Hoorcolleges Middeleeuwse Geschiedenis Universiteit van Amsterdam
15 views 0 purchase
Course
Middeleeuwse Geschiedenis
Institution
Universiteit Van Amsterdam (UvA)
Dit document zijn de aantekeningen die ik heb gemaakt bij alle hoorcolleges van het vak Middeleeuwse Geschiedenis op de Universiteit van Amsterdam. Ik had een openboek tentamen, dus ik heb de hoorcolleges heel nauwkeurig beluisterd en alles zo uitgebreid mogelijk opgeschreven (veel stukken zijn bij...
Hoorcollege 1 Migratie en lokalisering
Romeinen en ‘barbarberen’
- Niet-Grieken/Niet-Romeinen: mensen die een ‘brabbeltaal’ spreken → mensen
buiten de grenzen van het rijk → maar barbaren is eigenlijk een term die we moeten
vermijden
- Bijvoorbeeld: Germanen, Kelten en Slaven moeten we niet barbaars noemen, want
we kunnen ze niet onder één cultureel blok plaatsen
- Schrift en beeldvorming
Barbaarse groepen, wat waren dit voor groepen
- Variatie in etniciteit, religie, taal en cultuur
- Duidelijke ‘identiteit markeringen’, maar welke? Bijvoorbeeld dus haar (Suebenknot)
- Flexibele samenstelling: groepen vormen rond succesvolle leiders en families:
desintegreren ook weer snel geregeld als een belangrijke leider stierf
- Flexibele identiteiten (vermeende) etniciteit, tradities en familiebanden als manier om
een groepsidentiteit te duiden → bijvoorbeeld het ‘Sueben-knotje’
- Door gebrek aan betrouwbare bronnen in het moeilijk om deze mensen te
achterhalen
Culturele wisselwerking
Codex Theodosianus (399-416) → hierin staat dat mensen geen broeken of schoenen zich
mogen toe eigenen, en deze ook niet mogen dragen. Ook mogen mensen geen kleding van
dierenhuid dragen of lang haar hebben → voorbeeld dat de barbaarse identiteit was
verspreid naar Rome, en dat Romeinse overheden dit niet accepteerden
- Ook barbarisering onder deze ‘barbaarse’ groepen → andere volkeren nemen
culturele eigenschappen (zoals namen, leger, kleding stijl) vd barbaarse volkeren
over
Migratiegolven 4e-6e eeuw
- Met en zonder Romeinse instemming (Romeinse keizers lieten volkeren binnen als
buffer of legeraanvulling) / (Romeinse rijk aantrekkelijk omdat ze rijk waren, dit was
een motivatie voor deze migratie)
- Sedentaire en nomadische samenleving
- Grote migratiegolven en geleidelijke migratie en acculturatie
- Drie grote golven:
- Laat 4e,5e eeuw: Hunnen, Visisgoten, Ostrogoten, Vandalen, Alanen,
Sueben, Bourgondiërs
- Midden 5e eeuw: Alemannen, Franken, Beieren, Angelen, Saksen
- Midden 6e eeuw: Avaren Lombarden
Lokalisering/involutie
- Definitie: Een politiek en economisch proces dat de schaal van de transregionale
relaties tussen de provincies van het voormalige Romeinse Rijk inperkten
- Aantal centrale ontwikkelingen:
- Verschuiving van politieke/administratieve centra van o.a. Rome/Ravenna
naar bisschopssteden, landgoederen en kloosters
, - Platteland belangrijker t.o.v. stad; landbezit wordt belangrijke basis van macht
en rijkdom van de elites
- Persoonlijke loyaliteitsbanden cruciaal voor bestuur koninkrijken
Nieuw centra gaan zich ontwikkelen:
- Landgoederen/hoven → in handen van elite
- Kloosters → religieus centrum
- Bisschopssteden → namen veel bestuurlijke functies over van Romeinen
Land en loyaliteit als machtsbasis
- Landbezit en landexploitatie → belangrijke bron van macht van elite
- Slaven, horigen (serfs) en vrije boeren → horigen (=onvrije boeren, bewerkte land in
ruil voor bescherming)
- Gefolgschaften en politiek-militaire loyaliteitsbanden
- Gift-exchange (een dienst in ruil voor een andere dienst)
- Beperkte reikwijdte koningschap
Veel lokale uitwisseling van goederen en handelsstromen in Europa rond de Noordzee en
