Hier een uitgebreide samenvatting van alle literatuur van het vak jeugdcriminaliteit en jeugdbescherming. Alles is in het Nederlands geschreven, dus ook de artikelen die oorspronkelijk engels zijn
Inhoudsopgave
HENDRIKS, STAMS EN ASSCHER, 2021............................................................................................................ 3
HOOFDSTUK 2: FORENSISCHE ORTHOPEDAGOGIEK EEN JURIDISCH KADER...........................................................................3
HOOFDSTUK 3: (NEURO) BIOLOGISCHE FACTOREN, ANTISOCIAAL GEDRAG EN DELINQUENTIE.................................................5
HOOFDSTUK 4: LICHTVERSTANDELIJKE BEPERKING EN DELINQUENTIE................................................................................7
HOOFDSTUK 5: SEKSE EN DELINQUENTIE.....................................................................................................................9
HOOFDSTUK 6: OPVOEDING, GEHECHTHEID EN DELINQUENTIE......................................................................................10
HOOFDSTUK 7: ETIOLOGIE VAN KINDERMISHANDELING EN VERWAARLOZING....................................................................12
HOOFDSTUK 8: MORELE ONTWIKKELING EN DELINQUENTIE...........................................................................................15
HOOFDSTUK 9: CULTUUR EN DELINQUENTIE..............................................................................................................17
HOOFDSTUK 10: PSYCHISCHE STOORNISSEN EN DELINQUENTIE......................................................................................19
HOOFDSTUK 11: GEVOLGEN VAN VROEGKINDERLIJK TRAUMA.......................................................................................20
HOOFDSTUK 12: DRUGSGEBRUIK EN DELINQUENTIE....................................................................................................22
HOOFDSTUK 13: JONGEREN EN CYBERCRIME.............................................................................................................23
HOOFDSTUK 15: CLASSIFICATIE, SCREENING EN DIAGNOSTIEK VAN EEN LVB....................................................................25
HOOFDSTUK 17: SCREENING EN RISICOTAXATIE VAN KINDERMISHANDELING.....................................................................28
HOOFDSTUK 29: GESCHIEDENIS VAN DE RESIDENTIELE JEUGDHULP.................................................................................30
HOOFDSTUK 31: JEUGDZORGPLUS...........................................................................................................................32
HOOFDSTUK 32: MEISJES IN RESIDENTIËLE ZORG........................................................................................................34
HOOFDSTUK 37: NEUROBIOLOGISCHE INTERVENTIES...................................................................................................36
WEIJERS, 2020............................................................................................................................................. 38
HOOFDSTUK 1: JEUGDCRIMINALITEIT: WETENSCHAP, MEDIA EN POLITIEK.........................................................................38
HOOFDSTUK 3: ONTWIKKELING IN JEUGDCRIMINALITEIT IN HET BEGIN VAN DE 21E EEUW...................................................40
HOOFDSTUK 9: GEDRAGSSTOORNISSEN EN DELINQUENT GEDRAG IN DE ADOLESCENTIE......................................................41
HOOFDSTUK 15: DE SOCIAALECONOMISCHE CONTEXT VAN JEUGDCRIMINALITEIT..............................................................42
THOMPSON & MORRIS, 2016....................................................................................................................... 44
ASSINK ET AL, 2015...................................................................................................................................... 48
YOHROS, 2022............................................................................................................................................. 50
VAN GEMERT & WEERMAN, 2015................................................................................................................ 51
WHITTAKER ET AL, 2020............................................................................................................................... 53
FERWERDA & HAM, 2017............................................................................................................................. 55
ALINK ET AL, 2014........................................................................................................................................ 57
ASSINK ET AL, 2016...................................................................................................................................... 60
ASSINK ET AL, 2019...................................................................................................................................... 63
BELSKY, 1980............................................................................................................................................... 65
EICHELSHEIM, 2019...................................................................................................................................... 67
VAN DIJK ET AL, 2022................................................................................................................................... 69
BESEMER ET AL, 2017................................................................................................................................... 71
CALDERONI ET AL, 2022............................................................................................................................... 73
SORRETINO ET AL, 2019............................................................................................................................... 74
BOON ET AL, 2018........................................................................................................................................ 75
GILSING ET AL, 2015..................................................................................................................................... 76
VAN DER PUT ET AL, 2014............................................................................................................................ 78
CRISTENEN & BAKER, 2020........................................................................................................................... 79
,2
,Hendriks, Stams en Asscher, 2021
Hendriks, J. Stams, G. J. J. M., & Asscher, J. J. (red.) (2021). Handboek Forensische
Orthopedagogiek. Rotterdam: Lemniscaat
Hoofdstuk 2: Forensische orthopedagogiek een juridisch
kader
Kernpunten:
- Sinds 2015 ligt de verantwoordelijkheid voor toegankelijkheid en kwaliteit van het
gehele spectrum aan jeugdhulp bij de gemeenten
- Inspraak en participatie van kinderen en ouders in de trajecten binnen jeugdhulp
staat nog in kinderschoenen en verdient meer aandacht
- Opname van een jeugdige in een residentiele instelling voor jeugdhulp moet worden
gezien als ultimum remedium.
