Overzicht van de cursus:
1. Individueel niveau (week 2 en 3)
2. Groepsniveau (week 4 en 5)
3. Organisatie systeemniveau (week 6 en 7)
Hoorcollege 1 (9/11) week 46
Hoofdstuk 1
Video 1: introductie
Waarom bestuderen we gedrag in organisaties:
Inzicht in hoe mensen zich gedragen in het werk en hiermee zijn we in staat om mensen beter te
motiveren waardoor ze beter presteren en waardoor organisaties in het algemeen op den duur
betere prestaties leveren.
Voordelen interpersoonlijke vaardigheden/ kennis over organisatorisch gedrag bij managers:
- Betere prestaties
- Maakt de werkplek beter (vaak meer winst dan niet zulke goede werkplekken)
- Sociale relaties (invloed op werktevredenheid, stress en omzet)
- Bevorderen bewustzijn van sociale verantwoordelijkheid.
Organizational behaviour bestudeert de invloed die individuen, groepen en structuur hebben op
menselijk gedrag in organisaties.
➢ Het belangrijkste doel is om die kennis toe te passen om de effectiviteit van organisaties te
verbeteren. En maatschappelijke verantwoordelijkheid te vergroten.
Effectieve managers:
➔ Leveren goede prestaties en hebben tevreden werknemers. Managers zijn toegewijd aan hun
werknemers.
Succesvolle managers:
➔ Maken snel promotie binnen een organisatie.
4 soorten managementactiviteiten (op volgorde van meeste tijd naar minste tijd):
1. Traditioneel management: besluitvorming, planning, controle
2. Communicatie: uitwisseling van routine-informatie en verwerking van papierwerk
3. Human resources (HR) management: motiveren, disciplineren, conflicthantering, personeel
en training
4. Netwerken: socialiseren, politiek gedrag en omgaan met derden
➔ Succesvolle managers brachten de meeste tijd door in netwerken en de minste tijd in human
resources management activiteiten.
➔ De effectieve managers brachten de meeste tijd door in communicatieactiviteiten en de
minste tijd in netwerken. (Dus verband tussen communicatie en een effectieve manager)
Managers die hun beslissingen verklaren aan hun medewerkers en informatie van collega’s en
werknemers vragen, zijn het meest effectief!
Video 2: Wetenschappelijke benadering van OB (organizational behaviour)
Gedrag op systematische manier te bestuderen --> beslissingen te baseren op wetenschappelijk
onderzoek. (Niet op basis van je gevoel (intuïtief) of via een causale benadering = acties proberen te
interpreteren en gedrag proberen te voorspellen).
,Systematische aanpak is gebaseerd op de overtuiging dat gedrag niet willekeurig is en dat er
fundamentele consistenties zijn die aan het gedrag van individuen ten grondslag liggen. Dit maakt
gedrag over het algemeen voorspelbaar.
Evidence-based management (EBM) is wanneer beslissingen van managers gebaseerd zijn op
wetenschappelijk bewijs.
Data is de basis van EBM
Big data: uitgebreide gebruik van statische compilatie en analyse.
3 belangrijke redenen om data te gebruiken:
1. Gebeurtenissen te voorspellen
2. Detecteren hoeveel risico er op enig moment is
3. Gebeurtenissen zoals catastrofes te voorspellen of voor het beslissen over product
voorraden.
Big data wordt ook toegepast om effectieve beslissingen te nemen en organisatorische
veranderingen te beheren.
Maar big data heeft ook enkele beperkingen. Bijvoorbeeld als het bewakingsinstrumenten zijn. Bij dit
soort toepassingen is privacy een gevoelig onderwerp.
Disciplines die bijdragen aan het gedrag veld van de organisatie: (Gedrag disciplines)
- Psychologie
- Sociale psychologie
- Sociologie
- Antropologie
Uitdagingen en mogelijkheden voor gedrag in organisaties:
- Voortdurende globalisering
- Werken met mensen uit verschillende culturen
- Demografie van het personeel
- Diversiteit van personeel
- Sociale media
- Welzijn van werknemers op het werk
- Positieve werkomgeving
- Ethisch gedrag
➢ Conceptuele modellen:
Abstracte weergave van een echt probleem uit de realiteit die je op een vereenvoudigde manier
weergeeft. Inputs – processes – outcomes
1. Moderatie model:
De relatie tussen een onafhankelijke en afhankelijke variabele wordt beïnvloed door een andere
variabele (dat wil zeggen moderator). Vraag die centraal staat: Wanneer?
2. Mediatie model:
De relatie tussen een onafhankelijk en afhankelijke variabele wordt verklaard door een andere
variabele (dat wil zeggen de mediator). Vraag die centraal staat: Waarom?
Enkele uitkomsten:
- Attitudes: evaluaties die werknemers maken.
- Stress: reactie op omgevingsdruk en is een onaangename psychische aandoening.
, - Taakuitvoering: combinatie van effectiviteit en efficiëntie in iemand zijn kerntaken.
Onderzoeksmethoden:
- Case study:
Diepgaande analyse van éju 80én of enkele entiteiten: observaties, interviews, etc.
Ontwikkelen/opbouw theorie
(Nadeel: lage generaliseerbaarheid)
- Vragenlijst (veldonderzoek):
Gebruik van een voorbeeld en schriftelijke (gesloten/open) vragen.
Testen van theorie
(Moeilijk te zeggen wat oorzaak-gevolg is)
- Experiment:
Een onafhankelijke variabele systematisch variëren en kijken naar het effect op een afhankelijke
variabele.
Testen van theorie
(Wel vaststellen wat oorzaak-gevolg is)
- Meta-analyse:
Kwantitatief overzicht van eerder onderzoek (hoe consistent zijn de resultaten)
Generaliseerbaarheid
Organisatorische burgerschapsgedrag (OBG) (organizational citizenship behavior OCB):
➔ Werknemers voeren taken uit die geen deel uitmaken van hun kerntaken, die bijdragen aan
de psychologische en sociale omgeving van de werkplek.
- Terugtrekkingsgedrag: acties die medewerkers ondernemen waardoor ze worden gescheiden
van de organisatie.
- Groepscohesie: mate waarin leden van een groep elkaar ondersteunen op werk.
- Groep functioneren: kwantiteit en kwaliteit van de werk output van een groep.
- Productiviteit: wanneer inputs worden omgezet in outputs tegen de laagste kosten.
- Overleving: mate waarin een organisatie op de lange termijn kan bestaan en groeien.
, Hoorcollege 2 (16/11) week 47
Video 1: Hoofdstuk 2
Attitudes: Evaluatieve uitdrukkingen ten opzichte van objecten, mensen of gebeurtenissen – kan
gunstig of ongunstig zijn.
➢ Weerspiegelen hoe iemand ergens over denkt.
Drie hoofdcomponenten van attitudes:
- Coginitive = evaluation
- Affective = feeling
- Behavioral = action
Attitude leidt tot bepaald gedrag.
Maar gedrag leidt ook tot een bepaalde attitude.
Cognitieve dissonantie: iedere inconsistentie tussen twee of meer attitudes, of tussen gedrag en
attitudes.
➢ Individuen zullen proberen dissonantie te minimaliseren
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller evalankveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.40. You're not tied to anything after your purchase.