100% satisfaction guarantee Immediately available after payment Both online and in PDF No strings attached
logo-home
Samenvatting Algemene Dierkunde (1021628ANR) (HOC & WPO) $9.09
Add to cart

Summary

Samenvatting Algemene Dierkunde (1021628ANR) (HOC & WPO)

 102 views  4 purchases
  • Course
  • Institution

Volledige samenvatting van de cursus van Bram Vanschoenwinkel, plus een samenvatting van de WPO's van de assistent. Samengevat in . Werd in dat jaar, maar ook het jaar daarna door meerdere studenten gebruikt en verbeterd. Zou dus nog altijd up-to-date moeten zijn. Volledig uitgetypt met afbeeldinge...

[Show more]

Preview 4 out of 126  pages

  • October 24, 2022
  • 126
  • 2020/2021
  • Summary
avatar-seller
H1 – Inleiding tot het dierenrijk
Wat zijn dieren?
• Meercellig, heterotroof en eukaryotisch
• Geen celwand (wel verbindingen: tight, gap en desmosomen)
• Typische embryonale ontwikkeling
o Zygote → morula → blastula → gastrula
o 2/3 kiembladen: ectoderm (opperhuid), mesoderm (skelet, hart), endoderm (maag)
• Bijna altijd seksuele voortplanting (met oögamie)
• Hox-genen zorgen voor vorming v/e organisme (zeggen bouw … op deze plaats)
• Enigen met spier- en zenuwweefsel

Ontstaan dieren
• Choanoflagellaten: kolonievormende protist met flagellen en cellen met specifieke functies.
De flagellen creëren een waterstroom → voedselmoleculen worden richting een kraag
geduwd waarin ze blijven kleven. Deze protist is verwant aan de voorouder van de dieren
• Dieren (meercelligen) zijn geëvolueerd uit kolonies die zo afhankelijk van elkaar waren dat ze
1 organisme werden
• Opisthokonta: fungi + dieren + geflagelleerde protisten (zijn sterk genetisch verwant)




Cambrische explosie (541-543 miljoen jaar geleden)
• Periode waarin alle grote dierengroepen die vandaag nog leven zijn ontstaan
• Tijdens het Ediacara (laatste periode van Precambrium) waren er al organismen die lijken op
dieren, maar we hebben nog niet genoeg info hierover

Verklaringen:
• Ecologische oorzaken: ontstaan roofdieren → veel adaptie (schilden, voortbeweging)
• Geologische oorzaken: meer O2 in atmosfeer → meer actief metabolisme mogelijk (grotere
dieren). Snowball-earth: cyanobacteriën nemen veel CO2 op → zwakker broeikaseffect →
planeet koelt af → ijstijd. Door massaal vulkanisme is de planeet weer opgewarmd → pas
vanaf dan vinden we duidelijke fossielen terug
• Genetische oorzaken: evolutie van hox-genen → mutaties zorgden voor meer variatie in de
morfologische ontwikkeling

Indeling van het dierenrijk
• Classificatie: het indelen van soorten in een groep
• Taxonomie: benoemen van soorten en het definiëren van hiërarchische groepen (taxa)
• Systematiek: classificatie + taxonomie
• Fylogenie: studie van evolutionaire geschiedenis van taxa + opstellen van stambomen
• Cladistiek: fylogenetische methode op basis van afgeleide gemeenschappelijke kenmerken

1

,Soorten clades
• Monofyletische clade: groepering waarin alle organismen dezelfde voorouder hebben, die
zich ook binnen de clade bevindt (beste want heeft ook betrekking op DNA-verwantschap)
• Parafyletische clade: groepering waarin niet alle organismen die afstammen van een
bepaalde voorouder zijn opgenomen, de voorouder zelf wel (bv: reptielen)
• Polyfyletische clade: groepering waarin de soorten andere afstammingslijnen hebben, hun
laatste gemeenschappelijke voorouder zit zelf niet in de clade

Fylogenetische relaties in het dierenrijk
• Het grootste deel van de dieren is ongewerveld
• Er zijn 36 fyla in het dierenrijk, wij bestuderen de 15 belangrijkste

