuldeisers betaald zijn.
 Werkloosheidsuitkering is hoger dan loon.
 Niet alle medicijnen worden terugbetaald.
 Procedurefouten (handtekening fout of niet op tijd) kunnen voor grote fouten zorgen.

5. Afdwingbaarheid (tot naleving dwingen)
Rechtsregels zijn afdwingbaar:

,  Niet-naleving  overheid mag geweld gebruiken (=monopolie van rechtshandhaving en
geweld).
 2 manier om afdwingbaarheid te realiseren:
o Overheid dwingt zelf regels af (boetes, heterdaad, oppakken)
o Overheid voorziet instrumenten ( loonbeslag, dwangsom(elke dag dat je niet voor de
rechtbank komst betaal je een dwangsom).
 Voor de burgers: verbod op eigenrichting (recht niet in eigen handen nemen).

Wat is een sanctie?
Sanctie =/ straf  een straf enkel bij strafrecht (boete, vrijheidsstraf) VB: burgerlijk recht een sanctie.




Les 1.2 bronnen en beginselen
van het recht
Deel 1. Wat is recht?

Hoofdstuk 2. Basisindeling

Basisindeling
1. Publiekrecht >< privaatrecht
Publiekrecht (dwingend recht) Privaatrecht (aanvullend recht)
Regels over: Regels over:
 Organisatie overheid.  De verhouding tussen particulieren.
 Verhouding tussen overheid en
particulier.
Overheid is dominant (bepalend), soms ook Gelijke partijen
gelijke positie VB: overheid huurt een gebouw,
contract terras
VB: structuur gemeente, vergunning, VB: koop – of huurovereenkomst
belastingen, …
2. Materieel >< formeel recht
Materieel recht Formeel recht
 Gedragsregels  Rechtshandhaving, procesrecht
 handhavingsregels
De regels die de maatschappij ordenen. De regels die bepalen hoe iemand zijn rechten
kan afdwingen.
Ondersteuning materieelrecht, zorgt voor de
rechtzetting van een overtreding van materieel
recht.
VB: verkeersregels, belastings regelement, VB: procedures rechtbank en
eigenaar van een goed,… gerechtsdeurwaarder, Hoe hoger beroep?, Hoe
iemand veroordelen?, Wat bij een overtreding
van een verkeersregel?,…
3. Relevantie onderscheid
Aard van de regels:

,  Publiekrecht: sterk bindend karakter (=moet worden nageleefd en kan afgedwongen
worden)  dwingende recht = niet afwijken.
 Privaatrecht: ook regels van aanvullend recht.

Verhouding tussen de partijen:

 Publiekrecht: overheid als meerdere.
 Privaatrecht: gelijke partijen (soms ook met ongelijke rechten VB: huurder, verhuurder)

Bevoegdheid van de rechtbanken:

 Publiekrecht: administratieve rechtbanken VB: raad van staten.
o Verticale relaties  overheid tegen particulieren
 Privaatrecht: burgerlijke rechtbanken VB: vredegerecht.
o Horizontale relaties  particulieren tegen elkaar.
 Heuristiek (=hoe recht opzoeken)  opgesplitst in rechtstakken.
o Bibliotheken, wetboeken, databanken,…
 Een begrip heeft in elke rechtstak een eigen betekenis.
o VB: concessie : privaatrecht= alleenrecht voor verkoop, publiekrecht= overeenkomst
met de overheid.

1 situatie met verschillende aspecten (ik koop een grond voor een dancing): zie extra oef cursus

 Aankoop grond  privaatrecht  koper + verkoper.
 Vergunning  publiekrecht  overheid + koper.
 Als buren vergunning willen aanvechten/ ik bouwvoorschriften overtreed  publiekrecht.
 Als dancing er staat en er is burenhinder  privaatrecht.

Recht = verschillende facetten.

= overal aanwezig.

Deel 2. Basisbegrippen van het recht.

Hoofdstuk 1. Het objectief recht en het subjectief recht.

Het objectief recht en het subjectief recht
1. Begrip
Objectief recht (abstracte regelgeving) Subjectief recht (concrete toepassing)
 Geheel van de rechtsregels zonder de  Een aan het objectief recht ontleende
concrete toepassing of de individuele bevoegdheid of aanspraak van een
gevolgen van de regel. persoon die eventueel bij de rechter
 Geschreven en ongeschreven recht, wat kan worden afgedwongen.
neerkomt op alle in de samenleving  Bekeken vanuit het rechtssubject (= een
geldende regels. persoon onderworpen aan recht).
 Een recht, bevoegdheid, gevolgen van
het objectief recht voor en persoon.
IK HEB RECHT OP….
VB: Schade toebrengen. Een schadevergoeding krijgen.
VB: Koper verplicht prijs te betalen. Vorderingsrecht op de koopsom.
2. Relevantie onderscheid
Objectief recht Subjectief recht

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller amelie2222. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $10.86. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

64438 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$10.86  9x  sold
  • (2)
  Add to cart