Omgeving en communicatie: 2 Tentamen vraag en antwoord uit jaar 2021/2022
17 views 0 purchase
Course
Omgeving En Communicatie (RR2KB)
Institution
Fontys Hogeschool (Fontys)
Book
Corporate Communication
Tentamen vraag en antwoorden uit jaar 2021/2022 van het 2e jaar. Het is een gedeelte van het boek corporate communication en artikelen die tijdens de lessen zijn behandeld.
Samenvatting Corporate Communication (825051-B-6)
Corporate Communication Summary
All for this textbook (36)
Written for
Fontys Hogeschool (Fontys)
Communicatie
Omgeving En Communicatie (RR2KB)
All documents for this subject (5)
Seller
Follow
anne221
Reviews received
Content preview
TENTAMEN 1
1. Het communicatiekruispunt is ook goed in te zetten als procesmodel. Welke volgorde hanteer je als je het
kruispunt als procesmodel inzet?
A. Dialogiseren => informeren => overreden => formeren
B. Informeren => dialogiseren => formeren => overreden
C. Formeren => informeren => overreden => dialogiseren
2. Aarts en van Woerkum hanteren een model om de relatie tussen identiteit en imago te verklaren. Wat is een
correcte weergave van dat model?
A. Het karakter en het gedrag van een organisatie bepalen de feitelijke identiteit van een organisatie en
daarmee ook de gewenste identiteit van diezelfde organisatie.
B. De feitelijke identiteit van een organisatie is het resultaat van het karakter en het gedrag van de
organisatie en heeft grote invloed op het feitelijke imago van een organisatie.
C. Het feitelijke imago van een organisatie is het resultaat van het karakter en het gedrag van de
organisatie en heeft grote invloed op de feitelijk identiteit van een organisatie.
3. Wanneer een organisatie in een crisissituatie terechtkomt, kan deze kiezen uit verschillende
crisisstrategieën. Welke factor is het meest bepalend voor de keuze van een strategie?
A. De mate van het risico en de schade voor de organisatie
B. De mate van het risico en de schade voor de stakeholders en omgeving
C. De mate waarin de organisatie verantwoordelijk is voor het ontstaan
4. welke aanpak past bij de relationele communicatieprofessional?
A. De publieke opinie overtuigen van jouw standpunten
B. Goed luisteren hoe ver (maatschappelijke) issues wordt gesproken
C. Verschillen van meningen tussen stakeholders herkennen en tot compromissen komen
5. Aarts en van Woerkum spreken o.a. over de onbedoelde non-verbale communicatie. Activiteiten en
gedragingen worden voortdurend op een bepaalde manier geïnterpreteerd. Wat geld volgens beide auteurs
hierbij?
A. Activiteiten en gedragingen leiden altijd tot betekenisgeving, ongeacht of deze bewust of onbewust,
bedoeld of onbedoeld worden ingezet.
B. Activiteiten en gedragingen leiden alleen tot betekenisgeving als deze bewust en bedoeld worden
ingezet.
C. Activiteiten en gedragingen leiden alleen tot betekenisgeving als deze onbewust en onbedoeld
worden ingezet.
6. Wat is volgens van Wijk (in het hoofdstuk ‘reputaties in het geding’) een belangrijk verschil tussen
crisiscommunicatie en issuemanagement?
A. Bij crisiscommunicatie kijk je alleen naar binnen, bij issuemanagement kijk je alleen naar buiten.
B. Bij crisiscommunicatie kijk je eerst van binnen naar buiten, bij issuemanagement kijk je van buiten
naar binnen.
C. Bij crisiscommunicatie kijk je eerst van buiten naar binnen, bij issuemanagement kijk je van binnen
naar buiten.
, 7. Bij welke communicatiemodellen behoort de communicatieprofessional die ‘van buiten naar binnen’ kijkt?
A. Reflectieve communicatiemodellen
B. Klassieke communicatiemodellen
C. Interactieve communicatiemodellen
8. De eerste trend die Logeion benoemt, is de verdeelde samenleving, gedeelde toekomst. Daarin wordt
gesproken over zogenaamde filter bubbles. Welke rol speelt communicatie daarbij volgens Logeion?
A. Door communicatie ontstaan juist deze filter bubbles
B. Communicatie versterkt grenzen van deze bubbles
C. Communicatie doorbreekt de gesloten grenzen van deze bubbles
9. In de ontwikkeling van een issue worden 5 fases onderscheiden: geboorte, groei, ontwikkeling, volwassen en
post-volwassen. In welke fase spelen formele netwerken een belangrijke rol?
A. Ontwikkeling
B. Volwassen
C. Groei
10. Wat is een van de verschillen tussen traditionele stakeholder management en moderne stakeholder
engagement?
A. Bij stakeholder engagement zijn organisatie en stakeholders gelijk aan elkaar, bij stakeholder
management is de organisatie machtiger
B. Bij stakeholder management zijn organisatie en stakeholders gelijk aan elkaar, bij stakeholder
engagement is de organisatie machtiger
C. Bij stakeholder engagement zijn organisatie en stakeholders gelijk aan elkaar, bij stakeholder
management zijn de stakeholders machtiger.
11. Van Riel spreekt in het hoofdstuk ‘fundamenten van reputatie’ over vijf fundamenten. Wat houdt het
fundament ‘zichtbaarheid’ in?
A. Bekend zijn in de ogen van je publiek
B. Onderscheidend zijn in de ogen van je publiek
C. Geloofwaardig zijn in de ogen van je publiek
12. Wie is volgens van Wijk (in het hoofdstuk ‘reputaties in het geding’) eigenaar van het imago van een
organisatie?
A. Imago is een zendereigenschap, maar wordt wel voorzien van een waardering door stakeholders
B. Imago is een ontvangerseigenschap, het altijd gaat om waardering van het grote publiek
C. Imago is zowel een ontvanger- als een zendereigenschap, omdat zowel de zender als de ontvanger de
organisatie van waardering voorzien.
13. Aarts en van Woerkum geven als voorbeeld van een bepaalde soort relatiegroep de overheid, die wel of
geen vestigingsvergunning verleent. Dit is een typisch voorbeeld voor de:
A. Output-relatiegroep
B. Input-relatiegroep
C. Voorwaardelijke relatiegroep
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller anne221. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $5.96. You're not tied to anything after your purchase.