100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Inleiding en geschiedenis van de psychologie (uitgebreid) $4.70
Add to cart

Summary

Samenvatting Inleiding en geschiedenis van de psychologie (uitgebreid)

 9 views  0 purchase
  • Course
  • Institution
  • Book

Het document bevat een uitgebreide samenvatting van de examenstof van inleiding en geschiedenis van de psychologie. Met deze samenvatting heb je alle informatie die je nodig hebt om het examen te halen. Zelf heb ik met deze samenvatting een 8 gehaald.

Preview 4 out of 26  pages

  • Yes
  • October 24, 2022
  • 26
  • 2022/2023
  • Summary
avatar-seller
College 1:
Foundational Ideas from Antiquity
Socrates  Plato  Ariostoteles

Socrates
Geloofde in reïncarnatie en geloofde daardoor dus ook dat men met kennis werd
aangeboren. Hij was dus net als plato een nativist. Hij was de docent van Plato.

Plato:
Nativisme: : kennis = aangeboren (men heeft dus kennis bij geboorte)
Rationalisme: rede gebruiken om tot kennis te komen.
Verder was Plato bekend van zijn ideeën over idealisme: Men heeft een ideaal idee
van een voorwerp. Bijvoorbeeld een tafel, we noemen verschillende voorwerpen die
niet op elkaar lijken een tafel, deze hebben echter wel een overkoepelende functie.
Geen enkele tafel is de perfecte tafel.
Psyche: Lust (dingen willen), moed (weerstand kunnen bieden aan dreigingen, Je
eigen rol kennen en beschermen), rede (houd lust en moed in evenwicht).

Aristoteles:
Aristoteles is een leerling van Plato, echter had hij hele andere ideeën over de
wereld dan zijn voorganger.
Empirisme: kennis = observatie + classificatie (en dus niet aangeboren).
Ook kwam Aristoteles met het idee van taxonomie: het ordenen van diersoorten.
Je hebt vegetatieve zielen (simpelste vorm, overleven en doen verder niets,
bijvoorbeeld planten), sensitieve zielen (kunnen dingen voelen en er iets mee doen)
en rationele zielen (hoogste vorm, hebben rede).
Hippocrates: kwam met het idee van ziektes en gezondheid verklaren aan de hand
van 4 basis stoffen: zwarte gal, gele gal, bloed en slijm.
Avicenna: Kwam met het Floating man gedachten experiment: man wordt geboren
met alle sensorische zintuigen en in de ruimte gestopt zonder te kunnen bewegen.
Zou deze man zichzelf bewust kunnen zijn van zichzelf? Avicenna zei dat deze man
zich inderdaad bewust was van zichzelf. Hier kwamen ideeën van introspectie naar
voren: je kijkt niet alleen naar de buitenwereld, maar ziet ook de binnenwereld.

,Alhazen: Alhazen kwam met het idee van Camera obscura (donkere kamer met 1
gaatje licht): door licht te projecteren op een voorwerp komt het voorwerp op de muur
andersom en kleiner. Zijn zicht op perceptie was: licht van buiten komt naar binnen.
Al Kindi: Kwam met romeinse cijfers, het getal 0 en decimalen systeem.



College 2
Pioneering Philosophers of
Mind: Descartes, Locke,
and Leibniz

Descartes
denken is belangrijker dan waarnemen (rationalisme), hij dacht dus erg Platonisch.
De methode van Descartes was, twijfel aan alles. Hierbij maakte hij gebruik van
simple natures (dingen die zeker zijn) zoals: “ik loop nu naar voren”.
Descartes had ook zo zijn eigen ideeën over zenuwen. Volgens Descartes waren
zenuwen holle buizen met vocht die bij druk in beweging komen en voor een
verandering in hersenvocht zorgt. Hersenvocht = animal spirits.
Mechanistische Fysiologie: het lichaam als een machine. Gaat over bv reflexen
Ook was Descartes erg voorstander van het dualisme: lichaam en geest werken
apart en deze werken op de één of andere manier samen. Bijvoorbeeld jouw geest
denkt ik wil mijn arm optillen en vervolgens gaat in jouw lichaam je arm omhoog.
Elisabeth van Bohemen: Vroeg zich af: hoe interacteren het materiële lichaam en
de immateriële geest. Antwoord Descartes: in de pijnappelklier (pineal gland).
Lichaam is dubbel, ziel is één interactief dualisme.

Locke
John Locke verwerpt het idee van een actieve geest (interactief dualisme). Locke zijn
ideeën zijn nauw verbonden met die van Molyneux.
Locke was voorstander van Tabula Rasa: de geest wordt blanco geboren en de
opvoeding en gebeurtenissen bepaald grotendeels je persoonlijkheid.
Men heeft drie soorten kennis: intuïtief, demonstratief en sensitief.