Oostzee → handelssteden komen op als basis van handelssysteem
Conclusies:
Continuïteit:
- Drie culturele ‘erfenissen’ uit de Late Oudheid: Grieks-Romeins, niet
Romeins/barbaars en Christelijk
- Romeinse infrastructuur: steden, landgoederen, diocesen, bisdommen
Verandering:
- Lokalisering/involutie
- Belang platteland en krimp steden
- Veranderende machtsstructuur: land en loyaliteit
- Veranderende economie en handelsstromen
Hoorcollege 2: Missie en bekering → Het Vroege
Christendom
Vroege Middeleeuwen:
Culturele tradities:
- Grieks-Romeins traditie
- ‘Barbaarse’ traditie
- Christelijke traditie
Erfgenamen van het Romeinse Rijk (nadat het uit elkaar gevallen was)
- Westers Christendom
- Byzantijns Christendom
- Islamitische wereld
Vroeg Christendom → Mysterieculten
→ Kennis en band met bovennatuurlijke → daar bouwde ze succes mee op
→ Exclusiviteit en inclusiviteit
,→ Initiatierituelen, je was niet zomaar lid
→ Vrijwilligheid, je moest zelf die persoonlijke keuze maken om je aan te sluiten
→ Mysterieculten voor bijvoorbeeld Isis (Egypte) of Mithra (Perzië)
Christendom: verspreiding vanuit Romeins Judea, Jezus van Nazareth, 12 Apostelen
Evangeliën, Joodse sekte
Paulus: een apostel (5-67 na Christen)
- echte naam: Saul van Tarsus
- Hij preekte en reisde rond het Middellandse Zeegebied om Jodendom te verspreiden
- Het Christendom begon open te staan voor Joden en niet-Joden
- Paulus was een van de vroegste christelijke schrijvers → Hij schreef brieven
(epistles) aan geloofsgemeenschappen → oertekst van het Nieuwe Testament
Bekeerlingen en succesfactoren:
→ Mysterieculten waren populair door initiatie en ‘geheime verborgen’ kennis
→ Centraliteit ‘gewone’ mensen, die nu speciale staten binnen het geloof konden verwerven
→ Toegankelijkheid en participatie
- Joden en niet-Joden mochten lid worden (geen Joodse eetregels hoeven te volgen)
- Elite en niet-elites mochten lid worden
→ Romeinse infrastructuur → wat reizen vergemakkelijkte, makkelijker om het te
verspreiden
Christendom in Romeinse en post-Romeinse wereld
→ Het kreeg een steeds meer geaccepteerde positie in het Romeinse Rijk (staatsreligie
onder Theodosius)
→ Diocesen/parochies (continuïteit, want blijven bestaan na val Romeinse Rijk)
→ bisschoppen: belangrijke nieuwe groep binnen stanten Romeinse Rijken (nam de
administratieve rol over)
→ Latijn wordt de taal van het Christendom
→ Veel intellectuele tradities → neoplatonisme
→ Christendom gaat zich uitbreiden buiten het Romeinse Rijk op twee manieren
- Bekering van vorsten → volk volgt (bijvoorbeeld koning Clovis die zijn Frankische
volk bekeerde + koning Reccared I die het Christendom aannemt en de Visigoten
bekeerd + Koning Aethelbert bekeert het Angelsaksische koninkrijk Kent)
- Missionering wordt uitgevoerd om Christendom te verspreiden
- 5e eeuw: Patrick ‘apostel van de Ieren’
- 6e eeuw: Augustinus van Canterbury ‘apostel van de Engelsen’
- 7e eeuw: Willibrord ‘apostel van de Friezen’
- 7e eeuw: Bonifatius ‘apostel van de Duitsers’
- een missie (om geloof te verspreiden) kan je alleen uitvoeren met financiële en
politieke steun → missionering gebeurde met religieuze en politieke doeleinden →
Frankische vorsten gaven veel steun want ze wilde meer gebieden CHristelijk maken
om hun belangen te behartigen
, - Conflict tussen lokale bisschop en geestelijke Arius → christelijke wereld raakt
verdeeld
- bisschop was aanhanger van heilige drie-eenheid (god, jezus, heilige geest) Arius
niet eens met drie-eenheid → Jezus was ondergeschikt aan God de Vader
- Concilie van Nicea (discussie over conflict, wat klopt er nu?)
