Dit zijn de werkcolleges uit het competentieboek van de JHS Verbintenissenrecht I (K1). De antwoorden zijn uitgebreid en en zeer goede voorbereiding op het tentamen.
Opdracht 1
Twee bedrijven zijn voornemens om met elkaar een koopovereenkomst te sluiten. Op grond
van deze overeenkomst zal bedrijf A aan bedrijf B 100 computers leveren, waarvoor bedrijf B
aan bedrijf A € 75.000,- zal betalen.
Welke wettelijke bepalingen van het Burgerlijk Wetboek zijn relevant met betrekking tot de
totstandkoming en de inhoud van deze overeenkomst?
Boek 3,6 en 7.
Op grond van artikel 6:217 lid 1 BW komt een overeenkomst tot stand door aanbod
en aanvaarding. Van een aanbod is pas sprake wanneer de verklaring de
voornaamste elementen van de inhoud van de eventueel te sluiten overeenkomst
bevat, zodat een eenvoudig ‘ja’ van de wederpartij voldoende is om de overeenkomst
tot stand te doen komen.
In casus hebben twee bedrijven zijn voornemens om met elkaar een koopovereenkomst te
sluiten. Het aanbod bestaat uit de 100 computers en na aanvaarding zal er voor die
computers een som van €75.000,- euro betaald moeten worden.
Bij het aanvaarden van een aanbod moeten de wil en de verklaring van een persoon
overeenkomen. De vereisten staan in art. 3:33 BW er moet een wil zijn en de verklaring
moet daarmee in overeenstemming zijn. Soms lopen de wil en verklaring uiteen. Als de wil
ontbreekt, is er sprake van een nietige overeenkomst wilsontbreken, maar op het moment
dat er gerechtvaardigd vertrouwen aanwezig is bij de aanbieder, komt er op grond van art.
3:35 BW alsnog een overeenkomst tot stand. Is er geen gerechtvaardigd vertrouwen blijft de
overeenkomst nietig. De samensmelting van art. 3:33 BW en art. 3:35 BW wordt de
wilsvertrouwensleer genoemd.
Rechtshandeling: heeft een beoogd rechtsgevolg, het is niet iets wat je zomaar over
komt. Je rechten en plichten veranderen. Bijv. een huurovereenkomst, een
koopovereenkomst, het opstellen van een testament.
Feitelijke handeling: je bent je er niet bewust van, het overkomt je. Bijv. de
onrechtmatige daad.
Bij een overeenkomst ontstaan er rechten en plichten, dit is de verbintenis tussen de
personen.
Algemene voorwaarden: zijn gunstiger voor de gebruiker van de algemene
voorwaarden. De algemene voorwaarden zijn efficiënter, dus je hebt een basis
overeenkomst en de algemene voorwaarden. Begint bij 6:231 BW.
Opdracht 2
Otto biedt op haar website een HD ready breedbeeld lcd tv met een diameter van 80 cm aan
voor € 99,-. Een aantal consumenten heeft via de website zo’n tv besteld. De consumenten
hebben na het doen van de bestelling allemaal een bevestiging ontvangen van hun
bestelling. Enkele dagen na deze bevestiging worden deze consumenten gebeld door Otto
met de mededeling dat er sprake is van een vergissing ten aanzien van de prijs. Dit moest €
999,- zijn in plaats van € 99,-. De consumenten zijn van mening dat er een overeenkomst tot
stand is gekomen tussen hen en Otto, Otto meent van niet. Partijen komen er samen niet uit
, en daarom bundelen de consumenten hun krachten door samen een gerechtelijke procedure
te starten.
a. Wat zullen de consumenten in deze procedure vorderen van Otto? Motiveer je antwoord.
(ervan uitgaand dat de consumenten leken zijn) De consumenten zullen de HD ready
breedbeeld lcd tv met een diameter van 80 cm vorderen voor de prijs van €99,- euro. Er is
immers een aanbod geweest van de tv en die is aanvaard. Ze vorderen een nakoming van
de overeenkomst artikel 3:296 BW
b. Wat zal de rechter in deze zaak oordelen? Motiveer je antwoord.