Het verdrag van rechten van het kind (IVRK) is het belangrijkste instrument voor het
beschermen van het kind. Dit verdrag verplicht ouders te ondersteunen in de verzorging en
opvoeding van hun kind. Pas in extreme gevallen komt uithuisplaatsing aan de orde. Hier
dient een strenge rechtelijke toets aan vooraf te gaan. Wanneer ouders en kind niet
instemmen met een opname in een residentiele instelling kunnen bevoegde autoriteiten
beslissen dat dit toch noodzakelijk is in het belang van het kind. Dit betreft een Ultimum
remedium. Er moet eerst gekeken worden of het kind bij familie terecht kan, daarna of een
vervangend gezin mogelijk is en pas als dat niet mogelijk is een passende residentiele
instelling.
Een jeugdige kan zich ook vrijwillig laten opnemen.
Sinds januari 2015 is er ter vervanging van de wet op de jeugdzorg de jeugdwet. De
belangrijkste verandering is dat de jeugdzorg is overgebracht naar de gemeente. De
gemeente is nu verantwoordelijk voor:
- Versterken van probleemoplossend vermogen van kinderen en hun netwerk
- Preventie en signalering van problematiek
- Bieden van hulp op maat
- Verantwoordelijk voor gesloten jeugdhulp, zorg voor kinderen met een LVB en
forensische zorg.
Gemeenten moeten zorgen dat er in hun regio een goed aanbod is van jeugdhulp en moeten
een adviserende rol hebben betreft vragen vanuit jeugdigen, hun netwerk of professionals
die zich zorgen maken over het welzijn van een jongere.
Kort gezegd is de gemeente nu verantwoordelijk voor alle aangeboden jeugdhulp en de
uitvoering van kinderbeschermingsmaatregelen.
Uit een evaluatie is naar voren gekomen dat de jeugdhulp nu door het overschakelen van
provincie naar gemeente niet per se gemakkelijker toegankelijk is geworden. Er moet betere
informatievoorziening komen om het toegankelijker te maken.
In het civiele kader kan een jeugdige uit huis worden geplaatst (UHP) of een
ondertoezichtstelling krijgen (OTS) hierbij houdt een gecertificeerde instelling toezicht op
3
,het gezin en komt er een gezinsvoogd (dit kan maximaal worden opgelegd voor een jaar).
Vanuit een. OTS kan een kind, alleen met toestemming van de rechter, uit huis worden
geplaatst. Afhankelijk van hoe erg een jeugdige in zin opvoeding en ontwikkeling tot
volwassenheid wordt bedreigd kan het besluit worden gemaakt om de jongere naar een
gesloten instelling te sturen.
Verantwoorde hulp hulp van goed niveau die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig
en client gericht wordt verleend en is afgestemd op de reële behoefte van de ouder of
jeugdige.
Bij gesloten jeugdzorg kunnen vrijheidsbeperkende maatregelen worden ingezet, deze
mogen alleen worden ingezet als ze zijn opgenomen in het hulpverleningsplan, voor zover
noodzakelijk voor de veiligheid van de jeugdige of anderen, of ter overbrugging van tijdelijke
noodsituaties.
Hulpverleningsplan hierin staat vastgesteld welke maatregelen mogen worden toegepast,
onder welke voorwaarden en voor welke doelen. Voor de toepassing van beperkende
maatregelen moet een regelement worden opgesteld waarin staat wie het besluit neemt en
op welke wijze.
Vanuit een gesloten plaatsing wordt altijd gewerkt naar een terugplaatsing thuis of een meer
open instelling. Dit gaat gefaseerd beginnend met verloven.
OTS kan maximaal voor een jaar en moet per jaar worden verlengd. Een uithuisplaatsing
gaat via een OTS en moet dus ook telkens worden verlengd met een jaar.