,Hume kwam met zijn ideeën over associaties (hoe worden associaties gemaakt):
continguity (dingen die voorkomen vlak na elkaar worden eerder met elkaar
verboden) en Similarity (dingen die op elkaar lijken associeer je eerder aan elkaar).


Godfried Leibniz
Leibniz werd vooral bekend door zijn idee over monaden: er zijn vier verschillendes
soorten monade. Enkelvoudige monade, waarnemende monade, rationele monade
(mensen bv) en opperste monaden (god). M



College 3: Physiologists of Mind
Franz Josef Gall
Hersenonderzoeker:
Willis vond dat de hersenen bestonden uit verschillende materie (Witte en grijze
stof). De verbindingstukken tussen de rechter en linker hersen noemen we
commisures. Je hersenen kruisen (linker hersenhelft stuurt rechter lichaam aan).
Dus als je links verlamt raakt komt dat door je rechter hersenhelft
Gall studeerde de hersenen van dieren en in het specifiek studeerde hij de cortex.
Hoe groter de cortex hoe slimmer de mens was de conclusie. Toen dacht hij meer
hersen ergens betekent dat men ergens beter is. Dus bv als rechtsachter je hersen
groter was en je een talenknobbel had dan betekende dat dus dat he hersenen
rechtsachter de talen deden dit idee wordt frenologie genoemd.
Fysiognomie is het idee dat je iemands karakter kan herleiden uit het uiterlijk. Bv
hoe meer je lijkt op een haas hoe sneller je bent.
Ablatie = het systematisch stuk maken van hersendelen en dan kijken welke
gedragsgevolgen eruit volgen.
Het cerebellum zit onder de hersenen (=kleine hersen)
Pierre Flourens ging dit onderzoeken (frenologie)  conclusie: geen lokalisatie van
psychologische kenmerken. (sneed systematisch stukken uit de hersenen van een hond)
Bouillaud zei afasie: taalstoornis door niet-aangeboren hersenletsel. De schade zat
linksvoor bij de hersenen altijd. Dus voor taal was frenologie herkenbaar.
Paul Broca ging door op Bouillauds onderzoek (niemand anders geloofde hem) en
hij ontdekte motorische afasie met behulp van Tan. (geen spraak).
Wernicke onderzocht een ander deel van de hersen en ontdekte sensorische afasie.
Mensen met sensorische afasie weten zelf meestal niet dat hun zinnen niet kloppen.

, Mensen met conductieafasie kunnen je wel begrijpen maar kunnen het niet na
zeggen. Dit
hebben mensen
met schade
tussen Wernicke’s
gebied en Broca’s
gebied.
Fritsch en Hitzig
deden ook
onderzoek naar
de hersenen.
Elektrochemische
zenuwcellen.
Hersenen
communiceren met elkaar via chemische
processen, neurotransmitters. Je kunt ze dus
met een elektronische schok stimuleren. Zei
ontdekte de motorstrip. Als je daar de hersenen
activeert krijg je specifieke acties (hand
bewegen) motorische cortex
Ferrier vond de sensorische cortex. Als je daar
de zenuwen stimuleert dan voelen mensen
zaken (tinteling in handen).


Geheugen kan niet gelokaliseerd worden in de
hersenen. Franz en Lashley deden hier onderzoek naar. Ze concludeerde
equipotentialiteit: alle hersendelen zijn even belangrijk voor het creëren van
herinerringen. Law of mass actien (reduncancy)  hoe meer hersen je kapot maakt
hoe meer geheugen verlies (proportioneel).
Milner vond wel dat geheugen op specifieke plekjes. Scoville ging de hippocampus
van een patient met epulepsie verdwijnen. Vanaf toen kon de patient geen nieuwe
herinneringen meer maken. Milner deed onderzoek naar hem. Ze ontdekte dat er
verschillende soorten geheugen waren (bv lang en kort). Patient had problemen met
langetermijngeheugen. Het gebied bij de Hippocampus kon dus worden gelinkt aan
het langetermijngeheigen. Patient hete trouwens Molaison.
Milner maakte onderscheid tussen declaratief geheugen (weten dat je dingen
herinnert) en procedureel geheugen (het kunnen doen van de acties) dit kon
Molaison nog wel.
Penfield: ontdekte dat er een gedeelte was voor betekenisgeving. Zoals bv deja vu,
er is iemand in de kamer. In de temporaal kwab.

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller daan60. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $4.70. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

53068 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 14 years now

Start selling
$4.70
  • (0)
Add to cart
Added