De rechter zou van oordeel zijn dat er hier geen sprake is van een koopovereenkomst. Er is
hier wel sprake van aanbod en aanvaarding, artikel 6:217 lid 1 BW. Ook is artikel 3:33 BW
van toepassing, er moet een wil en verklaring zijn. Echter stemt de wil niet overeen met de
verklaring. Geziene het feit dat een ieder had kunnen weten dat de prijs van €99,- euro voor
een lux apparaat als in de HD ready breedbeeld lcd tv niet klopt, heeft een beroep op het
rechtvaardig vertrouwen, artikel 3:35 BW geen nut. Er is hier dus geen sprake van een
rechtsgeldige overeenkomst.
Opdracht 3
Ojé Van der Grinten is een bedrijf dat kopieermachines verhuurt aan bedrijven.
Accountantskantoor Vermeulen wil graag een kopieermachine gaan huren, en vraagt een
offerte aan bij Ojé Van der Grinten. De accountmanager stuurt op 19 december 2014 per
post een offerte naar het accountantskantoor met als bijlage een huurovereenkomst in
tweevoud. In deze offerte staat (onder andere) de volgende tekst:
“Bijgaand treft u aan in tweevoud een huurovereenkomst met betrekking tot een
kopieerapparaat van het type X, met daaraan gehecht de door onze gehanteerde
algemene huurvoorwaarden. In verband met onze actie (eerste drie maanden geen
huurtermijnen verschuldigd) is dit voorstel slechts vijf dagen geldig. Indien u instemt
met ons voorstel, verzoeken wij u één exemplaar van de huurovereenkomst voor
akkoord te ondertekenen en binnen vijf dagen te retourneren.”
a. Is er sprake van een herroepelijk aanbod van Ojé?
Er is hier geen sprake van een herroepelijk aanbod van Ojé. Op grond van art. 6:219 BW
lid 1 kan een aanbod worden herroepen, tenzij het een termijn voor de aanvaarding
inhoudt of de onherroepelijkheid ervan op andere wijze uit het aanbod volgt. Doordat de
actie (eerste drie maanden geen huurtermijnen verschuldigd) maar vijf dagen geldig is, is
er een termijn opgenomen in het aanbod en dus niet herroepelijk.
b. Los van je antwoord op vraag a: welke andere actie dan herroeping kan de
accountmanager van Ojé Van der Grinten ondernemen om onder het reeds
verstuurde aanbod uit te kunnen? En tot welk moment kan hij dat doen? Motiveer je
antwoord.
Artikel 3:37 lid 5 BW, door het aanbod tijdig in te trekken voordat de ander heeft
gereageerd.
Vervolg casus:
Gesteld dat de accountmanager van Ojé geen actie heeft ondernomen zoals uitgewerkt bij
vraag b. Accountantskantoor Vermeulen vindt de actie van de eerste drie maanden geen
huur betalen erg aantrekkelijk en ondertekent daarom de huurovereenkomst voor akkoord op
The benefits of buying summaries with Stuvia:
Guaranteed quality through customer reviews
Stuvia customers have reviewed more than 700,000 summaries. This how you know that you are buying the best documents.
Quick and easy check-out
You can quickly pay through credit card or Stuvia-credit for the summaries. There is no membership needed.
Focus on what matters
Your fellow students write the study notes themselves, which is why the documents are always reliable and up-to-date. This ensures you quickly get to the core!
Frequently asked questions
What do I get when I buy this document?
You get a PDF, available immediately after your purchase. The purchased document is accessible anytime, anywhere and indefinitely through your profile.
Satisfaction guarantee: how does it work?
Our satisfaction guarantee ensures that you always find a study document that suits you well. You fill out a form, and our customer service team takes care of the rest.
Who am I buying these notes from?
Stuvia is a marketplace, so you are not buying this document from us, but from seller VeerleH. Stuvia facilitates payment to the seller.
Will I be stuck with a subscription?
No, you only buy these notes for $3.75. You're not tied to anything after your purchase.