Drang preventieve jeugdbescherming hulp gericht op het versterken van de
eigenkracht van de jeugdige en het probleemoplossend vermogen van het gezin en hun
omgeving.
Kinderen jonger dan 12 jaar kunnen niet strafrechtelijk worden vervolgd.
Sinds 2014 is er adolescenten strafrecht dit zorgt voor een flexibele toepassing van het jeugd
en volwassenstrafrecht rond de leeftijd van 18 jaar. Onder bepaalde condities kan een
jeugdstrafrechter bepalen om een jeugdige tussen de 18 en 23 jaar volgens het
jeugdstrafrecht te sanctioneren. De gedachte hierachter is dat sommige jongvolwassenen
beter af zijn met sanctionering volgens het jeugdstrafrecht omdat er bij deze jeugdige dan
sprake kan zijn van een nog onvoltooide emotionele, sociale, morele en intellectuele
ontwikkeling.
Vertrouwenswerk (Nederland) maakt onderdeel uit van de (rechts)positie van cliënten in de
jeugdhulp en is daarmee onderdeel van de legitimering van overheidsingrijpen in de
persoonlijkheidssfeer. Ook wanneer er sprake is van vrijwillige hulpverlening is er sprake van
een ongelijke machtspositie tussen jeugdigen en hun ouders enerzijds en de gemeente of
hulpverlener anderzijds.
De vertrouwenspersoon (België) is geen verplichting maar het is een recht waar aanspraak
op gemaakt kan worden. Wanneer een jeugdige dit doet hebben zorginstellingen de plicht
4
, om ook deze persoon te informeren over beslissingen, te woord te staan wanneer gevraagd
en toegang te geven tot dossiergegevens die ook inzichtelijk zijn voor de jongere.
Nederland kan nog veel leren van dit Belgische idee van een vertrouwenspersoon. De band
met de persoon mist namelijk in Nederland doordat dit een aangewezen persoon is vanuit
het advies en klachtenbureau jeugdzorg. De eerste stap is in Nederland wel al in de goede
richting gezet door een ‘jouw ingebrachte Mentor’ JIM.
Hoofdstuk 3: (neuro) biologische factoren, antisociaal gedrag
en delinquentie
Kernpunten:
- Uiterlijke kenmerken staan niet in relatie tot delinquentie
- Afwijkingen in de frontale hersengebieden en amygdala worden in verband gebracht
met delinquentie
- Een lage hartslag in rust en een combinatie van een laag cortisolgehalte en een hoog
testosteronniveau lijken samen te hangen met delinquent gedrag
Binnen het hersenonderzoek wordt onderscheid gemaakt tussen functie en structuur:
- Functie datgene wat hersengebieden doen tijdens het uitvoeren van een bepaalde
tijd
- Structuur vorm, grootte of bouw van de hersengebieden
Er is een verband gevonden tussen antisociaal gedrag en een kleiner volume van bepaalde
hersengebieden die zich aan de voorkant bevinden en betrokken zijn bij cognitieve functies
als impulsbeheersing en besluitvaardigheid.
Kinderen met schade aan de prefrontale cortex kunnen sociale en morele regels vaak
moeilijk leren.
Kwetsbaarheid van adolescenten lijken voor een belangrijk deel verklaard te worden door
veranderingen in sociaal-affectieve processen.
Zowel een verkleining als verminderde activiteit van de amygdala bij kinderen en
volwassenen zou gerelateerd zijn aan antisociaal gedrag. Schade en slecht functioneren van
de amygdala zou samenhangen met een verminderd empathisch vermogen, ongevoeligheid
voor angstige gezichtsuitdrukkingen en ongevoeligheid voor negatieve prikkels.
In neuropsychologie wordt de relatie tussen de werking van hersenen en cognitie, emotie,
waarneming en gedrag bestudeerd.
Executieve functies complexe vaardigheden die betrokken zijn bij het beheersen en
reguleren van doelgericht handelen. Denk aan het vermogen tot inhibitie, planning en
flexibiliteit.
Antisociaal gedrag van jongeren lijkt verband te houden met tekorten in executieve functies.
Neurotransmitters zijn stoffen die boodschappen tussen hersencellen doorgeven, deze
worden afgegeven door zenuwcellen.
Neurotansmitters
- Serotonine
5
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller IlonaBrunsveld. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $7.34. You're not tied to anything after your purchase.