- Ostrogoten, Visigoten, Vandalen, Lombarden, Bourgondiërs aanhangers Arianisme
Donatisme
- Donatius Magnus, bisschop van Carthago (Noord-Afrika)
- Positie tradities (uitleveraard) in de kerk → donatisme heeft kritiek op hoe makkelijk
christenen zich over hebben gegeven aan de christenvervolging
- Augustinus van Hippo (Noord-Afrikaanse bisschop) → schrijver die tegen alle
alternatieve stromingen was van het Christendom, zo ook tegen het Donatisme
Bekering en syncretisme vond plaats:
- syncretisme: samensmelting van verschillende culturen/tradities → Franks casket
- religieus syncretisme: oude godsdiensten + het christendom mengen bijv.
Iers Christendom: (bijzonder, want nooit deel geweest van Romeinse Rijk) + Ierland is
geografisch afgezonderd → eigen soort Christendom ontwikkelt
- insulaire stijl (geometrische versiering die je terugziet) Book of Kells
- Kloosters (centrum geloof) en bisschoppen (vestigen in kloosters)
- pelgrimage-als-missie → als je op missie gaat doe je het niet alleen om het geloof te
verspreiden maar ook voor zielenheil
- Ierse missionarissen gingen op gevaarlijke tochten om het Christendom te
verspreiden
Hoorcollege 3: Byzantium en Islam
Het Byzantijnse Rijk kende een aantal tradities waar het op voortbouwde: Romeins, Grieks
en christelijke traditie
Romeinse erfenis was sterk aanwezig
- vooral het Keizerschap, dat je niet in het Westen terugvindt (Oost-Romeinse keizers
blijven bestaan, in het westelijke deel verdwijnen ze)
- Bureaucratie, wetgeving elementen blijven daar, ook die zijn in het Westen
verdwenen
sterke Griekse taal en cultuur aanwezig:
- Grieks → Oost Romeinse Rijk was al Griekstalig en dit wordt doorgezet in
Byzantijnse Rijk, blijft administratieve en culturele taal (West-Romeinse Rijk spraken
ze latijn)
- Geschriften en kennis → werken van Griekse denkers blijven bewaard hier, en
worden vergeten in het West-Romeinse rijk
Orthodoc christendom: (byzantijns christendom)
- 1054: Oosters Schisma → scheuring tussen oosterse orthodoxe en westerse latijnse
kerk, ze drijven steeds verder uit elkaar → ontstaan van twee Christelijke blokken
Politieke cultuur: (continuïteit met Romeinse Rijk)
- prominent en gecentraliseerd keizerschap → keizerlijk hof neemt centrale rol in het
bestuur in → allerlei kwesties en conflict worden opgelost daar
- keizerlijk hof → ondersteund door een sterk gecentraliseerd bureaucratie
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller cayalisanne. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $4.23. You're not tied to anything after your purchase.