Ook in de economie wisselen goede tijden en slechte tijden elkaar voortdurend af. Om dit verschijnsel
inzichtelijk te maken, bekijken we de reële economische groei: de procentuele verandering van het
reële bbp van jaar tot jaar. De groei kan je weergeven in een conjunctuurlijn. Als de conjunctuurlijn
boven de x-as ligt, groeit de economie. Als de lijn onder de x-as komt, is er sprake van een negatieve
economische groei: de economie krimpt. De gemiddelde groei
over een periode noem je de trendmatige groei. Om de
trendmatige groei te bepalen, moet je naar een periode kijken
van minimaal twintig jaar.
Als de economie sterker groeit dan de trendmatige groei, is er
sprake van hoogconjunctuur (bv het groene vlak). In de tijd
van hoogconjunctuur:
Consumenten geven gemakkelijk geld uit.
Ondernemingen blijven niet zitten met onverkochte voorraden en de bedrijfswinsten zijn
hoog.
De aandelenkoersen bereiken recordhoogtes.
Er is weinig werkloosheid.
Als de economie minder sterk groeit dan de trendmatige groei, is er sprake van een laagconjunctuur
(bijvoorbeeld de rode vlakken). De conjunctuurlijn vertoont bij een laagconjunctuur een dal.
Consumenten houden de hand op de knip, waardoor bedrijven hun producten moeilijker
verkopen.
Door de lage bestedingen dalen de belastinginkomsten van de overheid en daardoor loopt het
financieringstekort van de overheid op.
Het aantal werklozen stijgt.
Als de economie twee kwartalen achter elkaar krimpt, noemt je dat een recessie. Als de economie drie
of meer kwartalen achter elkaar krimpt, spreek je van een depressie.
De conjunctuurbeweging heeft drie kenmerken:
De beweging is onregelmatig en niet te voorspellen.
Macro-economische variabelen vertonen dezelfde conjunctuurbeweging. Om de conjunctuur
op de korte termijn te voorspellen, wordt gebruikgemaakt van conjunctuurindicatoren. Dit zijn
macro-economische variabelen waarvan de waarde eerder bekend is dan die van het bbp. Ze
geven een indicatie van de omvang van het toekomstig bbp. VB. aantal bouwvergunningen.
De beweging verloopt tegengesteld aan het aantal werklozen. De beweging van de werklozen
noem je anticyclisch: hun verandering door de tijd is tegenovergesteld aan de
conjunctuurbeweging.
Gevolgen van de economische conjunctuur
Zoals we hebben gezien heeft de conjunctuur invloed op het aantal werkelozen. Dit heeft gevolgen
voor de overheid. In laagconjunctuur is er sprake van een hoog aantal werkelozen. Dit betekend veel
uitkeringen (uitgaven) en weinig belasting (inkomsten). De overheid wordt hiermee beperkt in haar
keuzes daar zij gewoonweg een lager budget overhoudt.
In hoogconjunctuur zie je het tegenovergestelde. Weinig uitkeringen zijn nodig en veel belasting komt
binnen.
De conjunctuur heeft ook invloed op de internationale handel. Zit een land in een laagconjuctuur, dan
zal zij minder importeren uit het buitenland. Andersom is het ook het geval. Zit het buurland in een
laagconjunctuur, dan loopt Nederland export mis.
, In deze paragraaf komen nog wat losse definities voor:
Vrijwillige werkeloosheid: je neemt ontslag en kiest voor werkeloosheid
Onvrijwillige werkeloosheid: je wordt ontslagen en kiest dus NIET voor werkeloosheid
Waardevaste uitkeringen: Je uitkeringen groeien mee met de inflatie de koopkracht = constant
Welvaartvaste uitkeringen: Uitkeringen groeien met gem. loonsverhoging, hoger dan waardevast, omdat hier de inflatie al bij
in zit. De koopkracht van de uitkering groeit.
Wisselkoersen
De wisselkoers is een prijs naar een munt, uitgedrukt in een
andere muntsoort. Zo is de wisselkoers euro/dollar de prijs
van een euro, uitgedruk in dollars. Is deze 1.25 dan betekend
dat één euro, 1.25 dollar kost. De wisselkoers dollar/euro is
dan 1/1.25 = 0.80.
Omdat de wisselkoers de prijs van de ene munt, uitgedrukt in
een andere muntsoort is, wordt de wisselkoers beinvloedt
door beide vraag en aanbod van beide muntsoorten. De koers
komt uiteindelijk via het marktmechanisme tot stand. Met op
de horizontale as, de hoeveelheid euro’s en op de verticale as
de wisselkoers euro/dollar.
Prijsveranderingen van wisselkoersen hebben speciale namen. Als de waarde van een munt stijgt
noemen we dat appreciatie (als in het VB hiernaast), als de waarde van een munt daalt noemen we dat
depreciatie.
De koers van Dollar naar Euro is een variabele wisselkoers: De koers kan vrij apprecieren of
deprecieren, gestuurd door vraag en aanbod op de valutamarkt.
Als handelspartners verschillende munten hebben, wordt het voortplanten van de
conjunctuur afgezwakt door een verandering van de wisselkoers. Heeft de VS een
hoogconjunctuur dan importeert zij veel uit EU. Hierdoor stijgt de vraag naar Euro euro
wordt duurder import voor de vs wordt duurder minder import EU krijgt niet ook
complete hoogconjunctuur.
Bovenstaande situatie blijkt ook uit de betalingsbalans. De wisselkoers trekt deze in
evenwicht. Is er een positief saldo (meer export dan import van geld), dan zal de wisselkoers
stijgen, de export afnemen (want duurder voor buitenland) en de import toenemen (want
goedkoper) en zo raakt de betalingsbalans weer in evenwicht. Hetzelfde geldt voor een
negatief saldo, welke een daling van de wisselkoers tot gevolg heeft.
De koers van Dollar naar Euro is een variabele wisselkoers: De koers kan vrij apprecieren of
deprecieren, gestuurd door vraag en aanbod op de valutamarkt. De voordelen van een variebele
wisselkoers zijn:
Afzwakking van conjunctuurbeweging
Dit is ongunstig in een hoogconjunctuur, maar gunstig in een laagconjunctuur. Het zorgt
ervoor dat het land enorme pieken en dalen kent. Beter is een wat gemiddeldere route.
Automatisch herstel van onevenwichten op de betalingsbalans
Tegenover een variebele wisselkoers staat een vaste wisselkoers. In dat geval worden munten aan
elkaar gekoppeld in een vaste verhouding. De voordelen van een vaste wisselkoers zijn:
Bevordering van internationale handel doordat onzekerheid geen rol speelt.
Vermindering speculaties op de kapitaalmarkt.
Een valuta handelaar kan een euro kopen als deze laag staat t.o.v. de dollar en deze verkopen
als hij hoog staat. Door kuddegedrag (mensen die een voorbeeld volgen) kan dit zorgen voor
grote fluctuaties van de koers. Een vaste koers voorkomt dit.
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller PabloMagnifico. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.23. You're not tied to anything after your purchase.