In this summary, the following grammatical elements are explained: conditionals, model verbs, run, future. Everything is clearly explained with examples.
Conditionals
First conditional
De first conditional bestaat uit 2 gedeeltes. Het eerste gedeelte is het if-gedeelte waarin je praat over
een situatie op dat moment of een toekomstige situatie die zeer waarschijnlijk is. In het tweede
gedeelte praten we over het resultaat. De first conditional is in de tegenwoordige tijd.
Waarschijnlijke situatie Resultaat
If + tegenwoordige tijd Will + infinitief
If you order 20 units, We will give you a 15% discount.
If I am not promoted, I will leave the company.
Bij de first conditional kan ook de present continuous (tegenwoordige tijd ing-vorm) of de present
perfect (have/has + voltooid deelwoord) gebruikt worden in het if-gedeelte. Voor will kan ook gebruik
gemaakt worden van may, might, could en should.
Second conditional
De second conditional bestaat uit 2 gedeeltes. In het if-gedeelte praten we over denkbeeldige situatie
op dat moment of in de toekomst die onwaarschijnlijk is. In het tweede gedeelte praten we over het
resultaat. De second conditional is in de verleden tijd.
Denkbeeldige situatie Resultaat
If + verleden tijd Would + infinitief
If we accepted the takeover bid, We would be out of a job.
Bij de second conditional kan ook de past continuous (verleden tijd ing-vorm) gebruikt worden in het
if-gedeelte. Voor would kan ook gebruik gemaakt worden van could of might.
Third conditional
De third conditional bestaat uit 2 gedeeltes. In het if-gedeelte praten we over de denkbeeldige situatie
in het verleden. In het tweede gedeelte praten we over het denkbeeldige resultaat. De third conditional
doet een veronderstelling over wat had kunnen zijn.
Denkbeeldige situatie in het verleden Denkbeeldige resultaat
If + voltooid tegenwoordige tijd Would(n’t) have + voltooid deelwoord
If you had concentrated, You wouldn’t have made the error.
If I had studied harder, I would have passed my exam.
Linking words:
Enkele woorden kunnen ook ‘if’ en ‘only if’ betekenen. Dit zijn provided (that),
providing (less formal), as long as en on the condition that.
Supposing betekent stel je voor. Als supposing in een zin staat wordt deze gebruikt
met een second conditional.
Unless is gelijk aan if not.
In case gebruik je als je praat over een actie waarmee je iets wilt voorkomen. (I’ll
take a spare battery in case the main one runs out.)
, Modal verbs
Obligation (verplichting)
Als men praat over een verplichting dan gebruikt je must of have to. Must gebruik je wanneer het
vanuit de spreker komt en have to gebruikt je wanneer je spreekt over regels.
Voorbeeldzinnen:
Vanuit de spreker
You must get to the meeting on time tomorrow.
Visitors must switch off their mobile phones.
Vanuit de regels
If we want to smoke, we have to go out of the office.
When people call the helpline, I have to put them through to a suitable adviser.
No obligation (geen verplichting)
Gebruik don’t have to, don’t need to of needn’t als de verplichting ontbreekt.
Voorbeeldzinnen:
You needn’t do any more work on this – I’ll take care of it myself.
The office is closed for the holidays now and we don’t have to return until 3 January.
Prohibition (verbod)
Bij een verbod gebruikt men mustn’t, can’t of aren’t allowed to. Gebruik mustn’t wanneer het idee van
het verbod vanuit de spreker komt. Can’t en aren’t allowed to is meer gebruikelijk als de spreker praat
over wat wel en niet toegestaan is.
Voorbeeldzinnen:
Vanuit de spreker
We mustn’t disturb him if he’s busy.
Passengers mustn’t leave their luggage unattended at any time.
Vanuit de spreker over wat (niet) is toegestaan
I’m sorry, but you can’t park here – it’s an emergency exit.
In vragen gebruikt men over het algemeen niet must maar have to.
Where do we have to park? Waar moeten we parkeren?
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller Stefank. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.21. You're not tied to anything after your purchase.