Morfologische/anatomische boom vs moleculaire (ribosomaal DNA) boom




• De bomen komen in de grote lijnen overeen
• Beide methoden focussen zich op een beperkt perspectief → er zijn verschillen in de bomen
(we weten nog niet welke het meest correct is)
• Nadeel morfologische: gemeenschappelijke kenmerken betekenen niet altijd dat
organismen nauw verwant zijn (vleugels bij vogels en insecten) + het kenmerk kan
verdwijnen in de evolutie
• Nadeel moleculaire: constant veranderingen in de boom door nieuwe ontdekkingen in DNA




2

,Morfologisch/anatomische boom (4 vertakkingen van monofyletische clades)
Parazoa – Eumetazoa
• Parazoa hebben geen weefsels of organen, maar wel al gedifferentieerde cellen
• Eumetazoa hebben wel weefsels en organen

Radiata – Bilateralia
Radiata
• Radiale symmetrie
• Top – bodem (oraal – aboraal)
• Vaak vastzittend
• Diploblastisch (ectoderm + endoderm)
• BV: kwallen, koraal, anemonen

Bilateralia
• Tweezijdige symmetrie
• Dorsaal – ventraal (rug – buik)
• Anterieur – posterieur (rostraal – caudaal)
• Links – rechts
• Cephalisatie (kopvorming)
• Vaak vrij bewegend
• Triploblastisch (ectoderm + endoderm + mesoderm)
• BV: wormen, geleedpotigen, mollusken

Acoelomata – Coelomata
Wat is een coeloom?
• Voornaamste lichaamsholte opgevuld met vocht
• Hierin liggen de organen
• Kan op verschillende wijzen ontstaan (schizocoelie, enterocoelie)
• Functies: bescherming, hydroskelet, toelaten beweging organen
• Niet te verwarren met de holte in de darm
Acoelomata
• Geen coeloom
• Blastocoel opgevuld met mesodermaal weefsel
• BV: Platyhelminthes (Planaria)

Pseudocoelomata
• Wel een coeloom, niet volledig afgelijnd door mesoderm
• BV: Nematoda (Ascaris)

Eucoelomata
• Wel een coeloom, volledig afgelijnd door mesoderm
• BV: Mollusca (mossel), aardworm, Arthropoda (insect), zeester




3

, Protostomia – Deuterostomia
Protostomia
• Klieving: spiraal met gedetermineerde cellen → embryo kan niet overleven na splitsing
• Coeloomvorming: schizocoelie (splijting van mesoderm)
• Bestemming blastoporus: mond ontwikkelt eerst (proto-stomia)

Deuterostomia
• Klieving: radiaal met ongedetermineerde cellen (delen van het lichaam
liggen nog niet vast) → als embryo splitst ontstaat er een tweeling
• Coeloomvorming: enterocoelie (afsnoering van de archenteron)
• Bestemming blastoporus: anus ontwikkelt eerst

Verschillen met moleculaire boom
• 2 protostome clades in moleculaire boom: Lophotrochozoa en
Ecdysozoa (met exoskelet)
• Morfologische boom: insecten horen bij de Anneliden want ze zijn
beide gesegmenteerd
• Moleculaire boom: insecten horen bij de Nematoda → blijkt juist te zijn
want er zijn ook morfologische gelijkenissen (voorkomen van vervelling)




4

The benefits of buying summaries with Stuvia:

Guaranteed quality through customer reviews

Guaranteed quality through customer reviews

Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.

Quick and easy check-out

Quick and easy check-out

You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.

Focus on what matters

Focus on what matters

Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!

Frequently asked questions

What do I get when I buy this document?

You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.

Satisfaction guarantee: how does it work?

Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.

Who am I buying these notes from?

Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller kobetheylaert. Stuvia facilitates payment to the seller.

Will I be stuck with a subscription?

No, you only buy these notes for $9.09. You're not tied to anything after your purchase.

Can Stuvia be trusted?

4.6 stars on Google & Trustpilot (+1000 reviews)

48756 documents were sold in the last 30 days

Founded in 2010, the go-to place to buy study notes for 15 years now

Start selling
$9.09  4x  sold
  • (0)
Add to cart
Added